Worden wegpiraten hard genoeg bestraft?
Ze halen op de weg levensgevaarlijke capriolen uit. Door hun onverantwoorde gedrag worden soms zelfs families uiteen gescheurd. Roekeloze rijders veroorzaken veel leed. Worden zij hard genoeg bestraft?
In een rechtszaal in Roermond schreeuwen in november 2014 mensen van ontzetting. Net daarvoor heeft een rechter een 33-jarige Pool veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur. De man reed in 2013 in het Limburgse Meijel drie mensen dood. Het ging om een opa, oma en hun kleindochtertje van twee jaar. Ze reden op een fietspad naast een 80-kilometerweg.
De vader van het kind is woedend over het vonnis. Hij gooit een stoel in de richting van de rechter. De moeder van het meisje noemt het vonnis tegenover de Limburgse omroep L1 een „keiharde dreun. Dit raakt ons in onze ziel.” In hoger beroep krijgt de Pool in september 2015 een celstraf van 15 maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid van vier jaar. Anders dan de rechtbank vindt het hof bewezen dat de dader „zeer onvoorzichtig” reed.
,Ik durf de stelling aan dat rechters tegenwoordig in een soortgelijke zaak hogere straffen zouden opleggen dan 15 maanden cel. Ze zullen zeker meer dan een taakstraf opleggen’’, zegt advocaat mr. Bert Kabel (51) in zijn kantoor onder de rook van Eindhoven Airport. De raadsman specialiseert zich al een jaar of twintig in verkeersrecht.
Rechters bestraffen weggebruikers die zich onverantwoord gedragen strenger dan pakweg twintig jaar geleden, is de stellige indruk van Kabel. Mede door druk vanuit de maatschappij werd in 2020 de Wegenverkeerswet aangescherpt. Cruciaal is onder meer de veranderde visie van rechters op de juridische term „roekeloos” in artikel 6 van de Wegenverkeerswet. Justitie zet dat artikel doorgaans in bij strafzaken rond verkeersongevallen met (dodelijk) letsel. Sneller dan voorheen achten rechters nu „roekeloos” rijgedrag bewezen, stelt Kabel. De maximumstraf voor roekeloos rijden is negen jaar cel. In zo’n geval moet wel sprake zijn van een combinatie van misdragingen, zoals veel te hard rijden en alcoholmisbruik.
Kabel: ,De Hoge Raad oordeelde zo’n twintig jaar geleden dat roekeloos rijgedrag eigenlijk alleen kon worden bewezen als iemand meedeed aan een straatrace met auto’s. Die uitleg van de wet leidde tot onvrede onder bijvoorbeeld nabestaanden van doodgereden mensen. Nu ligt de juridische lat voor roekeloos rijgedrag een stuk lager. Een automobilist die met 100 kilometer per uur door een stadscentrum rijdt waar je slecht 50 mag, rood licht negeert en iemand aanrijdt, zou goed veroordeeld kunnen worden voor roekeloos rijden.”
Iedereen voelt aan: een langzaam rijdend omaatje van 80 dat per ongeluk een fietser van de sokken rijdt valt minder te verwijten dan een racende alcoholist die een wandelaar in een drukke winkelstraat schept.
Motorrijder
Artikel 6 van de Wegenverkeerswet hanteert naast de zwaarste aantijging van roekeloosheid nog twee minder vergaande verwijten: aanmerkelijke schuld en ernstige schuld. Aanmerkelijke schuld, het lichtste verwijt, speelt bijvoorbeeld als een verkeersdeelnemer iemand niet opmerkt. „Denk aan een automobilist die rustig naar een voorrangskruising rijdt, naar links en rechts kijkt, maar een motorrijder over het hoofd ziet. De automobilist rijdt de motorrijder aan en die raakt gewond, of overlijdt zelfs.”
De maximumstraf op grond van een richtlijn voor rechters is voor dit soort gevallen 240 uur werkstraf met ontzegging van de rijbevoegdheid van hooguit één jaar. Is er alcohol in het spel, dan ligt het maximum fors hoger: zeven maanden cel en drie jaar rijontzegging. Kabel: „Momenten van onoplettendheid overkomen ons allemaal wel eens. Ik wilde pas afslaan naar rechts en zag ineens een fatbike naast me opduiken. Ik kon gelukkig nog net remmen voor deze elektrische fiets, die vermoedelijk was opgevoerd.”
„Rechter bestraft weggebruikers die zich onverantwoord gedragen strenger dan twintig jaar geleden ” - Bert Kabel, advocaat
Het zwaardere verwijt in artikel 6, de ernstige schuld, kan bijvoorbeeld spelen als een automobilist zonder af te remmen en zonder om zich heen te kijken een kruising oprijdt en iemand aanrijdt die hij voorrang had moeten geven. De maximumstraf op grond van de richtlijn in dat soort gevallen is zes maanden cel en twee jaar rijontzegging. Ook bij ernstigeschuldzaken ligt het maximum hoger als er drank in het spel is.
Over de schuldvraag ontstaan nogal eens lastige discussies, tekent Kabel aan. „Vaak ligt een zaak niet zwart-wit. Als een automobilist zonder goed te kijken een motorrijder ten onrechte geen voorrang verleent en doodrijdt, is dat natuurlijk ernstig. Maar wat als de motorrijder zelf veel te hard reed? Had de aanrijding plaatsgevonden als hij zich aan de maximumsnelheid had gehouden? Ik merk nogal eens dat nabestaanden in dat soort situaties de schuld volledig leggen bij de automobilist. Je kunt je afvragen of dat redelijk is.”
Een vermeende veroorzaker van een ongeval kan vrijuit gaan. „Ik verdedigde een vrouw die betrokken was bij een dodelijk ongeval. Ze reed in een bestelbus met een lange aanhangwagen erachter. Ze wilde rechtsaf slaan, maar moest wachten, omdat voor haar een vrachtwagen stond. Ze stond dus noodgedwongen stil op de weg. Een motorrijder botste op haar aanhangwagen en is helaas overleden. Onderzoek wees uit dat de motorrijder vlak voor de aanrijding ongeveer 100 kilometer per uur reed waar hij 50 mocht. Als hij zich aan de snelheid had gehouden, had hij op tijd kunnen remmen. Mijn cliënte ging vrijuit. Ze had niks fout gedaan. De nabestaanden konden dat moeilijk accepteren. Mijn ervaring is dat nabestaanden in verkeerszaken de straf vrijwel altijd te laag vinden. Dat kan ik begrijpen. Het zal je geliefde zijn die omkomt in het verkeer.”
„Momenten van onoplettendheid overkomen ons allemaal wel eens ” - Bert Kabel, advocaat
In uitzonderlijke gevallen maakt een automobilist het zo bont dat aanklagers en rechters zwaarder geschut inzetten dan artikel 6 van de Wegenverkeerswet. In die situaties grijpen de magistraten naar het Wetboek van Strafrecht en veroordelen rechters een chauffeur tot doodslag. Preciezer: doodslag met voorwaardelijk opzet. Kabel: „Dat houdt in dat iemand bewust de aanmerkelijke kans aanvaardt dat zijn gedrag op de weg dodelijke gevolgen heeft, niet alleen voor anderen, maar juist ook voor zichzelf. Je kunt denken aan een situatie waarbij iemand levensmoe is. Die wil zich dood rijden, gedraagt zich zeer gevaarlijk, waarbij een ander omkomt.”
Rood licht
Recent veroordeelden rechters meermalen wegpiraten wegens doodslag tot jarenlange celstraffen. Zo legde de Rotterdamse rechtbank vorige maand acht jaar cel op aan de 30-jarige Suraj A., die op tweede kerstdag 2022 op een kruispunt in Rotterdam een man (36), vrouw (35) en hun dochter (7) doodreed. De dader was onder invloed van alcohol. Bij een afrit vlak bij de ongevalsplek reed hij tussen de 150 en 181 kilometer per uur, waar 80 was toegestaan. Ook reed hij door rood.
In maart veroordeelde de Rotterdamse rechtbank de 38-jarige Mark G. tot zes jaar cel en tbs wegens het in september 2023 doodrijden van een 74-jarige vrouw en 79-jarige man op een zebrapad op de Maasboulevard in Rotterdam. Ook mag de dader tien jaar lang niet rijden. De man reed met meer dan 100 kilometer per uur door rood licht. Verder negeerde hij een doorgetrokken streep in een tunnel en reed hij door een wegafzetting. De man was onder invloed van cannabis en een grote hoeveelheid alcohol in zijn bedrijfsauto gestapt. De dader vluchtte van de ongevalsplek.
„Mijn ervaring is dat nabestaanden in verkeerszaken de straf vrijwel altijd te laag vinden ” - Bert Kabel, advocaat
De rechtbank Zeeland-West-Brabant veroordeelde in december 2023 de 33-jarige Thomas de G. tot tien jaar en tbs en rijontzegging van tien jaar. De man reed in maart 2023 op de A59 bij Sprang-Capelle een heel gezin uit Raamsdonksveer dood. Het gaat om de ouders (beiden 46) en hun kinderen van 10 en 13 jaar. De G. had drie keer de toegestane hoeveelheid alcohol op en reed 250 kilometer per uur waar 130 was toegestaan. Hij filmde met zijn telefoon zijn „levensgevaarlijke” rijgedrag. De dader klapte op de auto van het gezin, het voertuig vloog in brand.
Kabel is benieuwd of de drie veroordelingen voor specifiek doodslag in stand blijven. Hij wijst op het zogeheten Porschearrest van de Hoge Raad uit 1996. In deze zaak was de bestuurder met drank op achter het stuur van een Porsche gekropen. Met de sportieve wagen haalde hij op een provinciale weg snelheden tot 130 kilometer per uur, waar 80 was toegestaan. Ook reed hij twee keer door rood en haalde hij levensgevaarlijke inhaalmanoeuvres uit. Uiteindelijk botste de chauffeur van de Porsche op een tegenligger. Vijf mensen, onder wie de bijrijder van de chauffeur, kwamen om het leven. De dader werd tot in hoger beroep veroordeeld wegens doodslag, maar de Hoge Raad haalde daar een streep door. Kabel: „De redenering van de Hoge Raad was dat niet kon worden bewezen dat de Porschechauffeur bewust de aanmerkelijke kans aanvaardde dat zijn gedrag in het verkeer dodelijke gevolgen zou hebben, juist ook voor zichzelf. De Hoge Raad wees er bijvoorbeeld op dat de chauffeur na elke inhaalactie weer naar de juiste weghelft koerste, dus als het ware niet de hele tijd tegen het verkeer inreed. Het arrest van de Hoge Raad leidde ertoe dat de dader een veel lagere straf kreeg.”