”De morgenstond heeft goud in de mond” komt algauw afgezaagd over. Toch is het een goed idee om eens voor dag en dauw de natuur in te trekken. Het Goilberdingerpad is dan een prima keuze.
De zon is nog net niet op, maar de natuur is al wakker als ik even na halfzes uit de auto stap. Begeleid door een vogelconcert zoals ik nog nooit heb gehoord loop ik door de Everdinger uiterwaarden in de richting van de Lek. Het is wat nevelig, maar helder genoeg om de omgeving in me op te nemen.
Wandelen in de vroege ochtend heeft iets spannends. Het begint al met het voor dag en dauw in mijn eentje het huis uit sluipen. Ik ben al vaker in dit natuurgebied geweest, maar nog nooit alleen en op zo’n vroeg tijdstip. Het onwennige gevoel verdwijnt op slag zodra ik begin te lopen en komt ook niet meer terug.
Scholeksters en grutto’s waden door het water alsof ze de hele nacht niets anders gedaan hebben. Een lepelaar vliegt laag over. Achter me laat de kerkklok van Everdingen zes gedempte slagen horen.
Voor de natuur in de Everdinger Waarden is de vele regen die de afgelopen maanden is gevallen duidelijk een zegen. In het lage, moerassige gebied naast de modderige kade bloeien duizenden rietorchissen. Ze vormen een prachtig paars tapijt dat zeker een paar weken standhoudt.
Aan de andere kant is de rivier dichtbij. Vanaf een van de zandstrandjes kun je als je geluk hebt weleens een bever zien zwemmen, maar dit keer blijft het bij wat eenden. De zon komt als een oranje bal uit de ochtendmist tevoorschijn en weerspiegelt in het rimpelende water.
De route gaat verder langs en over Fort Everdingen en het Werk aan het Spoel, onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Eigenlijk is dit het startpunt van de route, maar omdat ik graag zo vroeg mogelijk in de uiterwaarden wilde zijn, ben ik halverwege begonnen.
De hoge bomen en brede grachten hier brengen een totaal andere sfeer met zich mee. Dikke boomstammen, ontdaan van hun kroon, steken als pilaren uit de mist. Dit is het domein van de ijsvogel, maar die laat zich deze ochtend niet zien.
Hoog tijd om de polder in te gaan, want kilometers heb ik nog niet echt gemaakt. De weidsheid en de stilte van de akkers en weiden, met af en toe een stukje verwilderde natuur, maken indruk, maar de euforie van de Everdinger Waarden komt niet meer terug. Hier is lopen het hoofd leegmaken.
Om halfnegen sta ik weer op de Lekdijk en komen de talloze vogelgeluiden vanaf de uiterwaarden opnieuw naar me toe. Nog even genieten voor ik de auto weer instap, maar zo luisterrijk als in de ochtendnevel wordt het niet meer.