Jan Six over de grachtengordel: „Wat is er mooier dan in geschiedenis wonen?”
Het mooist is de Amsterdamse grachtengordel in de vroege ochtend. Dan is het stil op straat, de massa’s toeristen houden zich nog even schuil. Pril zonlicht legt een mysterieuze gloed over de gevels van de statige panden. De Gouden Eeuw is op zo’n moment bijna tastbaar aanwezig.
Als een waaier liggen ze om het oude stadshart van de hoofdstad: de Herengracht, de Keizersgracht en de Prinsengracht. Elke gracht bestaat uit vijf rechte stukken die met vier knikken tot bogen zijn gevormd. Wie een bepaald adres zoekt, doet er goed aan om niet te beginnen bij een van de uiteinden. De Herengracht heeft een lengte van 2,4 kilometer, de Keizersgracht meet 2,8 kilometer en de Prinsengracht is nóg eens 400 meter langer. „Je kunt beter via het Damrak naar het midden van de grachtengordel lopen en vandaar je bestemming zoeken”, tipt kunsthandelaar Jan Six. Hij runt zijn onderneming vanuit een statig zeventiende-eeuws pand met klokgevel aan de Herengracht. Het kantoor dat hij op de eerste verdieping huurt biedt een prettig uitzicht op de gracht, waar met enige regelmaat rondvaartboten en andere vaartuigen passeren.
Six is geboren en getogen in de grachtengordel. Sterker nog, zijn voorgeslacht woont er al sinds het begin van de zeventiende eeuw. Schrijver Geert Mak vertelt in ”De levens van Jan Six” (Atlas Contact, 2016) uitvoerig de geschiedenis van deze adellijke familie. Het monumentale huis aan de Amstel, waar Six opgroeide, speelt een belangrijke rol in dat verhaal. Binnen hangt nog altijd het portret dat Rembrandt in 1654 van Jan Six I maakte.
Van generatie op generatie, tot op heden toe, kreeg de oudste zoon in de familie de naam Jan. „Het is een gek idee dat mensen in al die honderden jaren altijd een Jan Six op de grachtengordel konden en kunnen tegenkomen”,zegt Jan Six XI (1978). Zijn zoon Jan is elf jaar.
De kunsthandelaar houdt van dit deel van Amsterdam. „Hier liggen mijn wortels, ik zie er mensen bij wie ik vroeger op school zat”, vertelt hij. „Als ik na een zakenreis een wandeling langs de grachten maak voelt dat echt als thuiskomen. Mijn ouders hebben een huis in Lochem, maar als ik daar twee dagen ben komt de stilte echt op me af, dan wil ik er weer weg. Ik heb de reuring van de stad nodig, het geluid van de trams, de rondvaartboten, al die gekke mensen die hier wonen en werken. Als ik tussen de middag een broodje haal kom ik zeker vijf of zes bekenden tegen.”
Six kent de grachtengordel als zijn broekzak, maar verwondert zich nog vaak over de schoonheid ervan. Op zijn smartphone laat hij een foto zien van een stenen brug over een gracht die door de ochtendzon van binnenuit lijkt op te gloeien. „Dit is toch bijna surreëel?”
Een bijzondere ervaring geeft de grachtengordel bij dichte mist, zegt Six. „Dat is magisch. Dan doemt de stad stap voor stap voor je op. Hoe goed ik er de weg hier ook weet, op zo’n moment ontdek ik de omgeving opnieuw. Dat is heel spannend.”
De toeristen die de grachtengordel vooral in de zomermaanden overspoelen horen er gewoon bij, vindt Six. „Ik zoek de drukte niet op, maar ik accepteer die als een gegeven. Als je hier wilt wonen, moet je niet zeuren over toeristen.”
Boeren
Six vertelt in zijn kantoor onderhoudend over het leven in de grachtengordel in vroeger tijden, over de kennissenkring van zijn voorouders. „De Amsterdamse kooplieden hadden in de zeventiende eeuw de macht naar zich toegetrokken, de rol van de adel raakte uitgespeeld. Toch wilden deze regenten zich in Europa wel als voorname edellieden presenteren. Aanvankelijk lukte dat nog niet echt goed. Met hun grove koppen en wijde kleding leken ze vaak meer op boeren; pas later werd hun gedrag verfijnder. Maar ze hadden geld en ze bouwden in Amsterdam stadspaleizen die konden wedijveren met die van bijvoorbeeld Venetië.”
De Herengracht is volgens Six de mooiste en breedste gracht met de chicste panden. Tussen de Leidsetraat en de Vijzelstraat is ook de beroemde Gouden Bocht te vinden, het meest prestigieuze deel van de Herengracht.
„De Herengracht kom je vanuit het centrum het eerst tegen na de Singel”, licht Six toe. „De Amsterdamse regenten, de heren, wilden met die vernoeming van zichzelf duidelijk maken dat zij het in de Republiek voor het zeggen hadden. In 1581 hadden de Nederlanden Filips II immers als hun heer afgezworen en het heft in eigen hand genomen. De Keizersgracht werd vernoemd naar Maximiliaan van Oostenrijk, omdat die in 1489 Amsterdam stadsrechten had verleend. Sindsdien draagt het Amsterdamse stadswapen diens keizerskroon. Dat konden de heren regenten wel waarderen. De prinsen van Oranje moesten het doen met de laatste en smalste gracht.”
Groen
De heren die de grachtengordel bedachten en lieten uitvoeren waren hun tijd vooruit. „Ze zorgden voor veel groen in de stad”, zegt Six. „Zeker aan de Herengracht waren de kavels royaal. Er werd bepaald dat een perceel maximaal voor de helft mocht worden bebouwd, zodat de grachtenpanden tot op de dag van vandaag grote tuinen hebben. Het zijn oases van rust, waar je stilte kunt ervaren en vogels hoort zingen. Dat beseffen mensen meestal niet als ze langs de grachten slenteren. In het derde weekend van juni is een aantal grachtentuinen open voor publiek.”
De grachtengordel was ook aan de straatzijde ooit opvallend groen. Langs de brede kaden werden al meteen strak in het gelid bomen geplant; hun wortels zorgden voor stevige kademuren en ’s zomers zorgden hun takken voor een verkoelende schaduw. Buitenlanders vroegen zich af of hier nu sprake was van een bos in de stad of van een stad in het bos.
Minder gezond was dat de grachten eeuwenlang als open riool werden gebruikt. De stad werd wel „een schone maagd met stinkende adem” genoemd. Om de ergste overlast uit de weg te gaan, gingen de welgestelden ’s zomers naar hun buitenhuizen bij de Vecht. De aanleg van riolering in de 19e eeuw bleek uiteindelijk doeltreffender.
Genieten
Jan Six XI is van plan om zich blijvend te vestigen in de grachtengordel. „Ik dacht altijd dat het beter was om wonen en werken gescheiden te houden, maar ik ben eigenlijk helemaal niet aan het werk, alleen maar aan het genieten. Daarom ben ik op zoek naar een pand in de omgeving, waar ik zowel kan wonen als mijn kunsthandel kan vestigen.”
Het feit dat de grachtengordel op de Werelderfgoedlijst van Unesco staat heeft wat dat betreft voor- en nadelen, zegt Six. „Een grachtenpand is tegenwoordig een stuk goedkoper dan een vergelijkbaar huis in Amsterdam-Zuid. Maar dat heeft ermee te maken dat er hier helemaal niets mag worden veranderd aan het aanzicht van de gevels. Slechte bouw uit de jaren dertig van de vorige eeuw wordt zodoende ook beschermd. Maar waarom zou je iets niet mogen slopen als je er in oude stijl wat voor in de plaats terug bouwt?”
Authentieke elementen
De kunstenaar verbaast zich over de vele regels die er voor dit deel van Amsterdam gelden. „De grachtengordel is een levend organisme, hier wonen en werken al eeuwenlang mensen. De panden vormen daardoor een lappendeken van stijlen uit verschillende perioden. Dat vraagt om langetermijndenken: wat willen we met de stad? Bij architecten is de trend momenteel om panden terug te restaureren naar de situatie van de zeventiende en achttiende eeuw. Veel mensen vinden het mooi dat er ook binnen allerlei authentieke elementen te zien zijn.
En zeg nu zelf: wat is er mooier dan in geschiedenis te wonen?”