Als kinderen van je winnen met memory is dat nog leuk
Ik heb tegenwoordig vaak een chauffeur tot mijn beschikking. Mijn oudste twee zonen haalden een paar weken geleden namelijk allebei hun rijbewijs. En inmiddels klinkt het verschillende keren in de week: „Mam, ik breng u wel even.”
Die eerste keer was dat best wennen. Met verhalen in m’n achterhoofd van collega-moeders die gillend in de auto hadden gezeten, had ik me vast voorgenomen m’n mond te houden. Wat er ook zou gebeuren, ik zou mijn zonen blijven steunen en eventuele schade blijmoedig betalen.
Dat bleek natuurlijk helemaal niet nodig. Ik genoot zelfs van de ritjes. Zaten ze ‘gisteren’ nog bij mij achter op de fiets, nu zijn de rollen opeens omgedraaid en ben ík de bijrijder. Tja, dat is toch hoe het hoort te gaan met ouders en opgroeiende kinderen?
Dat laatste zeg ik heel stoer, maar die gedachte is best slikken. Als ze winnen met memory of als ze me voorbijgroeien –fysiek dan– is dat nog wel leuk. Als ze me voorbijrennen of me verslaan met armpje drukken ook nog wel. Maar wat als ik hen op nóg meer terreinen niet meer kan bijbenen?
Neem de digitale wereld. Mijn zonen leggen uit hoe algoritmes werken, wat AI allemaal kan doen – alles doorspekt met Engelse termen die me in de verste verte niets zeggen. Dat is geen ”voorbijgroeien van je vader en moeder” meer, dat is hen met een reuzensprong in de middeleeuwen achterlaten. Dat is voor mij loslaten 2.0 en overgeven in het kwadraat.
Dat kinderen hun ouders op sommige gebieden voorbijstreven is prima, maar ik zou het toch wel prettig vinden als er een brug over de generatiekloof blijft bestaan en we elkaar halverwege –of op een kwart of op een tiende– kunnen blijven ontmoeten.
Maar goed, misschien moet ik alvast oefenen voor nóg later, als ik dat mag bereiken. Voor de dag waarop ik misschien wel totaal afhankelijk ben van de nieuwe generatie. Het doet me denken aan Petrus na de opstanding van zijn Heere. „Toen u jonger was, omgordde u uzelf en liep u waar u wilde; maar als u oud geworden bent, zult u uw handen uitstrekken, en een ander zal u omgorden en u brengen waar u niet heen wilt.”
Dat is loslaten 3.0 en overgeven tot de vierde macht.