Kerk & religieMeditatie

Meditatie: Een onbekende verschijning van Christus

Verrassend groot is hun getal. Vijfhonderd (mannen)broeders. Gods Kerk is gróter dan ik weet. Dat vertroost mij zeer. U ook? Er zijn voorgekenden, bij de mensen onbekend, maar bij God bekend. Gód kent hen van eeuwigheid.

Ds. A. Vlietstra, Harskamp
25 April 2024 10:06Gewijzigd op 25 April 2024 11:51
beeld RD
beeld RD

Zo’n 25 jaar na Christus’ hemelvaart leeft het merendeel van de 500 broeders nog. Sommigen zijn ontslapen. Als in die voorbijgegane kwarteeuw het kleinste aantal de tijd met de eeuwigheid heeft verwisseld en de meesten nog in leven zijn, zijn de 500 hoofdzakelijk jongere mannen geweest. Gods Kerk bestond en bestaat niet alleen uit ouderen, er waren en zijn ook jongeren die de Heere vrezen.

Er zijn gemeenten vol met broeders en zusters, hoewel ze niet werkzaam zijn in de verpleging of verzorging. Zij worden als broeders en zusters aangesproken, maar zijn nooit geboren uit water en Geest. Het zijn op zijn best koude broers.

Paulus bedoelt in deze tekst ongetwijfeld warme broers, broeders in het geloof, levend gemaakte zielen, wedergeborenen door de Heilige Geest, van nature broeders in Adam, maar door goddelijke genade broeders in Christus gewórden. De apostel duidt met het woord broeders ”beminden Gods in Christus” aan, uitverkoren gelovigen, échte christenen. Bent u door Gods genade een van hen?

De Koning der Kerk heeft het initiatief genomen. Eenzijdig heeft Hij 500 broeders tegelijkertijd opgezocht en getroost. Hij weet ze te vinden. Zijn komst volmaakt hun heil. Ze hebben Hém aanschouwd, Die door genade hun Een en Al was geworden. Ze hebben Hém gezien, Die ze kwijt waren en maar niet konden vinden.

In veel hedendaagse kerkbodes leest u na het sterven van een gemeentelid dat broeder A of zuster B is ontslapen… Het moet waar zijn. We kunnen zo genóémd worden, maar zijn we het?

Paulus deelt de Kerk in tweeën. Een deel van Gods Kerk is beneden, op aarde. Het andere deel is in de hemel, boven, bij de Heere. Zij hebben de ellende en moeite voorgoed achter zich gelaten en zijn opgenomen in Gods heerlijkheid. Dat deel is de triomferende Kerk. De strijdende Kerk is er nog niet. Zij moet nog door de benauwdheid en door de doodsjordaan heen. Zij komt er wel. Vast en zeker. Ik roep het de broeders toe: Nog even. Houd vol. Het is een verdrukking van slechts tien dagen. Al Gods volk komt binnenkort thuis. Dan mogen zij eeuwig bij Hem zijn.

„Al Gods volk komt binnenkort thuis. Dan mogen zij eeuwig bij Hem zijn” - Ds. A. Vlietstra

De apostel ziet hun sterven als een áfsterven van de zonde. Hun uitgang uit de aardse woestijn is de ingang in het land der ruste. Hun ontslapen roept het prachtbeeld op van een kind in diepe slaap. Als het tijd is om wakker te worden, komt vader of moeder naar dat kind toe om het wakker te roepen. „Wakker worden. Tijd om op te staan.” Het kind wrijft zich de slaap uit de ogen en kijkt verwonderd om zich heen. Dan staat het op.

Met eerbied trek ik een lijn ter vergelijking. Als Gods kinderen sterven of ontslapen, gaat hun ziel terstond naar de hemel. Hun lichaam wordt enkele dagen later in het stof gelegd, het wordt begraven. Als de Heere komt op de wolken des hemels, roept Hij de Zijnen wakker om hen ook naar het lichaam thuis te halen. Nameloos diep verwonderd zullen zij zijn, als zij ontwaakt Hem mogen aanschouwen en bij Hem in de hemel eeuwig Zijn lof mogen ontvouwen. Is dát uw uitzicht?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer