Partijleider Frans Timmermans van GroenLinks-PvdA roept iedereen op tijdens de Nationale Dodenherdenking van 4 mei de doden te herdenken en protesten te bewaren voor een ander moment.
Die oproep doet hij maandag in een essay in Vrij Nederland. Daarin stelt hij dat maatregelen genomen moeten worden tegen het groeiende antisemitisme in Nederland. Het antisemitisme is volgens Timmermans „aan een zeer verontrustende opmars bezig”.
„Antisemitisme is de kanarie in de kolenmijn. Het is een graadmeter voor hoe het gesteld is met de tolerantie in de samenleving. Waar antisemitisme toeneemt, neemt de haat jegens de ander toe. En waar de haat toeneemt is geen enkele minderheid veilig”, betoogt Timmermans in het essay.
De partijleider vindt dat er strenger moet worden opgetreden tegen antisemitisme en vreemdelingenhaat. De Tweede Kamer kan daaraan bijdragen door het wetsvoorstel om zogeheten ’’hate crimes’’ zwaarder te bestraffen „voortvarend te behandelen”. Hij doelt op het initiatiefwetsvoorstel waarin een verhoogd strafmaximum wordt ingevoerd voor elk strafbaar feit met een discriminatoir aspect om ras, godsdienst of levensovertuiging, geslacht, seksuele gerichtheid of handicap.
Ook vindt Timmermans dat geen kind de middelbare school mag verlaten „zonder dat het weet hoe de Holocaust heeft kunnen gebeuren”. Volgens hem zijn veiligheid, groter begrip, meer dialoog en beter onderwijs „noodzakelijke ingrediënten van een vaccin dat we samen moeten ontwikkelen”.
De oorlog in Gaza leidt tot „heftige emoties en flinke discussie”, weet Timmermans, ook binnen zijn eigen partij. „Over het conflict in het Midden-Oosten mag je van mening verschillen, maar voor verschil van inzicht over antisemitisme is geen plaats. Overal waar antisemitisme of vreemdelingenhaat de kop opsteekt, moet worden opgetreden.”
VN-hulp
Ondertussen heeft een groot gezelschap van oud-ministers en voormalig ambassadeurs het kabinet opgeroepen om de Nederlandse bijdrage aan de VN-hulp in Gaza te hervatten. „Eventuele hervormingen kunnen later plaatsvinden, nu is actie geboden”, schrijven zij maandag in een open brief, waarover de Volkskrant bericht.
Begin dit jaar schortte het demissionaire kabinet de Nederlandse bijdrage op aan UNRWA, de belangrijkste VN-hulporganisatie in Gaza, na berichten dat VN-medewerkers mogelijk betrokken waren bij de aanval van Hamas op Israël van 7 oktober. Het onderzoek daarnaar loopt sinds januari en is nog niet afgerond.
In afwachting van de bevindingen trokken veel grote donateurs hun bijdragen voorlopig in, maar sommigen kwamen daar ook alweer van terug.
De ondertekenaars van de brief vinden dat het kabinet de plicht heeft om de relatie met de UNRWA te herstellen nu er voor het eerst weer voedsel en medicijnen Gaza binnenkomen, maar de distributie daarvan problemen blijkt op te leveren.