Kerk & religieRechtszaak brand Ngk Overschie
Verdachte brandstichting kerk Overschie erkent schuld en vraagt vergeving. „Het verandert mijn fout niet”

De 36-jarige Roemeen die op 6 december 2023 de Bethelkerk in Rotterdam-Overschie in de as legde, stond maandag in Dordrecht voor de tweede keer voor de rechter. „Ik vraag vergeving aan God en aan de mensen die ik iets misdaan heb.”

Koos van Noppen, ND
Omwonenden in de nasleep van de brand die woede in de Nederlandse gereformeerde Bethelkerk aan de Oranjestraat in de Rotterdamse wijk Overschie. beeld ANP, Iris van den Broek
Omwonenden in de nasleep van de brand die woede in de Nederlandse gereformeerde Bethelkerk aan de Oranjestraat in de Rotterdamse wijk Overschie. beeld ANP, Iris van den Broek

De geplande inhoudelijke behandeling van de zaak kon maandag geen doorgang vinden, want tot ergernis van de officier van justitie waren de rapportages van de psychologen en de psychiaters tegen alle verwachting in nog niet gereed. „Ze zijn nog steeds in de afrondende fase.”

Ook de advocaat uitte er zijn ongenoegen over. De verdachte overhandigde tijdens de korte zitting de rechtbank een schriftelijke verklaring, die door de tolk werd voorgelezen. „Ik vraag vergeving aan God en aan de mensen die ik iets misdaan heb”, begon hij. „Ik heb niets persoonlijks tegen religie in het algemeen of tegen christenen in het bijzonder.”

Hij schrijft zijn daad toe aan de jarenlange verkeerde invloed van een vrouw („een psychische maniak”) in zijn omgeving. „Het meest spijt me nog dat ik haar ooit ontmoet heb. Aan de contacten met haar heb ik psychische en lichamelijke littekens overgehouden. Daardoor raak ik, als ik in gevaarlijke situaties beland, de controle kwijt.”

Begin december bevond hij zich op een dieptepunt in zijn leven, hield de verdachte de rechter voor. „Ik had geen medicijnen, geen drugs, geen huis, geen werk. Ik sliep in het bos, in een tent.” Hij putte zich uit in verontschuldigingen. „Ik heb veel spijt, ook tegenover bepaalde families in de kerk. Ik schaam me voor hen. Met mijn daad heb ik niemand persoonlijk willen kwetsen. Maar het is gebeurd.”

Hij schrijft dat hij „grote opluchting” voelde toen hij vernam dat er niemand door de brand gewond is geraakt, „niet in de kerk en niet onder de omwonenden. Daar ben ik uit de grond van mijn hart blij om. Maar het verandert mijn fout en mijn geweten niet.”

De verdachte, die vijftien jaar geleden met enige regelmaat de kerkelijke gemeente bezocht, heeft zichzelf daags na de brand bij de politie gemeld. Hij heeft bekend. Eerder verklaarde hij „uit woede” tegenover de kerk hebben gehandeld. Sinds zijn aanhouding zit hij vast in Vught; daar verblijft hij tot de geplande rechtszitting in augustus.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer