Waar vinden we nog rust in de hectiek?
Veel mensen snakken in onze jachtige en gehaaste maatschappij naar rust. Maar waar vinden ze die? We kunnen slecht met leegte in het leven omgaan, dat is het probleem.
We leven in een bezeten wereld, en we weten het. De woorden die historicus Johan Huizinga in 1935 schreef, hebben nog niks aan kracht ingeboet. Veel mensen voelen zich opgejaagd, uitgeput en opgebrand.
En de toekomst zag er nog wel zo zonnig uit. Al in 1930 had de Britse econoom Keynes voorspeld dat een 15-urige werkweek gebruikelijk zou worden. In de jaren vijftig en zestig leken we inderdaad toe te groeien naar een ”vrijetijdssamenleving”. Dankzij de techniek zouden we veel minder tijd aan werk en huishouden kwijt zijn. De wasmachine deed de was, de auto verkortte afstanden en kleren hoefde je niet meer zelf te maken.
Maar niets is minder waar geworden, schrijft socioloog Tanja van der Lippe in ”Waar blijft mijn tijd?” Zij is voorzitter van de Sociaal-Wetenschappelijke Raad en deed dertig jaar onderzoek naar tijdsbesteding en tijdsdruk in allerlei Europese landen. In dit boek, dat dit voorjaar verscheen, vat ze haar conclusies samen.
In Nederland kampt een op de zes werkenden met burn-outklachten, hoewel er geen Europees land is waar mensen zo weinig tijd besteden aan betaald werk, huishoudelijk werk en zorg als Nederland, geeft Van der Lippe aan. Vooral hoger opgeleiden en jongeren kampen met werkdruk.
Ze noemt drie oorzaken die ervoor zorgen dat we zuchten onder tijdsdruk: we willen zo veel, we moeten zo veel en we kunnen zo veel. Het ”moeten” wordt ons vooral opgedrongen door onze omgeving, stelt Van der Lippe. Want moeten is nu eenmaal de norm. Eeuwenlang bepaalde de christelijke religie het leven van de Nederlanders. De kerken waren op zondag gevuld en vaak waren er ook op andere dagen van de week religieuze activiteiten. Het geloof gaf structuur aan ons bestaan. Maar tegenwoordig bepaalt vooral ons werk onze identiteit. En ook de manier waarop we onze vrije tijd invullen geeft zin aan ons bestaan. „Druk zijn geeft ons status”, vat Van der Lippe samen. Ter illustratie: elk jaar laten Nederlanders bijna 100 miljoen vakantiedagen ongebruikt.
De christelijke stiltetrainer Mirjam van der Vegt onderschrijft die conclusie in ”De kracht van rust”, dat onlangs werd uitgeroepen tot beste spirituele boek van 2021. Ze haalt de Amerikaanse journalist Derek Thompson aan, die spreekt van een nieuwe religie, genaamd ”werkisme”. „Onze bureaus zijn onze altaren geworden.” Haast je, want je droombaan ligt om de hoek!
De technische mogelijkheden zorgen er volgens Van der Lippe voor dat we altijd ‘aan’ staan. Alles gebeurt in het nu. „We zijn 24/7 te bereiken, kunnen op elk moment informatie tot ons nemen, checken doorlopend onze berichten en zorgen steeds weer voor nieuwe updates.” Er is zo veel keuze, dat het steeds moeilijker wordt om echt te kiezen. De voortdurende alertheid die nodig is om van het ene naar het andere te schakelen, maakt dat we ons druk voelen.
Want we wíllen ook nog eens alles. Nederlanders eten graag als gezin met elkaar, het liefst elke dag op dezelfde tijd. En ze willen op vaste momenten slapen en werken. Maar er zijn tal van activiteiten waarvoor vaste tijden, regelmaat en ritme niet langer vanzelf spreken. Alles bij elkaar genoeg om in de stress te schieten.
Zoektocht naar rust
Veel mensen zoeken naar manieren om onder de druk en de stress die ze ervaren uit te komen. Er is een hele markt ontstaan met aanbieders van dat ene, schaarse product: rust. Volgens socioloog Van der Lippe vonden kort voor de laatste eeuwwisseling acht op de tien Nederlanders dat mensen meer tijd moesten hebben voor reflectie en bezinning.
Liever dan minder te gaan werken zoeken veel mensen naar kortstondige rustpunten in hun bestaan. Vergeleken met 1990 gaan Nederlanders bijvoorbeeld vaker, maar ook korter op vakantie. Even een lang weekend weg is ook populair. Anderen trekken zich voor korte tijd terug in een klooster om zich op te laden voor de volgende etappe van de ratrace die onverbiddelijk wacht.
Jachtige mensen grijpen naar meditatie, mindfulness, stiltetrainingen, oosterse wijsheid en yoga om stress en overbelasting tot hanteerbare niveaus terug te dringen. Jaarlijks trekken zo’n 10.000 jongeren uit allerlei landen naar de oecumenische gemeenschap in het kleine Franse plaatsje Taizé om tot rust komen bij een basaal leven van kamperen en corveediensten.
Anderen zoeken rust in wandelen of muziek beluisteren. Apps, boeken en cursussen om hen daarbij te helpen zijn niet aan te slepen. Niet voor niets werd Mirjam van der Vegts ”De kracht van rust” spiritueel boek van het jaar. Want ergens is er wel het besef dat almaar doorrennen ten diepste niet bevredigt.
