„Drop is helemaal niet typisch Nederlands”
Nederlands favoriete snoepje heeft een eigen boek. Wetenschapper Marieke Hendriksen dook in de historie van de drop en schreef er ”Het grote dropboek” over.
Wat krijgen we nu? Drop is volgens je boek niet typisch Nederlands?
„Dat blijkt zo te zijn, ja, al zijn wij wel de enigen die op vakantie een hele zak op de achterbank hebben liggen. Het recept voor drop komt voort uit de vroegmoderne apotheek, ook in de landen om ons heen. Nog steeds wordt in een groot deel van Europa drop gegeten, in veel meer landen dan ik van tevoren besefte. Na de Tweede Wereldoorlog ontstond bij ons het Centraal Instituut voor de Dropverwerkende Industrie. Directeur Cornelis Nieman, een biochemicus, deed voorkomen alsof het iets typisch Nederlands was en dat zijn we gaan geloven. Elders wordt het wel meer als hoestsnoepje gebruikt.”
„Wij zijn wel de enigen die op vakantie een hele zak op de achterbank hebben liggen” - Marieke Hendriksen, wetenschapper
Maar al die verhalen over ouderwetse dropmakers dan?
„Allemaal marketing. De meeste fabrikanten zijn niet eens geïnteresseerd in de dropgeschiedenis, merkte ik tijdens het schrijven. Er is opmerkelijk weinig historisch besef. Nostalgie is alleen interessant als het uitkomt, als middel om meer drop te verkopen. Zo’n Jochum Douwenga bijvoorbeeld, het gezicht achter Oldtimers, bestaat helemaal niet. Dat portret is een Amerikaanse stockfoto. We maken ook niet al eeuwenlang drop als lekkernij, dat ontstond pas op grote schaal in de naoorlogse jaren. Niet dat het Nederlanders veel kan schelen trouwens, we eten gewoon lekker door. Het is ergens ook fijn om te kunnen zeggen dat iets van ons is.”
Was drop vroeger echt een medicijn?
„Ja, het werd door artsen voorgeschreven. Tot de negentiende eeuw was er weinig beters tegen een zere keel. Tegenwoordig heb je antibiotica en penicilline, dus waarom zou je nog drop nemen? De meeste drop van tegenwoordig helpt ook helemaal niet. De oude recepten bevatten heel veel zoethoutpasta, de drop was destijds veel intenser. De huidige supermarktdrop bevat 1 tot 2 procent zoethout. Dan moet je heel veel eten om iets te merken van de antibacteriële werking. We gebruiken verkoudheid alleen nog als excuus om te kunnen snoepen. Overigens was er ooit sprake van een wet waarin de minimale en maximale zoethoutpercentages zouden worden vastgelegd. Van het aanwezige glycyrrhizinezuur schiet namelijk je bloeddruk omhoog. De fabrikanten hebben daar succesvol tegen gelobbyd. In Duitsland staat altijd nog op de verpakking of iets kinderdrop is of voor volwassenen.”
„De meeste fabrikanten zijn niet eens geïnteresseerd in de dropgeschiedenis, merkte ik tijdens het schrijven ” - Marieke Hendriksen
Is het wel typisch Nederlands om zoveel soorten te hebben?
„In Scandinavië bestaan ook veel soorten, maar niet zo extreem als hier. Daar houden ze overigens meer van zout, wij geven vaak de voorkeur aan zacht en zoet. In Nederland kun je bijna een individuele keuze maken. Toen ik op sociale media naar de favoriete drop vroeg, brak er bijna een dropoorlog uit.
In de loop der jaren zijn de gekste dingen bedacht. Sportdrop, schonetandendrop. Tegenwoordig zijn er likeuren met drop en er bestaat dropkwark. Als iets succesvol is, ga je natuurlijk van alles proberen."
Je schrijft dat drop een ingewikkeld product is qua mondiale verhoudingen. Kun je dat uitleggen?
„De beschikbaarheid van zoethout is nooit een echt issue geweest, al hebben we met Turkije ooit een specifiek handelsverdrag afgesloten. Voor Arabische gom is dat anders, dat komt van een bepaald soort acaciaboom die in westelijk Afrika en op het Arabisch Schiereiland groeit. Instabiele regio’s dus. De keten is ondoorzichtig, je weet niet of er bij de productie dwangarbeid aan te pas komt.
In de jaren zeventig stopten veel producenten daarom met Arabische gom. Het werd te ingewikkeld en het was te vervangen door gelatine of zetmeel, al kunnen die de smeltende kwaliteit van Arabische gom niet evenaren.”
Heb je de magie van drop met je onderzoek kunnen doorgronden?
„Niet alles. Waarom is chocolade met drop in sommige landen een prijzige delicatesse en slaat het hier niet aan? In Nederland is de associatie met drop dat het een lekker dooreetsnoepje is, een snoepje dat we zo Nederlands zijn gaan vinden dat het ook op onze ambassades voorradig is. Net als stroopwafels. Het is het gevolg van pure commercie. Dat hebben de fabrikanten knap gedaan.”