Samen onder één dak? Theologische universiteit overwoog nieuwbouw in Leidsche Rijn
De Theologische Universiteit Utrecht (TUU) en de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) samen in een groot nieuwbouwpand in de Utrechtse Vinex-wijk Leidsche Rijn. Van alle gemakken voorzien: horeca, studentenwoningen − en dat alles in een gebouw dat aan de laatste duurzaamheidseisen voldoet. Maar zo ver kwam het niet: daarvoor waren de agenda’s te verschillend.
De plannen, die in 2021 al met de gemeente Utrecht werden besproken, liepen volgens ontwikkelaar Stadswaarde vast op onder meer „trage kerkelijke besluitvorming” en strandden uiteindelijk helemaal. De twee theologische universiteiten bleven samenwerking zoeken, al adviseerde onder meer de TUU (Nederlandse Gereformeerde Kerken) begin 2024 de minister van Onderwijs negatief over een te vestigen bachelor van de PThU (Protestantse Kerk in Nederland) in Utrecht. Die zou onder andere „een risico vormen voor het bestaande aanbod in Utrecht”.
De TUU en de PThU hadden meerdere opties in Utrecht. Dat de TUU een nieuwbouwlocatie overwoog en hoopte daar met de PThU te gaan samenwerken, blijkt uit documenten van de gemeente Utrecht. Op basis van de Wet open overheid (Woo) vroeg het Reformatorisch Dagblad stukken op over de verhuizing van de toenmalige Theologische Universiteit Kampen (TUK) naar Utrecht bij de gemeenten Kampen, Utrecht en Zwolle en bij de provincie Overijssel.
Naar Zwolle?
In het najaar van 2019 zoekt het bestuur van de TUK contact met Utrecht, Kampen en Zwolle om te informeren naar mogelijkheden om de universiteit in een van deze gemeenten te vestigen. Achter de schermen staan niet alle Zwolse ambtenaren direct te springen om de onderwijsinstelling te ontvangen. Het heeft „niet direct grote meerwaarde”, schrijft een adviesgroep: de stad richt zich liever op andere, bredere universiteiten. De TUK heeft weliswaar toegezegd openheid te willen zoeken, maar een theologische universiteit past volgens de ambtenaren „minder goed in de ambitie en profilering van de stad en regio”. Máár: alles liever dan een verhuizing naar Utrecht, daarover zijn de adviseurs het wel eens. Kan de universiteit niet gewoon in Kampen blijven, suggereert een ambtenaar. „Zo blijft de universiteit toch binnen de regio Zwolle.”
Geen liefde op het eerste gezicht dus, maar Zwolle wordt hoe langer hoe positiever. Zeker wanneer tijdens een overleg tussen twee wethouders en het bestuur van de TUK op 15 april 2020 blijkt dat de universiteit definitief besloten heeft Kampen te verlaten. Wethouder René de Heer dringt er intern op aan om te voorkomen dat de universiteit de regio zal verlaten. Ook de commissaris van de Koning in Overijssel, de CU’er Andries Heidema, dringt er bij Zwolle op aan om de TUK voor de provincie te behouden. Hij biedt aan „ambtelijke capaciteit in te zetten” om hierin te investeren.
Het toenemende enthousiasme loopt uit op een brief van 2 oktober 2020 van de Zwolse burgemeester Peter Snijders aan het TUK-bestuur. Van de aanvankelijke interne aarzeling is daarin niets meer merkbaar. Zwolle is „verheugd” dat de TUK de Hanzestad als „een belangrijke optie” beschouwt. De vestiging van de TUK in Zwolle zou „goed passen” in de ambitieuze ontwikkeling die de stad voor ogen heeft en de gemeente denkt graag mee over een geschikte locatie in Zwolle.
