Zes kerkgangers zaten er ooit op zondagochtend nog in de kerk. Opheffing van de hervormde gemeente in Sebaldeburen leek onontkoombaar. Maar de kerk bleef toch open en inmiddels groeit de gemeente, die in het Groningse dorp een pioniersplek begon, weer. „We zien dat als een zegen van God.”
Café Het Haventje is het eerste wat de bezoeker tegenkomt, als hij via de hefbrug over het Wolderdiep het dorp Sebaldeburen -circa 675 inwoners- binnenrijdt. Verderop langs de Provincialeweg springt een pand in het oog met een groot kruis op de voordeur. Het blijkt de voormalige gereformeerde kerk in het dorp, die in 2000 de deuren sloot en nu dienstdoet als woning.
Opvallender is de hervormde kerk, nog geen 100 meter verderop. Het bedehuis, gebouwd in 1807, is omgeven door grafstenen. Naast de kerk ligt de riante pastorie en iets verderop het kerkelijke verenigingsgebouw Irene. Aan de overkant van de straat, verscholen achter een paar woningen, kreeg tot 2020 de plaatselijke jeugd les op samenwerkingsschool De Aquarel. Nu verblijven er zo’n dertig gevluchte Oekraïense vrouwen en kinderen.
Joost van den Berge (30) heeft geregeld contact met enkele vluchtelingen. Sommigen bezoeken weleens een dienst in de hervormde kerk, vertelt de geboren Zeeuw in de pastorie, waar hij met zijn vrouw Boukje en hun twee kinderen woont. Na zijn studie theologie in Apeldoorn, Amsterdam en Leuven werd Van den Berge in 2019 als kerkelijk werker (35 procent) en pionier (65 procent) verbonden aan de hervormde gemeente in Sebaldeburen. Deze omschrijft zichzelf op haar website als „een protestantse gemeente in de gereformeerde traditie, die wordt gekenmerkt door een orthodoxe prediking en een relatief sobere liturgie”.
De voorganger -„De mensen noemen me hier dominai of domi”- typeert het dorp als een agrarische omgeving met waardering voor tradities. „Het is best bijzonder om in deze omgeving te pionieren, want dat betekent: nieuwe wegen zoeken.” Hij vertelt dat een buitenkerkelijke dorpsbewoner eens tegen hem zei: „Je moet niet te veel veranderen aan de diensten, want als ik ooit kom, wil ik wel een traditionele dienst.”
Dieptepunt
Ds. H.J.C.C.J. Wilschut was de laatste predikant die, van 2015 tot zijn emeritaat in 2018 , de gemeente diende, in combinatie met de hervormde gemeenten in Een en Leek. Het gemiddelde aantal kerkgangers in Sebaldeburen was in die jaren tien tot vijftien, met een gemiddelde leeftijd van 70-plus. „Op het dieptepunt zaten er zes mensen in de kerk”, vertelt Van den Berge.
„In die tijd ontstond de gedachte de kerk te sluiten. Maar ds. Wilschut en een ouderling konden daar niet van slapen, letterlijk. Samen met de IZB, vereniging voor zending in Nederland, hebben ze een plan bedacht om toch door te gaan. Zo is de pioniersplek ontstaan, die in 2021 de naam De Verbinding kreeg. Het was een soort noodgreep. Voor de IZB was het vrij nieuw: pionieren in een dorp.”
Een pioniersplek begint doorgaans met een pioniersteam, „een groep mensen die samen op reis gaat. Hier ging het anders. De hervormde gemeente zei tegen Boukje en mij: „Beginnen jullie maar gewoon en kijk wie er aanhaken.” Van den Berge kreeg niet alleen positieve respons. „Iemand zei tegen me: Het is mooi dat je begint, maar verwacht niet dat het iets wordt.””
