Literatuur

Hoe Franz Kafka een begrip werd

Franz Kafka (1883-1924) is een van de belangrijkste schrijvers van de twintigste eeuw. Hij schreef in het Duits en maakte faam met romantitels als ”Het proces”, ”De gedaanteverwisseling” en ”Het slot”. Hij overleed 100 jaar geleden.

Dr. Hans Ester
30 May 2024 21:11
Standbeeld van de schrijver Franz Kafka in Praag. beeld RD
Standbeeld van de schrijver Franz Kafka in Praag. beeld RD

Kafka werd geboren in een Duitssprekende, Joodse familie in Praag, destijds de hoofdstad van Bohemen in de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije. Zijn naam is een begrip geworden, verwant aan ”grotesk”. ”Kafkaësk” heet een situatie waarin de mens terechtkomt zonder dat hij weet waarom hij daarin is beland en zonder dat hij zicht heeft op de verlossing uit deze netelige situatie.

In de Nederlandse dagbladpers gaat het bij het woord kafkaësk vaak om een conflict met de overheid, met name met de dienaren van de overheid, de belastingambtenaren. Het toeslagenschandaal is er een voorbeeld van. Grotesk en kafkaësk overlappen elkaar, waarbij grotesk het pad voor kafkaësk in de eeuwen vóór Kafka’s leven heeft geëffend. Grotesk is een begrip uit de historische ontwikkeling van de beeldende kunst en heeft betrekking op de schrikbarende vervorming van een niettemin herkenbare werkelijkheid. De schilderijen van Hieronymus Bosch (circa 1450-1516) laten bijvoorbeeld groteske beelden zien.

Franz Kafka. beeld Wikimedia

Op 3 juni 1924 overleed Franz Kafka in Praag, nadat hij de maanden daarvoor in Wenen tevergeefs voor tuberculose was behandeld. Hij was op dat moment nog tamelijk onbekend als schrijver. Zijn grote romans ”Het proces”, ”Het slot” en ”Amerika” kwamen pas enkele jaren na zijn overlijden uit.

Bij Kafka’s begrafenis op 11 juni van dat jaar op de Nieuwe Joodse Begraafplaats in Praag-Strašnice waren nauwelijks vrienden of lezers aanwezig. Wel was er, naast zijn ouders, zijn beste vriend, de zionist Max Brod. Brod had al op 4 juni in het Prager Tagblatt over de zojuist overleden Kafka geschreven.

Joodse godsdienst

Brod zette ook de aan hem toevertrouwde manuscripten die Kafka naliet om in gedrukte teksten. Pas eind jaren zestig van de vorige eeuw bleek dat Brod op veel plaatsen fors in de oorspronkelijke teksten had ingegrepen om zijn eigen Kafka-beeld te laten domineren. Brod zag Kafka vooral in het licht van de Joodse godsdienst. Nadat Brod de manuscripten vanuit Jeruzalem aan een nicht van Kafka in Engeland had verstuurd, maakte vergelijking met de gedrukte tekst duidelijk dat het redigeerwerk opnieuw moest worden gedaan.

De betrekkelijke onbekendheid van Kafka in 1924 zou in de decennia vóór de Tweede Wereldoorlog totaal verdwijnen. Kafka’s roem als schrijver verbreidde zich in snel tempo over geheel Europa. De onvermoeibare Max Brod had gezorgd voor de publicatie van de drie grote romans ”Het proces”, ”Het slot” en ”Amerika”. Vooral ”Het proces” werd gretig en met bewondering gelezen. De roman weerspiegelde het onzekere levensgevoel van de jaren dertig. Hoofdpersoon Josef K. wordt op een ochtend zonder opgaaf van redenen gearresteerd en probeert tevergeefs zich te verdedigen. Veel Europeanen hadden diezelfde ervaring.

