Leer informatie verwerken zoals middeleeuwer deed
Hoe kwamen mensen uit een ver verleden aan inzicht? Hoe vergrootten zij hun kennis? En wat kunnen wij vandaag van hen leren? Iemand als Augustinus kan ons de weg wijzen te midden van de vele informatiestromen van nu.
In de oudheid en de middeleeuwen kenden mensen twee manieren om aan informatie te komen: mondeling of via met de hand geschreven tekst. Pas in de vijftiende eeuw zou in Europa de boekdrukkunst geïntroduceerd worden.
Beide vormen van kennisverspreiding (mondeling en handgeschreven) houden risico’s in. Mondelinge overlevering is niet altijd betrouwbaar. Met de hand schrijven is tijdrovend en daardoor duur. Wie wel eens geprobeerd heeft een tekst met de hand te kopiëren, weet dat schrijffouten onvermijdelijk zijn. Bovendien zijn het niet alleen toevallige fouten die de tekst veranderen. Elke nieuwe handgeschreven kopie kan een aangepaste tekst bevatten. Al met al was informatie in de oudheid en de middeleeuwen schaars.
Hetzelfde probleem
Kennisverspreiding in de 21e eeuw werkt totaal anders. We hebben talloze mediakanalen. Informatie bereikt ons niet alleen in gedrukte vorm maar ook (zelfs vooral) online. Toch delen we met de mensen van toen fundamenteel hetzelfde probleem: hoe weten we wat en wie we kunnen vertrouwen?
In het nieuws verschijnen regelmatig berichten over artificial intelligence (AI). Het gaat in die berichten over rekenmodellen die bepalen wat we te zien krijgen op sociale media, over chatbots die gevaarlijk advies geven, over video’s of audioberichten die echt lijken maar nep zijn (deepfake).
In de handgeschreven boeken uit de middeleeuwen was op het oog duidelijk dat er een kopiist bezig was geweest, iemand die de tekst letterlijk door zijn of haar handen had laten gaan. Vandaag is het vaak niet duidelijk wie de auteur is, wie de opdrachtgever, wie het beoogde publiek. Hoe moeten we omgaan met de manieren waarop informatie ons wordt aangeboden? Hier kunnen we leren van onze verre voorouders.
De middeleeuwen worden vaak gezien als een tijd van goedgelovigheid, van kritiekloos overnemen, van conservatieve denkers. Dat is, vanuit onze informatieoverdaad, gemakkelijk gezegd. Maar hoe zou u het doen zonder internet? Zonder kranten die u dagelijks op de hoogte houden van wat er in de wereld gebeurt? Zonder navigatie die u de weg wijst? Zonder zelfs maar pen en papier in huis om een boodschappenlijstje te maken?
Bij gebrek aan toegang tot informatie namen middeleeuwers de tijd. Tijd om te bespreken, te bediscussiëren. Men verwees daarbij wel naar autoriteiten uit de Vroege Kerk, grote namen zoals Augustinus en Hiëronymus.
Augustinus
In een preek analyseert Augustinus de passage over de brandende doornstruik (Exodus 3): „En de Engel van de HEERE verscheen hem in een vuurvlam uit het midden van een doornstruik. (…) Toen de HEERE zag dat hij ging kijken, riep God tot hem uit het midden van de doornstruik en zei: Mozes, Mozes! Hij zei: Zie, hier ben ik!”
Augustinus zegt hierover: „Het feit dat degene die tot Mozes sprak zowel de engel van de Heer als de Heer wordt genoemd, werpt een groot probleem op, dat niet vraagt om overhaaste uitspraken maar om zorgvuldig onderzoek. Er zijn twee meningen die naar voren gebracht kunnen worden, waarvan elk van beide waar kan zijn, omdat ze allebei binnen het geloof passen. Als ik zeg dat elk van beide waar kan zijn, bedoel ik welke van de twee door de schrijver bedoeld was. Wanneer we de Schrift onderzoeken, kunnen we deze natuurlijk begrijpen op een manier waarop de schrijver dat misschien niet deed; maar wat we nooit moeten doen is ze begrijpen op een manier die niet strookt met de regel van het geloof, met de regel van de waarheid, met de regel van vroomheid. Dus ik leg u beide meningen voor. Er is misschien nog een derde, die me ontgaat. Hoe dan ook, kies uit deze twee stellingen welke u wilt.”
De doordachte en doelbewuste analyse die hieruit spreekt en de nederige houding die Augustinus aanneemt, karakteriseren zijn stijl van preken. Zijn preken gunnen ons een blik op de voedingsbodem van zijn ideeën, het proces waarin ze tot stand kwamen. De haast mythische autoriteit die kerkvaders als Augustinus gekregen hebben, verhult een belangrijk feit: hun ideeën, hun principes en hun visie op het christendom kwamen tot stand in debat, in dialoog, in discussie met tijdgenoten die vaak totaal andere meningen hadden.
We moeten niet vergeten hoe kostbaar deze zeldzame inzichten zijn in de denkwereld van mensen die lang geleden leefden. Wat we van Augustinus nog weten, hebben we omdat het gedurende meer dan duizend jaar met de hand is overgeschreven. Keer op keer hebben mensen uit het verleden de bewuste keuze gemaakt om zijn teksten te bewaren. Elk stukje kennis uit het verleden heeft deze zelfde reis moeten maken, van hand tot hand.
Niet neutraal
We hebben de neiging om de premoderne tijd, en dan vooral de middeleeuwen, als een donkere, onkritische periode te bestempelen. We moeten echter uitkijken dat wij, te midden van een overvloed aan informatie, niet evenzeer of erger in het duister tasten, niet evenzeer of erger onkritisch zijn. De informatie die ons zo rijkelijk aangeboden wordt, is niet neutraal, niet gratis. Als wij niet zelf voor informatie betalen, dan betaalt iemand anders voor onze aandacht. In de informatievoorziening vandaag is sensatie daarom vaak belangrijker dan kwaliteit, snelheid belangrijker dan nauwkeurigheid. Rekenmodellen willen onze aandacht vasthouden en bieden dus aan wat we leuk of interessant zullen vinden. Zo krijgen we uiteindelijk alleen nog maar te zien wat ons eigen wereldbeeld bevestigt en niet langer die informatie die onze visie zou kunnen bijsturen.
We hebben daarom een kritische houding nodig. Een productieve dialoog, een echt gesprek om het standpunt van de ander te begrijpen. Ons wereldbeeld mag niet gevormd worden louter door de informatie die ons wordt aangeboden. Neem de zoekende houding van de middeleeuwer over. Neem de tijd om een oordeel te vormen. Wik en weeg informatie en wees alert op hoe die informatie je bereikt. Ga bovenal actief op zoek naar andere meningen. Omarm het plezier van moeizaam verworven inzicht.
De auteur is universitair docent middeleeuwse geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze leidt een Europees project over de inzet van AI voor het ontsluiten van erfgoedcollecties. Dit artikel is gebaseerd op haar voordracht voor de Oude Kerk-gemeente te Amsterdam, in het kader van het initiatief ”Het Hoge Woord”, waarbij vertegenwoordigers van onder meer de politiek en de cultuur als spreker worden uitgenodigd.