Vijftig jaar Gelderse Kerken

Arjen Woudenberg: Kerk is een bezield gebouw

In een mooie bocht van de oude Hessenweg die van Arnhem naar het oosten loopt, tot ver in Duitsland, staat de Sint-Joriskerk te Drempt. Sinds 2012 is de kerk eigendom van Stichting Oude Gelderse Kerken. De stichting bestaat vijftig jaar.

Jan van 't Hul
1 June 2024 12:35Gewijzigd op 1 June 2024 17:06
De Sint-Joriskerk in het Gelderse Drempt. beeld Sjef Prins
De Sint-Joriskerk in het Gelderse Drempt. beeld Sjef Prins

Buiten de kerk ligt het geduldig wachtende kerkhof. Daar heersen weemoed en gemis, als het gaat over hen die nooit vergeten zijn, hen die zijn liefgehad. Hier en daar ligt een verse hoop zand met een bloemetje er op. Buiten de kerk kunnen Dremptenaren verwijlen bij het voorgeslacht, binnen kan men troost zoeken, kracht putten of de stilte ervaren. Men kan hier ook om de week op zondagmorgen luisteren naar de Woordbediening, als de protestantse gemeente Drempt en Oldenkeppel bijeenkomt.

Houten visjes

De kerkruimte is hoog. Losse banken staan op oude plavuizen. Aan een van de muren hangt een bord met houten visjes. Iedere dopeling sinds 1997 kreeg een visje met zijn of haar naam erop.

In een hoek van de kerkruimte staat een enorme luidklok uit 1646. Op de orgelgalerij bevindt zich een orgel afkomstig uit de Grote of Eusebiuskerk te Arnhem. Het is gebouwd in 1777. De bouwer is onbekend gebleven.

„Dit is allemaal historie, bijna duizend jaar oud”” - Bertjan Agterberg, gepensioneerd tandarts

Langs de kerkmuur staat een vitrinekast met oude foto’s. De preekstoel heeft plaatsgemaakt voor een klein spreekstoeltje. Daarop ligt de Bijbel open bij Mattheüs 25: „Alsdan zal het Koningrijk der hemelen gelyk zijn tien maagden, welke hare lampen namen en gingen uit, den bruidegom te gemoet.”

Beeldbepalend

Aan een tafeltje in een van de zijbeuken zitten Bertjan Agterberg en Arjen Woudenberg. Agterberg (71), gepensioneerd tandarts, is de buurman van de kerk en lid van de commissie die zorgt voor exploitatie en beheer van het kerkgebouw. Woudenberg (63) is sinds 2020 directeur van Gelderse Kerken, zoals de stichting zich inmiddels noemt .

Wat boeit buurman Agterberg in deze kerk? „Dit is allemaal historie, bijna duizend jaar oud. Deze kerk is beeldbepalend voor de omgeving, voor het dorp en voor de geschiedenis. Dit is dus wel de moeite waard om goed voor te zorgen.”

Agterberg is zelf geen kerklid. „Maar evengoed waardeer ik deze kerk. Dit gebouw is van de plaatselijke gemeenschap. Nu deze kerk zijn oorspronkelijke functie grotendeels verloren is, is het van belang dat dit zinvol gebruikt blijft worden.”

Arjen Woudenberg (l.) en Bertjan Agterberg in de Sint-Joriskerk in Drempt. beeld Sjef Prins

Halve eeuw

Vijftig jaar geleden werd Stichting Oude Gelderse Kerken opgericht. Woudenberg: „Dat was op 27 november 1974. Ik was toen 13 jaar. De initiatiefnemers van de stichting zagen wat er om hen heen gebeurde. De ontkerkelijking in Nederland sloeg toe. Mensen gingen steeds minder naar de kerk. De eerste kerken kwamen leeg te staan, verloren hun primaire bestemming. De vraag rees: wat doen we met de gebouwen die leeg komen te staan?”