Liever Utrecht
Maar de groeiende liefde is niet geheel wederzijds. Wel bij een adviesraad van studenten en personeel binnen de TUK: zij geven de voorkeur aan Zwolle boven Utrecht. Maar het bestuur stelt „dat op basis van objectiveerbare criteria Utrecht de beste voorwaarden biedt om tot realisatie van de gewenste strategische ontwikkeling van de Theologische Universiteit te komen. De strategische doelstellingen van de Theologische Universiteit kunnen ook in Zwolle goed worden uitgevoerd, maar op een lager academisch en maatschappelijk ambitieniveau en deels op een ander speelveld, namelijk het HBO.”
Een maand na de brief van de Zwolse burgemeester, in december 2020, zegt bestuurder Pim Boven op de plenaire vergadering van de generale synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de landelijke vergadering van de Nederlands Gereformeerde Kerken dat Utrecht op dat moment het meest voor de hand ligt als nieuwe locatie voor de opleiding.
Die boodschap was bij de gemeente Utrecht een jaar eerder al duidelijk. Op 11 oktober 2019 mailt CU-raadslid Jan Wijmenga aan wethouder Klaas Verschuure dat de TUK een oogje op de domstad heeft laten vallen. Wijmenga werd een week eerder gebeld door CU-senator Roel Kuiper –op dat moment tevens rector van de TUK– met de mededeling dat het TUK-bestuur „een voorkeur heeft uitgesproken voor verhuizing naar Utrecht”. Of de gemeente kan assisteren bij een dergelijke verhuizing? „Zou prachtig zijn als zij naar Utrecht komen”, reageert een ambtenaar ruimtelijke ontwikkeling aan de wethouder.
Utrecht gaat dan ook voortvarend aan de slag met het zoeken naar een mogelijke vestigingslocatie voor de TUK. Maar dat blijkt niet eenvoudig. Een paar maanden later is er nog niets gevonden. „Misschien goed om eerlijk te zijn”, mailt een ambtenaar, „en aan te geven dat we op korte termijn nog geen oplossing zien”.
De gemeente suggereert Amersfoort als vestigingsplaats, maar dat is „geen optie”, reageert TUK-bestuurder Boven. Utrecht wel: de TUK heeft inmiddels met de Universiteit Utrecht gesproken over samen optrekken. Een locatie in de binnenstad heeft de voorkeur met het oog op de verlangde samenwerking, maar de TUK wil ook breder kijken, zoals naar de Uithof. En: „Indien er grotere locaties beschikbaar zijn, we hebben eventueel ook nog contact met een andere onderwijsinstelling die zou willen meebewegen.” Welke onderwijsinstelling dat is, wordt op dat moment nog niet duidelijk uit de mails.
Opschieten doet het niet, met de zoektocht. Aan de inzet van de ChristenUnie ligt het niet. Een door CU-wethouder Maarten van Ooijen −nu demissionair staatssecretaris van Volksgezondheid− opgetuigd overleg met twee wethouders, TUK-bestuurders Kuiper en Boven, en een aantal ambtenaren in oktober 2020 levert ook weinig meer op dan de afspraak om door te blijven zoeken en regelmatig contact te hebben. In januari 2021, ruim een jaar na de vraag vanuit de TUK, is de conclusie vanuit de gemeente nog steeds dat er „op dit moment geen geschikte locatie voor de TUK is in Utrecht”.
Nieuwbouw Leidsche Rijn
Maar een paar maanden later hangt de vlag er plotseling anders bij. Opeens is ”kavel D5” in beeld, een stuk grond bestemd voor nieuwbouw in een ontwikkelgebied aan het Berlijnplein in Leidsche Rijn. De kavel valt onder de vastgoedontwikkelaar Stadswaarde, die er een duurzaam nieuw gebouw wil plaatsen.
De TUK is „enthousiast” over dit plan, zo mailt een ambtenaar in april 2021. Van de beschikbare 8500 vierkante meter zou de universiteit zeker de helft willen afnemen, „waarbij de andere m2 gevuld moeten worden met een vergelijkbare organisatie (wellicht het hoofdkantoor van de ChristenUnie, de TUKampen wil bijv. niet in één gebouw met Capgemini)”.
In de maanden die volgen, gaat de TUK met andere partijen in gesprek en worden de plannen hoe langer hoe concreter. Zo wil de TUK meerdere woonunits voor studenten en onderzoekers vestigen in het pand. Omdat de universiteit graag „de uitstraling van het pand in eigen hand houdt”, wil ze ook het horecagedeelte onder haar hoede nemen, „daarmee houdt zij grip op het type horecagebruiker dat zich hier vestigt”.
In deze periode blijkt ook dat de TUK niet langer denkt aan kantoorpanden in hetzelfde gebouw. „Vanuit de universiteit is het de wens om samen met een andere levensbeschouwelijke onderwijsinstelling het pand te gebruiken. Functies en metrages van die instelling zijn min of meer gelijk. Gesprekken daarover lopen.”
Een theologische opleiding van vergelijkbare grootte als de TUK dus. Dat het hier om de PThU gaat, blijkt uit een mail van 16 juli 2021 van ontwikkelaar Stadswaarde: „Er wordt nadrukkelijk gesproken met een „zusterorganisatie” als aanverwante buurpartner om de andere vierkante meters in te vullen. Deze organisatie is thans nog gehuisvest in Amsterdam en Groningen en heeft de wens om naar Utrecht te verhuizen. Vooralsnog wenst de TU te koersen op dit scenario.”
De zaakwaarnemer van de TUK, adviesbureau Doduva, onderstreept dat de plannen nog niet definitief zijn: „TU Kampen zal, in geval van, aangeven dat zij nog nergens een positie heeft en daarom ook nergens op in kan gaan. Verschillende stakeholders van TU Kampen weten niet beter dan dat er „meerdere opties zijn in Utrecht”. Dat laten we voorlopig graag zo.”
Maar dat voorbehoud mag geen twijfel geven over de vraag of de TUK graag deze richting op wil: „Laat overigens duidelijk zijn: wij gaan voor WoodYou (het nieuwbouwproject van Stadswaarde, red.) en zullen er dan ook alles aan doen om voor die plek een passende partner aan ons te binden.”
Teleurstelling
Maar het binden van die partner komt niet van de grond. Met nog twee andere kandidaten –„deze gesprekken zijn vertrouwelijk en gezien gevoeligheid daarbij kunnen namen niet gedeeld worden”– worden gesprekken gevoerd om samen met de TUK het pand te betrekken, maar de situatie blijft maandenlang hetzelfde. Volgens Stadswaarde staat de TUK eind oktober 2021 „op de drempel om door te gaan” en is voor de universiteit alleen nog inzicht in de grondprijzen nodig om een besluit te kunnen nemen. Een maand later maakt de TUK de definitieve keuze voor Utrecht bekend en meldt de universiteit dat aan de Plompetorengracht een –tijdelijke– huurlocatie is gevonden.
Tegen het einde van het jaar 2021 stelt de gemeente een deadline: op 1 december moet de toekomst van kavel D5 wel duidelijk zijn. Maar nee, „tot mijn teleurstelling kan ik nog géén definitief groen licht geven op de ontwikkeling”, mailt een medewerker van Stadswaarde aan de gemeente. „Graag had ik dat ook anders gezien, maar wij zijn helaas afhankelijk van besluitvorming bij TU Kampen.”
Aan de grondprijzen ligt het niet, die vielen bij de TUK „in goede aarde”. „Echter, TU Kampen acht zich op haar beurt afhankelijk van een besluit van een zusterorganisatie om zich eveneens in Utrecht te vestigen, voordat zij richting kan kiezen met betrekking tot haar huisvesting. (…) De zusterorganisatie heeft om bestuurlijke redenen nog geen definitief besluit kunnen nemen zich in Utrecht te vestigen.” De verwachting is dat dit besluit voor het einde van 2021 zal worden genomen.
Dat laatste valt tegen. De PThU maakte eind 2020 de keuze om naar één locatie te verhuizen, stelde in september 2021 een nieuw instellingsplan vast en maakte pas in april 2022 de keuze voor de stad Utrecht.
Die laatste aankondiging leest een Utrechtse gemeenteambtenaar. Betekent dit, polst hij hoopvol bij Stadswaarde, dat nu allebei de instellingen voor kavel D5 gaan? Nee, luidt het antwoord, dit is pas de eerste stap in het vestigingsbeleid van de PThU. Eerst moet de instelling kijken welke eisen ze stelt aan een nieuwe locatie. „Een hele goede eerste stap dus, maar we zijn er helaas nog niet helemaal en de besluitvorming gaat traag bij de kerken”, aldus Stadswaarde.
Te traag, als het aan de gemeente Utrecht ligt. De onderhandelingen duren te lang en ontwikkelaar Stadswaarde krijgt eind maart een deadline. Het besef ontstaat bij de gemeente dat de kans om met de TUK tot een „haalbare businesscase” te komen in Leidsche Rijn „minimaal lijkt”. „Dat zit niet alleen vast op een definitieve beslissing van de zijde van de TU Kampen, maar ook op het vinden van een kandidaat-huurder voor de andere helft van het gebouw, welke huurder geestverwantschap met de TU Kampen zou moeten hebben.” Als het binnen zes weken niet lukt om tot een overeenkomst te komen met de TUK, dan verliest de vastgoedontwikkelaar deze kavel aan Utrecht.
Zo heet blijkt de soep niet gegeten te worden, want een paar maanden later is de gemeente nog altijd met Stadswaarde in gesprek over de kavel in Leidsche Rijn. Over 8000 vierkante meter te realiseren kantoorruimte. Maar de TUK is dan definitief uit beeld. Die zoekt nog verder, schrijft bestuursvoorzitter Boven begin 2023 aan de gemeente: „We zijn goed geland en inderdaad nog wel op zoek naar een definitieve plek.”
De PThU maakt een paar maanden later bekend een pand in de Utrechtse binnenstad te hebben gekocht, aan het Janskerkhof. Het gebouw wordt nu vertimmerd. Door vertraging van de verbouwwerkzaamheden gaan de masteropleidingen vanaf 1 september 2024 op een andere, nog niet bekende locatie van start. De universiteit hoopt dat het pand in december klaar is voor de masterstudenten en dat de eerste bachelorstudenten in 2025 de collegebanken in zullen schuiven.
Droomoptie
Pim Boven, sinds 2019 bestuurder en vanaf vorig jaar bestuursvoorzitter van de TUU, zegt desgevraagd dat de locatie Leidsche Rijn slechts een van de opties was voor de universiteit. Hij mailt het document ”Verkenning huisvestingsmogelijkheden Theologische Universiteit Kampen in Utrecht”, waarin de gemeente Utrecht in maart 2020 diverse panden in en rond de binnenstad als mogelijkheden noemt: aan het Kriekenpitplein, het Janskerkhof, het Domplein en de Maliebaan. „We hebben de PThU, maar ook de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht, steeds geïnformeerd op het moment dat wij iets zagen. Maar we kregen eigenlijk altijd het signaal −en dat zal ook in ons jaarverslag komen te staan− dat het niet lukte om de agenda’s naast elkaar te leggen en tot strategische samenwerking te komen. De generale synode had ons gevraagd om bij het vestigen in een nieuwe plaats naar samenwerking te zoeken.”
Dat daardoor ook de nieuwbouw aan het Berlijnplein niet doorging, vindt Boven „niet heel jammer”. „We hebben er serieus naar gekeken, maar meer dan een verkenning was het ook weer niet. Leidsche Rijn was geen lang gedroomde optie, maar voldoende interessant omdat op die locatie ook studentenhuisvesting kon worden gerealiseerd. We stonden daarnaast op een mailinglijst van de gemeente Utrecht, die ons verschillende gebouwen aanbood. We hebben ook opties verkend waarbij we het gebouw met een seculiere partner moesten delen.”
Het werd uiteindelijk een tijdelijk huurgebouw aan de Plompetorengracht, enkele honderden meters van het pand waar de PThU in september van start gaat. Boven ziet nog steeds mogelijkheden tot samenwerking tussen beide instellingen. Dat gebeurt ook al, zegt hij, bijvoorbeeld in de begeleiding van jonge promovendi en in wetenschappelijk onderzoek. „Dat loopt goed.”
De TUU adviseerde wel tegen de komst van een eigen bachelor van de PThU.
„Dat klopt. Daarin verschillen onze belangen. Als theologische universiteit van de Nederlandse Gereformeerde Kerken hebben we financieel een wat kwetsbare positie. Anders dan bij de PThU komt een deel van de bekostiging van de TUU uit de kerken. We zijn in aanvulling daarop behoorlijk afhankelijk van de bekostiging per student, die we van de overheid krijgen. Als er nóg een zelfstandige bachelor naar Utrecht zou komen, dan gaat dat ten koste van ons. De afgelopen twintig jaar verschenen er allerlei rapporten waaruit blijkt dat er te veel theologische opleidingen zijn. Het is dus de bedoeling dat dit er minder worden en niet meer. We zouden dus liever samenwerken in een bachelorprogramma.
Ons kortetermijnbelang is: we hebben de bekostiging van onze bacheloropleiding nodig. De PThU, die veel meer overheidsgeld krijgt, blijkbaar minder, want die heeft aangegeven desnoods haar eigen bachelor te betalen als de minister de aanvraag opnieuw afwijst.”
De TUU huurt een pand aan de Plompetorengracht. Nog op zoek naar een ‘koopwoning’?
„We zijn nu concreet met twee gebouwen bezig, maar het is nog te prematuur om daar iets meer over te zeggen. En ja, het gaat om panden in de Utrechtse binnenstad, want die plek bevalt ons goed.”
Verrast
Kees Boele, voorzitter van het college van bestuur van de PThU, bevestigt dat nieuwbouw in Utrecht een optie was. „De TUK heeft ooit een balletje opgegooid en plaatjes laten zien van Leidsche Rijn, met de suggestie: dit zou misschien iets voor ons samen kunnen zijn. Maar het plan kwam te vroeg. Wij maakten pas in 2021 de definitieve keuze voor een unilocatie en in april 2022 voor de stad Utrecht, waarna we in december dat jaar ons programma van eisen hebben vastgesteld. De Theologische Universiteit Kampen was veel verder in haar proces. Ons tijdspad liep dus niet gelijk.”
„„De PThU is door de TUK zeer voorbarig en zonder dat wij dat wisten gebruikt” ” - Kees Boele, bestuursvoorzitter PThU
Boele is dan ook „hooglijk verbaasd” over het RD-onderzoek. Hij constateert dat „de PThU door de TUK zeer voorbarig en zonder dat wij dat wisten gebruikt is in haar contacten met de gemeente Utrecht en Stadswaarde om haar doelen te bereiken. Zó concreet was het plan in Leidsche Rijn voor ons in het geheel niet.”
De PThU heeft samen met de TUU en de Universiteit voor Humanistiek besproken of ze als levensbeschouwelijke universiteiten samen een gebouw in de stad konden betrekken, zegt Boele. Maar ook dat liep volgens hem op niets uit, omdat de drie universiteiten niet allemaal even ver waren met hun verhuisplannen.
Ondanks het negatief advies van de TUU over de eigen bachelor van de PThU staan de deuren van Janskerkhof 12 volgens de bestuursvoorzitter „letterlijk en figuurlijk open” om samen te werken. „Natuurlijk, we betreuren het advies van de TUU. Wij, en ook de Protestantse Kerk in Nederland, hechten heel veel waarde aan een eigen bachelor, als toeleiding naar de predikantsmaster.”
De PThU bereidt dus een nieuwe aanvraag voor een eigen bachelor voor. Die wordt op 15 juni ingediend bij de zogenoemde commissie doelmatigheid, die vervolgens begin augustus met een advies komt. Op basis daarvan neemt de minister een besluit. Daarnaast moet de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie een oordeel geven over de kwaliteit van het curriculum en de samenhang van de opleiding. Als alle lichten op groen staan, kan de bachelor in september 2025 van start gaan. „Desnoods zonder rijksbekostiging.”