Het verre Taiwan lijkt tegenwoordig niet zo ver meer. Uiteraard zijn door de globalisering de economieën dichter naar elkaar toegegroeid, maar op verschillende andere manieren lijkt het lot van Nederland steeds meer verweven met dat van het verre eiland.
Banden met Taiwan zijn er eigenlijk al heel lang, maar dat is in Nederland minder bekend. In 1624, precies 400 jaar geleden, trachtte de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) een plek op de Chinese kust te vinden om handel te drijven met China en Japan.
Eerst probeerden de Nederlanders de Portugezen uit de Chinese regio Macau te verdrijven. Toen dat niet lukte, vestigden zij zich op de Pescadores, een eilandengroep tussen China en het toenmalige eiland Formosa (het huidige Taiwan). Maar een gezant van de Chinese Ming-keizer Tianqi zei dat zij zich „buiten het Chinese grondgebied” moesten begeven. Dus gingen de Nederlanders naar Formosa. Ze vestigden zich van 1624 tot 1662 in de huidige kustplaats Tainan. Ze bouwden een bloeiende kolonie op, met een levendige handel met China en Japan.
De Taiwanezen beschouwen deze periode als heel positief: het begin van hun moderne geschiedenis en hun contact met de buitenwereld. In de drukbezochte tentoonstelling ”1624, Taiwan and the World” in Taiwan staan de vroege banden tussen Taiwan en het Westen voorop.
Taiwan is tegenwoordig het hoofdkwartier van Taiwan Semiconductor Manufacturing Corporation (TSMC), dat ongeveer 90 procent van de ”high-end chips” in de wereld fabriceert. Die chips zijn de ‘olie’ waarop al onze elektronica draait.
Als China Taiwan zou bezetten of een blokkade zou opwerpen, dan zou de toevoer van die chips snel stilvallen. Dan zou onze samenleving voor grote problemen staan: geen nieuwe mobieltjes, ziekenhuisapparatuur kan niet onderhouden worden, autofabrieken staan stil, vliegtuigen moeten aan de grond blijven enzovoorts.
Vijandig gezind
Waarom is China zo vijandig en wil het Taiwan inlijven? Na de Nederlandse periode veranderde het eiland verschillende keren van koloniale ‘eigenaar’: veldheer Koxinga van de Chinese Ming-dynastie, de Spanjaarden, de Manchu-dynastie uit Noord-China en uiteindelijk Japan (1895-1945).
In China was intussen (in 1911) een einde gekomen aan de Manchu-regering. Vanaf de jaren 20 van de 20e eeuw had zich een machtsstrijd ontwikkeld tussen de Chinese nationalisten van Chiang Kai-shek en de communisten van Mao Tse-tung.
Aanvankelijk bekommerde geen van beiden zich om Taiwan. Ze wilden zelfs dat het (van Japan) onafhankelijk werd. Maar toen het rond 1943 ernaar uitzag dat Japan de oorlog zou verliezen, begonnen Chiang en Mao beiden aanspraken te maken op het eiland.
Na de Tweede Wereldoorlog steunden de geallieerden een tijdelijke bezetting van het eiland door Chiangs nationalisten. Maar toen Chiang in 1949 de Chinese burgeroorlog verloor, verhuisde hij met zijn regering en militaire apparaat naar Taiwan.
In de veertig jaren die daarop volgden, regeerde Chiang over Taiwan met ijzeren vuist. De autochtone Taiwanezen –de ongeveer 85 procent van de bevolking die voor 1945 al op het eiland woonde– hadden weinig in de melk te brokken.
Democratische ommezwaai
Internationaal pretendeerde Chiang nog steeds de regering van heel China te zijn. Hij sprak over ”Vrij China”. Maar in de praktijk was er dus geen China en hadden de mensen weinig vrijheden. Door deze ongeloofwaardige aanspraken verloor het regime in de Taiwanese hoofdstad Taipei steeds meer diplomatieke erkenning. De Volksrepubliek China kreeg politiek gezien internationaal de overhand. In 1971 nam Peking het ”China-lidmaatschap” in de VN over van ”de vertegenwoordigers van Chiang Kai-shek”.
Intussen begon in Taiwan de interne druk richting democratie op te lopen. Eind jaren 80 vond er een monumentale ommezwaai plaats naar een energieke volksregering. Autochtone Taiwanezen gingen een steeds grotere politieke rol spelen. Deze beweging werd geleid door de Democratische Progressieve Partij (DPP) van de onlangs gekozen nieuwe president Lai Ching-te.
Taiwan is nu dus een vrije democratie. De bevolking streeft naar een volwaardiger internationale rol. Peking is echter nog steeds bezig die oude burgeroorlog uit 1949 te beslechten. Ziedaar het huidige krachtenveld rond Taiwan.
Chinees militair vertoon
Op 20 mei woonden we de inauguratie van president Lai Ching-te en vicepresident Hsiao Bikhim bij. Ook spraken we de aftredende president Tsai Ing-wen. Op haar laatste regeringsdag reikte zij ons een lintje uit voor ons werk voor mensenrechten en democratie in Taiwan in de jaren 80 . Als jonge studenten begonnen mijn (Taiwanese) vrouw en ik in 1980 met het uitgeven van een Engelstalig blad, Taiwan Communiqué , om internationaal aandacht te vragen voor het gebrek aan mensenrechten en democratie in die jaren.
Tijdens ons bezoek waren er ook de Chinese militaire oefeningen ”Joint Sword 2024A” (op 23 en 24 mei). Een blijk van de oplopende spanningen en het feit dat Peking een vrij en democratisch Taiwan naast de voordeur nog steeds niet accepteert. China blijft de verhoudingen bezien tegen de achtergrond van de oude burgeroorlog met Chiang Kai-shek.
Taiwans nieuwe president wil streven naar een vreedzaam naast elkaar bestaan. In zijn inaugurale toespraak op 20 mei gaf hij aan met China te willen samenwerken. Maar hij zei ook dat Taiwan en de Chinese Volksrepubliek niet ondergeschikt zijn aan elkaar. Hij riep China op om de dreigementen richting Taiwan te beëindigen. Daarnaast stelde hij ook dat de Taiwanezen zich geen illusies moeten maken over de Chinese dreiging en hun civiele en militaire verdediging moeten versterken.
Nauw verweven
Nederlands toekomst is nauw met die van Taiwan verweven. In economisch opzicht zijn er nauwe banden. De Taiwanese chips en artificial intelligence (AI) zorgen ervoor dat Taiwan een integraal onderdeel vormt van de moderne maatschappij van de toekomst. We hebben daarnaast een stukje gezamenlijke geschiedenis waar we trots op kunnen zijn. Ook hebben we een aantal gezamenlijke principes, normen en waarden die onderdeel zijn van een democratische samenleving. Die worden nu onder druk gezet door de autoritaire regimes in China en ook Rusland. Het is dus zaak om gezamenlijk op te trekken met onze verre Taiwanese vrienden.
De auteur is een voormalige Nederlandse diplomaat. Hij doceert geschiedenis van Taiwan aan de George Mason Universiteit (Virginia, VS) en Amerikaanse betrekkingen met Oost-Azië aan de George Washington Universiteit (Washington D.C., VS). Van 1982 tot 2005 werkte hij als ruimtevaart- en innovatiespecialist bij het ministerie van Economische Zaken.