Twee weken geen wifi: hoe vind ik dat zélf eigenlijk?
De accommodatie van onze zomervakantie heeft geen wifi. De advertentie op de reissite meldde in een tussenzinnetje iets over 4G, waarna er bij mij een belletje had moeten gaan rinkelen. Maar dat gebeurde niet. Ik werd zo blij van de positieve punten die erboven stonden dat ik algauw om was en op ”Betalen” klikte.
Toen ik erachter kwam, zat ik vooral met de vraag: hoe vertel ik het de kinderen? De combinatie jongeren en wifi lijkt nu eenmaal steeds meer op een hecht huwelijk. Onderzoeken over tieners en telefoons waren de laatste weken volop in het nieuws. Vooral de uitkomst dat de relatie tussen jongeren en hun mobiel weliswaar sterk is, maar wel een behoorlijk negatieve impact op hen heeft.
Ook onze jongens zitten graag op hun mobiel. Dus zat ik best met onze accommodatie in m’n maag. Hoe zorg ik ervoor dat het ondanks het verbindingsgebrek toch een leuke vakantie wordt? Ik stelde het gesprek daarover uit. Maar het moest er natuurlijk toch een keer van komen.
Ik haalde reisgidsen over Ierland, onze bestemming, uit de bieb en maakte een planning met mooie uitstapjes. Alles om hen enthousiast te krijgen. Na een gezellige maaltijd, met extra lekker toetje, haalde ik een keer diep adem en begon mijn verhaal. Ik probeerde hun –langzaam– alle bezienswaardigheden voor te schotelen en –heel snel– dat kleine nadeeltje met het huis door te geven.
Ik hield m’n adem in. Wat zou hun reactie zijn? Ik lette op hun woorden, hun mimiek, gebaren… Niets. Oké, dan zochten ze wel iets anders om te doen, zeiden ze, heel rustig.
Ondanks deze laconieke reactie bleef ikzelf wel met het huisje in mijn maag zitten. Blijkbaar was de communicatie richting mijn jongens niet de enige hobbel op het pad naar Ierland. Hoe stond ik zelf eigenlijk tegenover een wifiloze periode? Hoe ga ik dat zelf eigenlijk overleven?
Ik moest weer denken aan dat onderzoek over jongeren en hun telefoongebruik. En voelde me eigenlijk best hypocriet. Natuurlijk spelen er problemen rond sociale media, apps en games. Maar waar blijven de onderzoeken over volwassenen en hun mobiel? Kunnen wij nog zonder? Geven wíj eigenlijk wel het goede voorbeeld?