De christelijke kiezers tonen zich onder andere gecharmeerd van een aantal omstreden islamstandpunten uit het PVV-verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen, zoals het verbieden van islamitische scholen. Ruim 44 procent vindt dat nog steeds een goed idee.

Verder is 53 procent voorstander van een verbod op het dragen van hoofddoekjes in overheidsgebouwen. Overigens haalde Wilders een initiatiefwet die het verbieden van islamitische uitingen ten doel had in januari van tafel, om te voorkomen dat de kabinetsformatie met VVD, NSC en BBB daarop zou vastlopen.

De support voor anti-islamstandpunten is niet grenzeloos, blijkt uit het onderzoek. Het verbieden van moskeeën valt bij een minderheid van 29 procent van christelijke kiezers in goede aarde en het Koranverbod bij 22 procent.

Voor de peiling benaderde DataIM ruim duizend mensen „die zichzelf tot het christendom rekenen”. Die definitie is dus behoorlijk ruim. Aannemelijk is bovendien dat de peiling tot andere uitkomsten zou hebben geleid als de factor kerkbezoek zwaarder zou hebben meegewogen. De cijfers laten namelijk zien dat van de christenen die iedere week ter kerke gaan slechts 10 procent overweegt PVV te stemmen. Bij degenen die bijna nooit een kerk bezoeken, maar zich wel christen noemen, ligt dat aandeel een stuk hoger: ruim een derde.