„Bijzonder moment” op ZGG-dag: ds. G.W.S. Mulder maakt twee nieuwe zendingsvelden bekend
Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) heeft twee nieuwe landen uitgekozen als zendingsveld: Japan en Senegal. Dat maakte ds. G.W.S. Mulder zaterdag bekend op de 67e jaarlijkse zendingsdag in Gorinchem, die 4100 bezoekers trok.
De keuze voor de zendingsvelden is gemaakt „in biddend opzien tot de Heere om leiding”, zegt ds. Mulder, voorzitter van het zendingsdeputaatschap van de Gereformeerde Gemeenten. Hij noemt de bekendmaking van niet één, maar twee nieuwe landen een bijzonder moment. „We zongen zojuist: „De aarde worde met Uw vrees vervuld, totdat Ge Uw rijk volmaken zult”.”
„De zendingsopdracht geldt nog en klemt meer naarmate we dichter bij de wederkomst komen”, zegt ds. Mulder over de reden waarom het deputaatschap naar een nieuw veld zocht. Bovendien zijn in bestaande zendingsgebieden belangrijke stappen gezet op weg naar gemeentevorming, waardoor de inzet van ZGG op termijn minder nodig is.
Senegal is een overwegend islamitisch land met een veelal agrarische samenleving, legt ds. Mulder uit. „Binnen afzienbare tijd” zou daar zendingswerk opgestart kunnen worden.
In Japan is dat anders: eerst zal voor enkele jaren een kwartiermaker verkennend werk doen, voordat meer vacatures kunnen worden opengesteld. Het Oost-Aziatische land is verstedelijkt, materialistisch en lijkt daarin op Nederland, zegt de predikant uit Ridderkerk. Belangrijke religies zijn shinto en boeddhisme, maar door de welvaart zijn er ook veel moderne heidense invloeden.
Ds. Mulder sluit de bekendmaking af met enkele Bijbelcitaten: „Hef uw ogen op en aanschouw de landen; want zij zijn alrede wit om te oogsten. Bid de Heere, dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitstote.”
„Bid dat de ongelovige familie van jonge christenen ook wordt ingewonnen voor Koning Jezus” - Paul Eikelboom, directeur Zending Gereformeerde Gemeenten
Schapen en wolven
De zendingsdag is dan al bijna twee uur aan de gang en heeft zo’n 4100 mensen naar de Evenementenhal in Gorinchem getrokken, enkele honderden meer dan vorig jaar. De 4000 stoelen die klaarstaan blijken althans te weinig, ook na de oproep van ds. Mulder om „in te schikken”. Met wat stoelen erbij vindt uiteindelijk iedereen een plekje, de allerkleinsten in de crèche.
Ds. Mulder opent de dag met een meditatie over de kamerling uit Ethiopië (Handelingen 8). Deze had, mogelijk door de verspreiding van de Griekse vertaling van het Oude Testament, van de God van Israël gehoord. „Hij kreeg het verlangen om God te dienen en reisde 3000 kilometer, een tocht van drie weken, naar Jeruzalem”, aldus ds. Mulder. Tegen de jongeren: „Hoe ver leef jíj bij God vandaan?”
Op de vraag van evangelist Filippus of hij „van ganser harte gelooft”, antwoordde de kamerling: „Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is”. Ds. Mulder citeert Johannes Calvijn die zei dat Filippus de Moorman niet vroeg of hij een volkómen geloof had, maar of het geloof oprécht was. „Het moet uit de diepte van zijn hart komen.”
Directeur Paul Eikelboom spreekt een column uit over ”belijden in de verdrukking”. Hij roept de aanwezigen op om drie zaken te maken tot een „vast artikel in ons gebed”: dat de Heilige Geest zorgt voor de zendelingen, die, zoals Jezus zei, „uitgezonden zijn als schapen tussen de wolven”; dat de ongelovige familie van jonge christenen „ook wordt ingewonnen voor Koning Jezus”; en dat God geeft dat jonge christenen staande blijven, terwijl ze soms vanwege hun geloofskeuze huis en haard moeten verlaten.
Jehovah’s Getuigen
De hoofdlezing van de zendingsdag –die als thema heeft ”Christus’ Naam belijden”– wordt gehouden door Henk Visser, evangelist in de Albanese plaats Tepelenë. Hij vertelt over Anxhela, afkomstig uit een moslimgezin, die door haar klasgenote zover kwam om de samenkomsten van Visser te bezoeken. Dat dat van haar familie mag, is niet vanzelfsprekend. Nu komt ze behalve in de kerkdiensten ook op de catechisatie.
Anxhela merkt dat haar leven veranderd is, vertelt Visser. „Zondige dingen, zoals liegen, wil ze niet meer. Ze gelooft dat het Evangelie waar is en wil dat graag uitdragen, thuis en op school, maar dat is moeilijk. Als je zegt dat je in God gelooft, is dat prima, maar als je over de Heere Jezus spreekt, niet. Daarom probeert ze nu vooral in haar gedrag te laten zien dat ze christen is.”
„Als je over de opstanding uit de doden begint, vindt men dat absurd” - Henk Visser, evangelist Albanië
Als Albanezen christen worden en in hun familie getuigen, levert dat verschillende reacties op, vertelt Visser. „Sommigen staan openlijk tegen, anderen zien het christendom als iets positiefs, iets westers. Maar als je over de opstanding uit de doden begint, vindt men dat absurd.”
Visser vertelt ook het verhaal van Astrit, een oudere man uit een voorname familie van de islamitische bektashi-stroming. Al in 1992 kwam hij in contact met een Nederlander die hem over Jezus vertelde. Na allerlei omzwervingen –via orthodoxe christenen in Griekenland, mormonen en Jehovah’s Getuigen– kwam Astrit terecht in de kerk van Visser. „De preken sloten aan bij zijn hart en hij wilde gedoopt worden. Nu volgt hij een al een halfjaar wekelijks lessen. Hij is dankbaar dat het hem en zijn gezin geestelijk en lichamelijk nu goed gaat.”
Zendingsdeputaat ds. J.M.D. de Heer sluit het ochtendprogramma af met een meditatie over de belijdenis van Petrus uit Mattheüs 16. ’s Middags volgen bezoekers workshops van ZGG-werkers en van twee predikanten uit Papoea, luisteren ze naar een kindervertelling door Jos Kardol over Lennard, een zendingskind in Guinee en kunnen jongelui bij de ”tienerchallenge” een prijs winnen door het lekkerste gerecht te bereiden.