Vandaar de oprichting van de stichting. Dat gebeurde in samenwerking met de provincie Gelderland. Woudenberg: „Ook op het provinciehuis zagen ze natuurlijk wel dat het kerkbezoek afnam, dat het niet goed ging met de kerken, en dus ook niet goed met al die monumentale gebouwen in de provincie. Kerken slopen, dat kon niet, dat mocht natuurlijk ook niet, want het gaat vaak om rijksmonumentale gebouwen. Sindsdien is er gezocht naar manieren om oude kerkgebouwen te bewaren en nieuwe bestemmingen te geven.”

„ Veel Gelderse kerken hebben een ziel, zitten vol met emotie. Ze stáán ergens voor”” - Arjen Woudenberg, directeur Gelderse Kerken

Woudenberg is kerkelijk opgevoed. Vroeger zat hij zondags in de kerk vol verbazing om zich heen te kijken, naar de preekstoel, naar alle pijpen van het orgel, naar de mooie ramen en al die mensen. Inmiddels noemt hij zichzelf „geen praktiserend gelovige meer”. De liefde voor een kerkelijk gebouw is echter altijd gebleven: „Een kerk is een bezield gebouw. Veel Gelderse kerken hebben een ziel, zitten vol met emotie. Ze stáán ergens voor. Waarvoor? Voor gemeenschapszin, voor solidariteit, voor ontmoeting met elkaar. Een kerk vertelt de verhalen van de mensen die hier al eeuwenlang binnengekomen zijn. Religie heeft in hoge mate de ontwikkeling van Nederland bepaald. Op ons rust nu de verantwoordelijkheid om voor de gebouwen te blijven zorgen. Zo’n kerk als deze Sint Joris mag niet op slot. En ja, dat kost geld. En ja, dat kost moeite.”

Trampoline

Gelderse Kerken zoekt passende activiteiten voor leegstaande kerken. Wat is passend? „Alles wat maatschappelijk, cultureel en sociaal bepaald is. Dat is passend. Dan gaat het om tentoonstellingen, kunstexposities, lezingen, concerten, familiebijeenkomsten, bedrijfspresentaties, recepties en gemeenschappelijke dorpsmomenten. Een houseparty past hier niet, want de akoestiek leent zich daar niet voor. En een erotische beurs past hier niet omdat we dit gebouw zijn karakter niet willen afpakken. Daarvoor heeft zo’n kerk veel te veel meegemaakt. Een kerkgebouw is geen doos waar je alles maar mee doen kunt. We maken er dus ook geen trampolinehal van; hoewel, als we schoolkinderen in de kerk kunnen krijgen door er tijdelijk een trampoline neer te zetten, dan vind ik dat prima. Als de kerk maar niet verloren gaat, want het behoud van een kerkgebouw is van belang voor de leefbaarheid in dorpen en steden.”

Met de stichting gaat het goed, vindt Woudenberg. „We krijgen het steeds drukker, ook al is dat misschien geen goed teken. Het is wel realiteit. Er komen steeds meer kerken leeg te staan en dus krijgen we steeds meer werk. Ik word iedere maand wel een keer gebeld door iemand die bang is dat zijn kerk op straat komt te staan. En ik denk dat dat in de toekomst nog steeds vaker zal gaan gebeuren. Kerkverlating is een feit. Maar niemand wil dat zijn kerk verdwijnt of verloedert.”

Karel de Groote

In de consistoriekamer van de Dremptse kerk staat een groot tekstbord met de woorden: ”Volgens overlevering is deze kerk gesticht in de negende eeuw door keizer Karel de Groote”. In het koor van het bedehuis ligt een groot tapijt op de stenen vloer. Er staat een zwarte piano, en ook nog een houten kruis tegen de muur.

Woudenberg, tevreden rondkijkend: „Zo’n kerk als deze Sint Joris, daar kom je toch niet aan. Daar blijf je toch vanaf. Dit is een pareltje.”

„Zo’n kerk als deze Sint Joris, daar kom je toch niet aan. Daar blijf je toch vanaf. Dit is een pareltje.”” - Arjen Woudenberg, directeur Gelderse Kerken

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer