Met hun gezin vluchtten ze twee jaar geleden uit het door Russische raketten bestookte Lviv. In Groot-Ammers bouwden Evelina (17), Solomiya (16) en Liana (14) een nieuw bestaan op. Hoe gaat het nu met de drie zussen?
Hoewel hun voormalige woonplaats, de West-Oekraïense stad Lviv, ver van het oorlogsfront ligt, ervoer het gezin Yuzviak de gevolgen van de Russische inval aan den lijve. Kort na een raketaanval op 18 april 2022 besloot het gezin –vader, moeder, negen van de elf kinderen– te vluchten. „Het ging ook minder met de economie. Onze vader was zijn werk als bankier kwijt”, licht Evelina toe. Solomiya: „En na 22.00 uur moet je binnenblijven. Dat is nog zo.”
Het gezin kwam terecht in Groot-Ammers, 1500 kilometer van Lviv vandaan. Ze wonen nu in een voormalig schoolgebouw. Niet altijd praktisch. Zo hebben ze niet veel ruimtes tot hun beschikking en daarom verdelen ze de lokalen met behulp van kasten in stukken. Evelina: „Soms kun je geen stille plek vinden om je huiswerk te doen. Dan ga ik maar ergens in een hoek zitten, met een koptelefoon op. Maar de school staat wel op een mooie plek, langs de Lek.”
Het gezin was in Oekraïne lid van een baptistengemeente. Nu bezoekt het elke zondagmiddag een Oekraïense kerkdienst in de Bethelkerk in Werkendam. ’s Ochtends houden ze als gezin zelf een dienst door samen te zingen en uit de Bijbel te lezen.
Op zondagavond gaan ze vaak evangelisatiekranten en Bijbels uitdelen onder Oekraïense vluchtelingen, bijvoorbeeld in Dordrecht. Verschillenden van hen wonen nu ook de diensten in Werkendam bij. Evelina: „Sommigen komen omdat ze de muziek leuk vinden, anderen waren zelf al christelijk.”
Racen
Hoe is het om je huis en vriendinnen in één keer kwijt te zijn? Solomiya: „ Eerst was het moeilijk. Ik wilde elke dag naar huis. Dat duurde bijna een jaar. Maar nu gaat het beter; ik mis Oekraïne niet meer zo.”
Bij Liana was het andersom: „De eerste tijd miste ik Oekraïne nog niet zo. Je begrijpt eigenlijk niet wat er gebeurt, het gaat allemaal zo snel ineens. Je racet naar Nederland en denkt: wow, leuk. Maar na vijf maanden wilde ik graag terug naar mijn vrienden in Oekraïne. Inmiddels ben ik…” Ze kijkt haar zus vragend aan en noemt een Oekraïens woord. Evelina: „Gewend.” „Ja, gewend”, zegt Liana.
Evelina: „Ik vond het niet heel erg. Het was wel lastig dat ik moest stoppen met mijn medische opleiding. Ik zat in het eerste jaar. Op afstand doorgaan was geen optie. Het is vooral moeilijk dat je weer vanaf nul moet beginnen. Met taal, rekenen, alles. En we missen onze familie.”
„Het is moeilijk dat je met alles weer vanaf nul moet beginnen” - Evelina (17), Oekraïense vluchtelinge
Gomarus
De meisjes gaan in Nederland naar school. Solomiya en Liana zitten op een Internationale Schakelklas (ISK) in Gorinchem. Solomiya krijgt in juli haar diploma voor de Nederlandse taal en kiest daarna een vervolgopleiding. Evelina liet de ISK al achter zich, zit op het mbo en start komend schooljaar met de opleiding business assistant (mbo niveau 3).
Liana gaat sinds kort voor drie dagen per week naar de Gomarus scholengemeenschap om daar het vak zorg en welzijn te volgen. Volgend jaar mag ze er de hele week heen. Hoe vindt ze het tussen de reformatorische scholieren? Solomiya: „Ze kwam de eerste dag heel blij thuis uit school.” Liana: „De klassen zijn gezellig, de leerlingen vriendelijk.” Evelina: „Op de Gomarus is een dresscode: de meisjes dragen rokken. Dat is leuk. Ik vind het mooi dat iedereen er daar netjes uit ziet.” Liana: „Ik ook.”
Door het schoolleven spreken de meisjes na twee jaar al een aardig mondje Nederlands. Liana: „Toen we net in Nederland waren, zeiden we op alle vragen gewoon maar „Ja, ja, ja””. Evelina: „Soms zeg ik tegen mijn collega’s bij de Spar: Oké, dat zal ik doen. En dan denk ik daarna: Wat zei hij eigenlijk? Je moet steeds al je hersenen gebruiken.”
„Het is vreselijk dat er oorlog kwam, maar het gebeurt met een reden” - Solomiya (16), Oekraïense vluchtelinge
Catechisatie
Solomiya ging een keer met een Nederlandse vriendin mee naar de catechisatie van de gereformeerde gemeente te Werkendam. „De ouderling zei dat we een hoofdstuk in Genesis moesten opzoeken. Ik kende die naam niet; bij ons heet dat Bijbelboek ”Buttya”. Ik begon de hele Bijbel door te bladeren. Om mij heen begonnen jongens te lachen. Toen hielpen ze me; het was gewoon voor in de Bijbel. Ik schaamde me vreselijk.”
Vinden de drie het moeilijk om hun situatie te aanvaarden? Evelina, aarzelend: „Nee. Veel predikanten zeiden in februari 2022 al: Dit is de wil van God.” Solomiya: „Het is vreselijk dat er oorlog kwam en dat er zo veel mensen stierven. Maar het gebeurt met een reden.” Evelina: „Nu we hier zijn, kunnen we evangeliseren. Die mogelijkheid hadden we in Oekraïne niet zo gehad. We moeten accepteren wat we krijgen.”
Zouden de meiden terug willen naar hun geboorteland, als dat zou kunnen? Liana: „Misschien als ik ouder ben. Nu ben ik hier gewend.” Evelina: „Voor onze broertjes en zusjes –de jongste is vier– zal het erg moeilijk zijn om terug te gaan. Die leren hier al de Nederlandse taal.” Solomiya: „Veel mensen zeggen dat je geen thuis meer hebt, als je naar het buitenland gaat. Maar waar je familie is, daar is je thuis.”