Drie jaar werkte SGP-Kamerlid Chris Stoffer (49) aan een wet om rouwverlof in te voeren. „Een week is veel te weinig, maar het is wel een goed begin.”
Werkende ouders krijgen in de toekomst vijf dagen rouwverlof, als het aan SGP-Kamerlid Chris Stoffer ligt. Om dat te regelen schreef hij samen met CDA en CU een wetsvoorstel, dat deze week is ingediend. Ouders kunnen de vrije dagen opnemen als hun partner of minderjarig kind overlijdt. „Voor de mooie dingen in het leven is verlof geregeld, maar als het misgaat is er niks”, licht Stoffer toe.
Wat motiveert u om u in te zetten voor rouwverlof? Tot op heden was het een onbekend thema.
„Bijvoorbeeld vanwege het levensverhaal van Marrit van Exel. Haar naam wil ik uitdrukkelijk noemen. Eerst verloor zij haar man. Later haar dochter. Haar schoonzoon bleef met de kinderen achter.
Ook mijn eigen moeder is jong overleden. Ik weet wat het is als er in een jong gezin een moeder wegvalt. Dat doet gewoon veel. Het kan in zo’n gezin ontsporen, niet goed gaan. Het is praktisch moeilijk. Terugkijkend ben ik heel dankbaar dat het destijds bij ons −met dank aan mijn vader− goed gelopen is.”
Heeft de SGP overwogen ook rouwverlof toe te kennen aan vrouwen die een miskraam krijgen?
„Ja, dat hebben we overwogen. Zo waren er bij het vormgeven van de wet veel vraagstukken die om een keuze vroegen. We hebben ook mensen gesproken die alleenstaand zijn. Een van hen zei: „Als mijn beste vriend of vriendin overlijdt, is dat ook heel ingrijpend.”
Uiteindelijk hebben we besloten rouwverlof toe te kennen in situaties waarin het praktisch heel moeilijk wordt. Als vader overlijdt en moeder achterblijft met een aantal heel jonge kinderen, dan gaat het praktisch niet. Jonge kinderen kun je niet alleen laten.”
„Ik ga ervan uit dat de wet een meerderheid haalt” - Chris Stoffer, SGP-Kamerlid
Uit onderzoek in opdracht van minister Van Gennip blijkt dat rouwenden behoefte hebben aan maatwerk. Is een regeling met vijf dagen rouwverlof in dat licht de juiste oplossing?
„Vijf dagen is veel te weinig, maar het is wel een goed begin. Het blijft van belang dat werkgevers daarnaast maatwerk bieden als dat nodig is. Kijk, nu is het zo dat iemand gelijk weer aan het werk moet, zodra de rouwplechtigheid voorbij is. Voor sommigen zal dat lukken, maar voor een heel aantal niet. Zij komen dan in de ziektewet terecht.”
Werkgevers zullen zeggen: sympathieke regeling, maar het verlofstelsel als geheel wordt ons te gortig.
„Daar ben ik het helemaal mee eens. Ik snap de positie van werkgevers uitermate goed. Alles bij elkaar is het gewoon heel veel. Het is de wens van werkgevers en politiek om het verlofstelsel te vereenvoudigen. Daar wordt al over gepraat sinds ik in de politiek zit. Voor het zo ver is, denk ik dat we vijf, tien jaar verder zijn.”
Ziet u een oplossing voor het probleem van de werkgevers?
„Dit voorstel helpt werkgevers omdat we er ziekteverzuim door rouw mee willen terugdringen. Verder zou het helpen als het totaal aan verlofmogelijkheden wordt verminderd. Ook is een stukje mentaliteitsverandering van belang. Veel mensen zien ouderschapsverlof −en dat begrijp ik− als een recht. Daar maken ze maximaal gebruik van. De generatie van mijn vader begon met een zesdaagse werkweek en twee weken vakantie per jaar. Dat was een hele luxe. Inmiddels zitten we, als we niet oppassen, aan een vierdaagse werkweek met vijf, zes weken vakantie en een heleboel verlofregelingen.”
Heeft u er vertrouwen in dat deze wet aan het eind van de rit een meerderheid haalt in de Tweede Kamer?
„Als mijn collega’s hun woord houden, zeker. In het voortraject waren behalve CDA en CU ook VVD, D66 en GroenLinks mede-initiatiefnemer van de wet. Zij zien daar om moverende redenen vanaf, maar hebben gezegd voor de wet te zullen stemmen. Daar ga ik van uit.
Of de wet het exact in deze vorm haalt, dat zullen we zien. In de afgelopen jaren is de inhoud van de wet met de genoemde politieke partijen doorgenomen. Het eindresultaat is het gemiddelde waar we op uit zijn gekomen en wat de hele politiek past.”
