Nieuwe hersteloperatie box 3 is een feit na uitspraak Hoge Raad; miljardentegenvaller voor de overheid
De overheid wordt opnieuw met een miljardentegenvaller geconfronteerd vanwege de belasting op inkomsten uit vermogen. Pechvogels en geluksvogels tegen een gelijk, fictief rendement belasten is discriminatie, oordeelt de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft donderdag uitspraak gedaan in een vijftal zaken die gaan over box 3 van de inkomstenbelasting. In box 3 wordt inkomen uit spaargeld, beleggingen, vastgoed en andere vormen van vermogen belast. De financiële gevolgen van de uitspraak zijn verstrekkend: de overheid dient voor miljarden euro’s rechtsherstel te bieden.
De kiem voor de uitspraak is gelegd in het befaamde ”Kerstarrest”. December 2021 bepaalde de Hoge Raad dat spaarders jarenlang te veel belasting hebben betaald. De Belastingdienst werkte met een fictief rendement dat voor spaarders negatief uitpakte, omdat ze in werkelijkheid nauwelijks rente ontvingen.
Daarop heeft staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit) wetgeving ingevoerd waarmee alle spaarders die bezwaar hadden gemaakt vanaf 2017 alsnog werden gecompenseerd – de herstelwet. Ook sleutelde Van Rij een tijdelijke ”overbruggingswet” in elkaar die het oude box 3-stelsel vervangt. Op grond van beide wetten wordt het bedrag aan te betalen belasting nog steeds berekend op basis van een fictief, verondersteld rendement – zij het dat de wetgeving is verbeterd ten opzichte van het oude box 3-stelsel.
Spaarders zijn sindsdien uit de brand. Zij worden niet langer te hoog belast. Dat geldt echter niet voor onfortuinlijke beleggers. Het rendement dat zij behalen met hun aandelen, obligaties, vastgoed en andere vormen van vermogen kan in slechte jaren lager uitpakken dan de 5,38 procent −fictief, verondersteld rendement in 2018− waar de Belastingdienst van uitgaat.
Verhuurde appartementen
Nieuwe rechtszaken volgden. Een echtpaar −1,3 miljoen euro nettovermogen, bestaande uit banktegoeden, vorderingen, een tweede woning die incidenteel verhuurd wordt en twee verhuurde appartementen− beklaagde zich bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Geschilpunt: conform de herstelwet ging de fiscus uit van een fictief rendement van 5,38 procent over de ca. 11.000 euro aan VvE-reserves van het echtpaar. In werkelijkheid ligt het rendement over deze gelden vele malen lager, luidde de aanklacht.
Over deze en soortgelijke zaken ging het oordeel van de Hoge Raad. Daarin draait het om de vraag: voldoet Van Rij met zijn herstel- en overbruggingswet aan de eisen van het Kerstarrest? Mag er belasting worden geheven op basis van een fictief rendement?
Nee, luidt het antwoord van de Hoge Raad. Als belastingheffing op basis van een fictief rendement nadelig uitpakt voor de burger, is dat juridisch niet toegestaan. Het is discriminerend om beleggers met een bovengemiddeld rendement −geluksvogels− tegen hetzelfde, fictieve rendement te belasten als beleggers met een benedengemiddeld rendement – pechvogels. Deze conclusie is gegrond op het discriminatieverbod en het eigendomsrecht zoals vastgelegd in het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM).
De Hoge Raad veegt daarmee de tegenwerpingen van staatssecretaris Van Rij beslist van tafel. Van Rij is van mening dat een fictief, verondersteld rendement is toegestaan, mits dit de werkelijkheid zo goed mogelijk benadert. Daarvoor beriep de staatssecretaris zich op het Kerstarrest, waarin de Hoge Raad deze notie eveneens aan de orde stelde. Verder speelde de uitvoeringscapaciteit van de belastingdienst een belangrijke rol bij de keuze voor rechtsherstel op basis van een fictief rendement.
Formulier
De Hoge Raad draagt de overheid op om rechtsherstel te bieden aan belastingbetalers die worden benadeeld door het fictieve rendement. Iedere belastingplichtige die meent dat hij door deze werkwijze te veel belasting betaalt, zal in staat worden gesteld aan te tonen dat zijn of haar rendement in werkelijkheid lager uitvalt.
Vooral beleggers die een slecht jaar hebben gehad, zullen van de mogelijkheid gebruik maken. Zij zullen een formulier moeten invullen waarmee ze hun werkelijk rendement in een bepaald jaar kunnen aantonen. De staatssecretaris heeft dit formulier in voorbereiding op de uitspraak van de Hoge Raad al laten ontwerpen.
De hersteloperatie zal het nodige van de fiscus vergen. Het gaat in potentie om honderdduizenden aanslagen, bezwaarschriften en verzoeken om vermindering, liet Van Rij al eerder weten. In afwachting van het advies zijn de belastingaanslagen van vermogenden met meer dan alleen spaargeld over de jaren 2021, 2022 en 2023 nog niet definitief gemaakt. De staatssecretaris beloofde −om bezwaren te voorkomen− hun aanslagen in lijn met de uitspraak van de Hoge Raad af te handelen.
Ambtenaren rekenden eerder uit dat de hersteloperatie 4 miljard euro gaat kosten. Daarbij plaatsten ze echter de kanttekening dat dit een „zeer onzekere raming” is, die zowel hoger als lager kan uitvallen.
Verder zal de staatssecretaris belastingplichtigen ook de komende jaren de mogelijkheid moeten bieden om belasting te betalen over het werkelijk behaalde rendement. Een soortgelijke regeling kost 1 miljard euro per jaar. Deze kostenpost zal zich blijven voordoen, zolang er geen nieuwe box 3-wet van kracht is.
Tot slot zal de nieuwe box 3-wet die staatssecretaris Van Rij in concept klaar heeft door de uitspraak minimaal een jaar vertraging oplopen. Deze wet kan op z’n vroegst per 2028 ingaan. De belastingdienst moet nu eerst prioriteit geven aan de hersteloperatie.