Een van de eerste activiteiten was een Vakantiebijbelweek in de zomer van 2019. „Boukje had eerder ervaring opgedaan met kinderwerk, onder meer rond het asielzoekerscentrum in Dronten. We dachten: we proberen het gewoon. Dat initiatief sloeg aan. Aan het eind van die eerste week waren er veertig kinderen. Afgelopen zomer kwamen er zestig naar de Vakantiebijbelweek, ook uit omliggende dorpen.”
Nu is er ook eens in de maand op zondagmiddag een kinderbijbelcub. Daarnaast biedt de pioniersplek van tijd tot tijd een Alpha-cursus aan. Ook gingen er algemene activiteiten van start, zoals een wekelijkse koffiemiddag en twee keer per maand een open maaltijd. Een ongebruikte lap grond tussen de pastorie en Irene kreeg de functie van buurttuin, waarbij ook een weggeefkast een plek kreeg.
Brunch
Het organiseren van activiteiten is belangrijk om contact met dorpsbewoners te krijgen, zegt Van den Berge, maar hij tekent er meteen bij aan dat mensen soms via heel andere wegen bij de kerk terechtkomen. „Een vrouw die dertien jaar niet in de kerk geweest was, zei: „Ik moet weer gaan.” Ze kon niet thuisblijven. Dan zie je God aan het werk, buiten al onze activiteiten om.”
„„Een vrouw die dertien jaar niet in de kerk was geweest, zei: Ik moet weer gaan”” - Joost van den Berge, pionier in Sebaldeburen
Van den Berge werd ook verrast door enkele christenen die vanuit een ander deel van het land in Sebaldeburen kwamen wonen en zich bij de gemeente aansloten. „Zij hebben een belangrijke impuls gegeven aan het pionierswerk. We hebben nu een pioniersteam van tien mensen.”
Op dit moment bezoeken dertig tot veertig kerkgangers de ochtenddienst op zondag. „Dat is weer een hele club. We zien dat als een zegen van God. Soms ga ik voor in gemeenten met dertig kerkgangers, die zichzelf willen opheffen, terwijl wij juist dankbaar zijn dat er zo veel mensen in de kerk komen.”
Voor degenen die het lastig vinden om bij een traditionele dienst aan te haken, is er enkele keren per jaar een zogeheten verbindingsdienst. „Dat is een laagdrempelige dienst. Op tweede paasdag hebben we die ook gehouden. We hadden een overdenking, een kindermoment en na afloop een brunch.”
Missionair verlangen
Dinsdag belegt het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland in Sebaldeburen het halfjaarlijkse beraad voor voorgangers uit Groningen, Friesland en Drenthe. Het thema is deze keer ”Missionair gemeente zijn in het noorden”. Aan het programma werkt behalve Van den Berge ds. M. (Mark) de Jager uit Dwingeloo mee.
Van den Berge zal vooral ingaan op het thema missionair verlangen. Bij hemzelf kwam dat verlangen vooral voort uit het besef „dat mensen zonder geloof in de Heere Jezus voor eeuwig verloren gaan. Prof. C. Graafland vroeg zich jaren geleden al af hoe het komt dat gemeenten die deze gedachte delen soms weinig missionair zijn. Je zou toch elke mogelijkheid moeten aangrijpen om het Evangelie te delen?”
De achterliggende jaren kreeg de pionier ook oog voor andere kanten van missionair verlangen, vertelt hij. „Zo vraagt de Amerikaanse theoloog John Piper aandacht voor de verheerlijking van God. De hele aarde moet meedoen om God te verheerlijken, lees je bijvoorbeeld in de Psalmen. Daaraan mag zendingswerk bijdragen.”
Van den Berge hoopt dat velen in Sebaldeburen „tot geloof en bekering komen”, maar beseft dat dit niet van hem afhankelijk is. „Op biddag heb ik gepreekt over de gelijkenis van de zaaier in Markus 4. De zaaier zaait en gaat daarna slapen. Vervolgens wacht hij en ziet wat er gebeurt. Zo wil ik ook zaaien en wachten, niet lijdelijk, maar met de verwachting dat God het zaad kiemkracht geeft.”