De uitgave van de zeer onthullende dagboeken door Brod bevestigde het beeld van Kafka als zoekende eenling. Kafka zocht naar het verlossende, waarachtige woord om het leven recht te doen, maar hij moest telkens opnieuw beginnen. Bovendien was Kafka een bijzonder ingenieus verteller die de lezer zijn werk in trok en hem vasthield. Ook zal de foto van de aan tuberculose lijdende Kafka uit het laatste jaar van zijn leven een rol hebben gespeeld bij zijn populariteit. Deze foto werd keer op keer herdrukt in de pers en riep mededogen op bij de lezer. Kafka werd de broeder van de mens die vermorzeld dreigde te worden door de alomtegenwoordige machthebbers. Mogelijk heeft de stad Praag met een legendarische ontstaansgeschiedenis en een duister Joods getto dat rond 1900 is afgebroken eveneens aan het beeld van Kafka bijgedragen.

Problematische situatie

Ook in Nederland werd Kafka steeds bekender. In het boek van Niels Bokhove met de onzinnige titel ”Reiziger in scheerapparaten. Kafka in Nederland en Vlaanderen” is die ontwikkeling voor ons taalgebied fraai gedocumenteerd. De eerste vertalingen van enkele verhalen van Kafka in het Nederlands werden in 1925 in het tijdschrift Vlaamsche Arbeid gepubliceerd door de dichter Paul van Ostaijen. De eerstvolgende vertaling in het Nederlands kwam illegaal uit in 1944, van de hand van Nini Brunt.

Kafka’s werk is moeilijk te duiden. De reden hiervoor is dat Kafka’s hoofdpersonages, zoals Jozef K. in ”Het proces”, steevast in een problematische situatie verkeren waaruit zij zich willen bevrijden. De oplossingen die de romanfiguren verzinnen leiden uiteindelijk tot niets, waardoor de zoektocht naar verlossing opnieuw begint – enzovoort. De lezer weet niet méér van het verwarrende gebeuren dan de romanpersonages zelf en eigent zich de pogingen tot bevrijdingen toe. Ook hij moet onverrichter zake naar het begin terug.

In de loop van de twintigste eeuw krijgt deze leeservaring –de permanente vergeefsheid van pogingen om het probleem van Kafka’s romanfiguren te begrijpen en op te lossen– zo’n brede werking dat ook mensen die Kafka’s werk niet of nauwelijks kennen, (menen te) weten waar het bij de schrijver om gaat. Zij slaan het moeizame leesproces over.

Vervreemding

Aan de ontwikkeling van de naam Kafka tot bijvoeglijk naamwoord is daarom niet alleen winst maar ook verlies verbonden. Als alleen de naam van de auteur al voor een bepaalde beeldvorming zorgt, lijkt het lezen van het werk zelf overbodig. Het verlies ligt dan in het vervagen of verdwijnen van het primaire, benauwende effect van Kafka’s vertellingen. Vervreemding, uitzichtloosheid en thuisloosheid vormen een substantieel deel van onze menselijke ervaringen. Kafka is inmiddels tot die ervaringen gaan behoren en zelfs opgegaan in het basisgevoel van het menselijk bestaan.

Qua vertalingen van Kafka’s werk was de Nederlandse oogst mager, maar dat gold niet voor beschouwingen en opstellen over Kafka in Nederlandstalige tijdschriften. Hier moet de naam van de Leidse theoloog K.H. Miskotte met ere worden genoemd. __ Miskotte publiceerde al in 1931-1932 een opstel over Kafka waarin deze als vertegenwoordiger van het Joodse volk werd gezien en waarbij de betekenis van het gelovige Joodse volk voor de christenheid werd onderstreept.

Kafka’s boezemvriend Max Brod had een vergelijkbaar gezichtspunt; hij duidde de schrijver vanuit zijn zionistische kijk op de geschiedenis en op de terugkeer van het Joodse volk naar het Beloofde Land.

Miskotte en Brod zijn twee stemmen uit een grote schare van uitleggers en hun interpretaties. Het aantal studies over Kafka in boekvorm of als tijdschrift- en dagbladartikel moet inmiddels wel groter dan 30.000 zijn. Het spectrum van interpretaties reikt van biografische verklaringen tot dieptepsychoanalyses en onderzoekingen van Kafka’s taal en stijl.

Synagoge

Soms ook bevat een roman een kleine verwijzing naar Kafka. De betekenis blijft dan meestal vaag. Bij de Israëlische schrijver A.B. Yehoshua ligt dat anders. In zijn roman ”Het eerbetoon” (2011) gaan het lezen over Kafka en de opgeroepen herinnering als sfeerbeeld over in een hernieuwde ontmoeting met Kafka’s teksten, inclusief de moeite om hem op zijn groteske weg te volgen.

De titel ”Het eerbetoon” verwijst naar een terugblik op het werk van de Israëlische regisseur Jaïr Mozes. Een van Mozes’ films is gebaseerd op Kafka’s tamelijk onbekend gebleven verhaal ”De synagoge van Thamühl” uit 1922. Dit verhaal begint met de volgende zinnen: „In onze synagoge woont een dier dat ongeveer zo groot is als een marter. Je kunt hem vaak goed zien. Hij laat mensen tot op een afstand van twee meter komen. Hij is helder blauwgroen. Niemand heeft zijn vacht nog aangeraakt. Zodat daar niets over te zeggen valt.” Mozes vertelt over dit verhaal uit Kafka’s nalatenschap. Hij ziet overal paradoxen in dit verhaal en noemt die „charmant kafkaësk”.

In een toespraak verbindt Mozes Kafka’s verhaal nauw met Kafka’s persoonlijke leven en met het Jodendom in het algemeen: „Het was ditmaal niet mogelijk om het verhaal los te zien van de joodse identiteit en van de dagelijkse werkelijkheid, want de schrijver die zo veel slimme en gekwelde dieren in zijn verhalen stopte –apen, honden, muizen en zelfs een kakkerlak– huisvestte ditmaal, in het ironisch vuur van zijn gedachte, een diertje, deels angstaanjagend, deels vreedzaam, in een joodse synagoge, die door de verteller zelf regelmatig werd bezocht, een diertje dat door zijn zwijgen voor de verandering een extra dimensie gaf aan het raadsel van het joodse bestaan, dat altijd een bedreiging is voor zichzelf.”

Aan het raadsel Kafka voegde Yehoshua een eigen raadsel toe: het raadsel van het Joodse bestaan. Wie het verhaal over het raadselachtige diertje in de synagoge vanuit de religieuze rituelen probeert te begrijpen, zal struikelen over het woord ”gebed”. Het synagogediertje komt namelijk tevoorschijn wanneer het het geluid van het gebed hoort. De reden voor zijn verschijning is: angst. Yehoshua zegt over deze angst: „…misschien herinnert het zich iets uit het verleden, of is het bang voor de toekomst.”

Kafka’s verhaal laat Yehoshua nadenken over zijn eigen Joodse identiteit. Voor de lezer van Kafka’s verhaal over het diertje uit de synagoge blijft de kwestie van ”gebed” en ”angst” onopgelost.

Praag

Wie door Franz Kafka wordt geïnspireerd, kan gemakkelijk wegraken van de oorspronkelijke leeservaring van zijn romans en vele verhalen. Het werk appelleert zo sterk aan bewuste en onbewuste lagen binnen de menselijke psyche dat een geheel eigen dynamiek van interpretatie vanuit de levenservaring van de lezer ontstaat. Anders zijn de tienduizenden manieren van uitleg van Kafka’s werk niet te begrijpen.

Om Kafka weer op aarde terug te brengen of binnen de kaders van zijn vertellingen te houden, zijn twee paden gevolgd. Het eerste pad richt zich op de nauwe relatie van Kafka met de stad Praag, met de gebouwen, de stegen en het tijdens Kafka’s leven afgebroken Joodse getto. Kafka sprak over ”moedertje Praag”, dat hem met haar klauwen vasthield. De winst van deze benadering is dat de mens Kafka dichter bij de lezer komt; hij wandelt als het ware waar Kafka ooit zijn schreden zette.

Het tweede pad laat aan de hand van de opbouw van Kafka’s vertellingen zien waarom die tot zulke zeer uiteenlopende interpretaties leiden. Het bijna provocerend uitlokken van verklaringen is een eigenschap van de teksten zelf; het gaat niet om grillen van dat grote leger interpretators – inclusief de Nederlanders Menno ter Braak, Simon Vestdijk en K.H. Miskotte.

De arme beginnende lezer raakt dus van twee kanten in de knel: door de verteller Kafka zelf en door de tot kafkaëske proporties uitgegroeide literatuur over de schrijver uit Praag. Deze situatie roept om herhaald lezen van de oorspronkelijke teksten en tot nauwkeurig registreren wat er staat.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer