„Grote invloed elite op protestants kerkinterieur”
GROENLO. „In geen enkele christelijke traditie was de invloed van de elite in de inrichting van de kerkgebouwen zo groot als in de calvinistische.” Dat zei dr. Justin Kroesen vrijdag tijdens het jubileumsymposium van de Stichting Oude Gelderse Kerken (SOGK) in de Oude Calixtuskerk in Groenlo.
Bij de viering van het veertigjarig bestaan van de SOKG was ook Cornielje, de commissaris van de Koning in Gelderland, aanwezig. Hij kreeg, samen met een aantal wethouders, uit handen van SOGK-voorzitter drs. Annelies van der Kolk de uitgave ”Kijk een kerk!” aangeboden. Dit werkblad voor kinderen komt in alle tien de monumentale kerken van de SOGK te liggen. Ook andere kerken in Gelderland die hun deuren in de zomer openstellen voor toeristen kunnen er gebruik van maken.
Dr. Kroesen, universitair docent kunstgeschiedenis van het christendom aan de Rijksuniversiteit Groningen, gaf een presentatie over het interieur van een groot aantal Gelderse kerken. Na een eerste gedeelte over overblijfselen van middeleeuwse elementen kwam hij op reformatorische onderdelen in Gelderse kerkinterieurs. In dat verband besprak hij de zichtbare aanwezigheid van een elite in de kerk.
„Een kenmerk van het protestantse kerkinterieur is de grote invloed van de adel”, zei dr. Kroesen. „Dat blijkt duidelijk uit een vergelijking van Nederlandse protestantse kerkinterieurs met die in andere tradities. Nergens was de maatschappelijke elite zo zichtbaar aanwezig in de kerkruimte als in het Nederlandse calvinisme van de 17e en de 18e eeuw. Veel kerken veranderden daardoor na de Reformatie niet alleen in een huis voor het Woord maar ook in een huis voor de elite – hier in Gelderland doorgaans de adel.”
Hij noemde de herenbanken die hij –in Friesland meer dan in Gelderland– tegenkwam. „Tegenover de preekstoel stond vaak een forse herenbank die bestemd was voor de lokale adel. Deze situering vormde een treffende afspiegeling van de verhouding tussen het wereldlijke en het geestelijke gezag, ofwel tussen de adel en de voorname boeren aan de ene kant en de dominee en de kerkenraad aan de andere.”
Verder verwees hij naar diverse praalgraven in Gelderse kerken. Zo staat er in het koor van de Grote Kerk in Culemborg een gebeeldhouwde marmeren graftombe van Catharina Alida van der Dussen dat dateert uit de achttiende eeuw. Uit de zeventiende eeuw stammende praalgraven zijn te vinden in de kerken van Echteld, Rijswijk (Gld.) en Geldermalsen.
Dr. Kroesen gaf ook aan hoe de elite een vooraanstaande plaats kon krijgen: door geld en invloed. „Het kerkbestuur en de diaconie van de Grote Kerk in Culemborg kregen ieder een vorstelijke bedrag van 2000 gulden voor het toestaan en plaatsen van een graftombe, onder de voorwaarde dat die daar voor altijd moest blijven staan.”