„De stikstofcrisis heeft alles met religie te maken”
Met de boerenprotesten in het achterhoofd en een fascinatie voor conflicten onderzocht Tanja van Hummel het stikstofconflict. Wat blijkt? Dat heeft alles te maken met een, vaak religieus, wereldbeeld.
Terwijl Tanja van Hummel (37) anderhalf jaar geleden de Nijmeegse Vierdaagse loopt, zijn de boerenprotesten volop aan de gang. Eerder deed ze al onderzoek naar hoe wereldbeelden kunnen botsen in klimaatgerelateerde conflicten en ineens viel het kwartje. Want, dacht ze, wat is eigenlijk de religieuze dimensie van de stikstofcrisis? Na dik twee jaar presenteerde Van Hummel woensdag 17 april haar resultaten op de Rijksuniversiteit Groningen, als onderdeel van haar promotieonderzoek.
U deed onderzoek naar hoe religie een rol speelt in het stikstofconflict. Wat blijkt daaruit?
„Een conflict komt door botsende waarden, die vastzitten in iemands wereldbeeld. Daarom onderzocht ik de wereldbeelden van boeren. Hoe kijken zij naar hun land, koeien en natuur? En hoe kijken ze naar de stikstofcrisis? Een conflict wordt pas helder als je beide kanten hebt gehoord en daarom sprak ik ook met de ChristenUnie, CDA en SGP, Partij voor de Dieren, GroenLinks en D66.”
Als u op een verjaardag zit, wat vertelt u dan aan mensen over uw ontdekking?
„Ik kan verklaren waarom boeren uit Twente bozer waren en meer sympathiseerden met geweld dan boeren die ik op de Veluwe sprak. Het hangt namelijk samen met hun katholieke wereldbeeld. Een boer in Twente voelt zich helemaal verbonden met zijn gemeenschap, het is opvallend hoeveel agrariërs nevenactiviteiten hebben in de kerk of bij de voetbalclub.
Noaberschap, het idee dat je met je naasten de boel rooit, dat noemen ze vaak. Die verbondenheid komt naar voren in hoe ze met hun dieren en de natuur omgaan, vanuit hun optiek werken ze samen met de natuur en heeft de natuur het laatste woord. Ze zijn trots op hun landschap. Maar dat er een ecologie in stand moet worden gehouden in Natura 2000-gebieden (beschermde natuurgebieden, red.)? Dat gaat voorbij aan de samenwerking die ze ervaren met het landschap.”
Hoe conflicteert dit met de overheid?
„De overheid benadert hen naar eigen zeggen technocratisch, zonder oog voor de gemeenschap. Boeren vinden de natuurdoelen die beleidsmakers stellen zó star, dat er niets meer mogelijk is. De boeren in Twente hadden altijd het idee dat ze goed zorgden voor het landschap, tot er in 2013 gebieden werden aangewezen als Natura 2000-gebied, sindsdien zitten er restricties op. Het voelt voor hen alsof ze nu niets meer zelf mogen beslissen, terwijl ze dat lang wel mochten. Omdat zij daar boeren, vinden ze, is het mooie Twente zoals dat is. De angst is dat als ze moeten stoppen, de Twentse gemeenschap ten onder gaat en het gebied wordt verwoest. Want wie moet er dan op de tractoren rijden die de carnavalswagen trekken? En op welk land worden er dan nog paasvuren gehouden?’
U onderzocht ook reformatorische boeren op de Veluwe. Waar zit die botsing van wereldbeelden?
„Zo’n gelovige boer maakt onderscheid tussen zonde en genade, met de erfzonde (het idee dat ieder mens als zondaar wordt geboren, red.) dwars door het leven heen. Die boer zegt: Als het goed gaat, rust de genade van de Heere op me. En als het niet goed gaat, zegt hij dat iedereen nu eenmaal zondig is. Je ziet bij hen een andere reactie op het beleid dat op hen afkomt.
„De reformatorische boeren trekken zich terug in hun geloofsbubbel en gaan bidden, ze hopen en vertrouwen dat de Heere wel voor hen zal zorgen” - Tanja van Hummel, onderzoeker
De reformatorische boeren trekken zich terug in hun geloofsbubbel en gaan bidden, ze hopen en vertrouwen dat de Heere wel voor hen zal zorgen. Ze zeggen: Het gaat fout, want we leven in een gebroken wereld. Ze bidden dat de beleidsmakers tot inkeer komen.”
Zien ze beleidsmakers dan als zondaars?
„Ze praten vaak genuanceerd over de mens, maar vinden het beleid wel lastig. Of ze zeggen dat het beleid wel rechtvaardig is, maar de manier waarop het over de schutting wordt gegooid, niet.”
En zowel de katholieke als de reformatorische boer clasht met de neoliberale overheid?
„Ja, alle boeren die ik sprak zijn boos op het technocratische beleid (beleid gemaakt door wetenschappers en deskundigen, red.) dat het gevolg is van een neoliberaal wereldbeeld. Die technocratische benadering botst met de menswaardigheid die belangrijk is in het christelijke wereldbeeld.”
Wat viel op aan het onderzoek bij politieke partijen?
„Zowel reformatorische als katholieke boeren voelen zich thuis bij de SGP, terwijl die partij een reformatorische grondslag heeft. De SGP stelt dat de mens een cultuuropdracht kreeg: mensen hebben de opdracht de aarde te „bewerken en te bewaren”, zoals in Genesis 2:15 staat. Hoe je dat doet, dat is aan de boer zelf. Het is zijn of haar verantwoordelijkheid en opdracht en daarom zegt de SGP dat de overheid zich niet te veel met het boerenerf moet bemoeien.
„Ik ben boer, dat wil ik blijven en daarom stem ik op de SGP – maar mijn vrouw heeft heus wel meer rechten dan alleen het aanrecht” - Katholieke boer
Een katholieke boer zei tegen mij: Ik ben boer, dat wil ik blijven en daarom stem ik op de SGP – maar mijn vrouw heeft heus wel meer rechten dan alleen het aanrecht.”
Wat verraste u het meest?
„De relatie tussen de confessionele partijen CDA, ChristenUnie en SGP tot de boeren. Ik hoorde van de agrariërs verrassend vaak dat ze met die partijen in gesprek zijn. In het wereldbeeld van de boeren die ik sprak, is menswaardigheid belangrijk en die ervaren ze blijkbaar bij deze politieke partijen. Natuurlijk botst het beleid en spreken ze elkaar hard tegen, maar in die gesprekken ligt wel de oplossing. Oog voor mensen blijven houden, dat doen de confessionele partijen blijkbaar goed.”
Het geflopte landbouwakkoord, dat er niet kwam omdat verschillende (boeren)partijen van tafel liepen, is dus wel deel van de oplossing? Toen waren verschillende partijen in gesprek.
„Ja, dat denk ik. Maar aan de andere kant hoorde ik ook boeren die vooraf al zeiden dat het gedoemd was om te mislukken, omdat de belangen te ver uit elkaar lagen er geen goed verdienmodel te bereiken was. Toch was het hoopvol om te zien dat mensen met elkaar om tafel gingen.”