Ingrijpende maatregelen nodig om zoetwatertekort te voorkomen
De landbouw, de industrie en de scheepvaart krijgen de komende jaren te maken met ingrijpende maatregelen om toenemende zoetwatertekorten tegen te gaan.
Dat schrijft demissionair minister van Verkeer en Waterstaat, Mark Harbers, in een brief die hij vrijdag naar de Tweede Kamer stuurde.
Nederland gebruikt de grootste hoeveelheid water om de verzilting vanuit de Noordzee tegen te gaan. Dat moet mogelijk anders. Verder denkt Harbers aan verhoging van grondwaterstanden en een hoger waterpeil in het IJsselmeer, de grootste zoetwaterbuffer van ons land.
Enkele maatregelen die de bewindsman noemt: soms zal een hoger zoutgehalte in bepaalde gebieden nodig zijn; soms zijn schutbeperkingen – beperkingen van de bedieningstijden van sluizen – noodzakelijk, waardoor de scheepvaart minder vaak door sluizen heen kan.
Verder moet Nederland in de toekomst het extra regenwater uit de nattere winters beter vasthouden in de bodem of in waterbergingen. Dit kan leiden tot een groter risico op wateroverlast en het kan effect hebben op andere watervragers zoals boeren en industrie.
Tot nu toe bestaat de aanpak van het zoetwatertekort vooral uit het optimaliseren van het watersysteem. Bijvoorbeeld door het nemen van maatregelen bij stuwen en sluizen, zodat het zoete water niet meteen wegstroomt. Deze aanpak is volgens de minister niet langer toereikend
Minister Harbers: „In 2018 en 2022 zaten we op het randje van wat Nederland nu aankan. De rivieren stonden zo laag dat schepen nauwelijks meer konden varen, veel boeren konden hun gewassen niet meer besproeien en de natuur droogde uit. Deze extreme zomers worden richting 2100 het nieuwe normaal. Nederland moet zich daarop voorbereiden.”