De eerste waarde die lijdt onder tijdsdruk is tijd nemen voor zingeving, constateert Van der Lippe dan ook. „Wanneer iedereen druk is blijft er geen tijd meer over om bij dingen stil te staan. Het is dan moeilijk een zinvol bestaan op te bouwen.” Het probleem is dat we tegenwoordig slecht met leegte in het leven kunnen omgaan. „Het woord ”verveling”, dat staat voor een gevoel dat ook inspiratie en zingeving kan geven, komt niet langer in ons woordenboek voor. We zijn er misschien ook wel bang voor.”
Voor christenen kan ook de calvinistische arbeidsethos meespelen. Hard werk wordt dan gezien als een nuttige, zinvolle bezigheid. Ledigheid is immers des duivels oorkussen.
Toch zijn rustpauzes in het leven onmisbaar, benadrukt Van der Vegt in ”De kracht van rust”. „Wanneer je in je leven vooral steeds op het gaspedaal drukt, is het lichaam zelfs in rust nog aan het werk.”
Even niks doen of dagdromen is ook heel nuttig, stelt Van der Vegt. Dat geeft ons brein de tijd om opgedane informatie goed te verwerken. Af en toe uit het raam staren, is ook nog eens heel goed voor het archiverende brein. „Veel mensen komen tot de meest briljante ideeën tijdens de drie b’s: bed, bad en bus.”
Daarnaast is het van belang om dingen met aandacht te doen, geeft Van der Vegt aan. Concentreer je op één ding en doe dat goed. Zit bijvoorbeeld niet in gedachten bij een volgend onderwerp, als je met iemand praat. Werk is werk, vrije tijd vrije tijd. De Deense filosoof Sören Kieregaard schreef een boek met de titel ”Onverdeeld één ding te willen”. Het ligt bij Van der Vegt op het nachtkastje.
Vindplaats van rust
De kunst is dat we ons werk niet vermijden, maar dat we een goede wisselwerking ontwikkelen tussen rust en werk. Mirjam van der Vegt verwijst in ”De kracht van rust” naar Prediker 4:6: „Een hand vol met rust is beter dan beide de vuisten vol met arbeid en kwelling des geestes.”
Maar waar doen we het precies voor? Voor een goed gevoel? Om voldoende energie te hebben om nóg meer goederen te verzamelen? Om de ratrace vol te houden? De Bijbel leert dat we niet alleen voor onszelf op deze wereld zijn. We worden geroepen om God lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf. En juist daarom is het van belang dat we niet alleen lichamelijk maar ook mentaal gezond zijn, innerlijke rust ervaren; op die manier ontstaat er ruimte om er voor anderen te zijn, en worden we ontvankelijker voor Gods stem.
Wat dat betreft biedt de christelijke traditie veel waardevols. Het begrip contemplatio bijvoorbeeld, het diepe bidden of mediteren dat in de kloosters werd toegepast. „Je laat je eigen gedachten los om de hogere gedachten van God op het spoor te komen”, vat Van der Vegt samen. Het plannen van ”stille tijd” kan hierbij helpen, bij voorkeur vroeg in de ochtend.
Onlosmakelijk hiermee verbonden is het aandachtig lezen van de Bijbel: lectio divina. Je leest de tekst langzaam en meerdere malen met de bedoeling om de waarheid uit de tekst tot je te laten doordringen. „Slow reading als tegengif voor alle snelheid waarmee we alles tegenwoordig tot ons moeten nemen”, aldus Van der Vegt. „Het gaat om ontvankelijk lezen met het hart. Het is niet de bedoeling dat jij de tekst jouw vragen oplegt, maar andersom: de tekst mag vragen aan jou stellen.”
Momenten van rust en stilte zijn een waardevol geschenk, dat we niet onuitgepakt moeten laten. Het is veelzeggend dat God na de zes scheppingsdagen op de zevende dag rustte. Dat had Hijzelf niet nodig, maar daarmee gaf Hij structuur aan het leven, een ritme van inspanning en ontspanning, van bewerken en bezinnen.
Daarbij is het heilzaam genoegen te nemen met genoeg. We hebben op aarde geen blijvende stad. Van der Vegt zegt het heel mooi: „Hoe meer bezittingen je kunt verliezen, hoe meer je je best gaat doen om die veilig te stellen.” De kunst is volgens haar om vooral een ”zaaimentaliteit” te ontwikkelen, en niet al te zeer te focussen op het oogsten, het binnenhalen. Zaaien houdt in dat we onze zekerheden loslaten, op hoop van zegen. „De mens ontvangt het zaad en mag dat zaaien, de oogst is aan God en daar mag je je over verwonderen”, aldus Van der Vegt. Dat geeft rust en ontspanning.
De wal lijkt het schip inmiddels wat te keren. Socioloog Van der Lippe ziet in onze prestatiegerichte samenleving een tegengestelde beweging opkomen. Er zijn jongvolwassenen die juist meer rust en ruimte nemen. Jongeren bij wie het níét draait om succesvol te zijn, in elk geval nu niet. „Het is nog geen trend, maar deze groep is wel groeiende.” De socioloog ziet zelf, zij het mondjesmaat, gezinnen waar de vrouw weer bewust thuisblijft om voor de kinderen te zorgen.
We leven nu eenmaal niet bij brood alleen.