Deense Volkskerk kan niet zonder opwekkingsbeweging
De grootste opwekkingsbeweging in Denemarken is een luis in de pels van de Deense Volkskerk. Toch kan de Folkekirken niet zonder hen. „Mensen noemen de beweging extreem.”
„De Lutherse Kerk was altijd dominant in Denemarken”, stelt prof. Kurt Larsen. Hij is hoogleraar aan de Lutherse Theologische School in het Noord-Deense Aarhus en promoveerde op de kerkgeschiedenis van het Scandinavische land. „Tot 1849 was er maar één geloof toegestaan: het lutherse. Daarna werden ook andere religies legaal, maar niet-lutherse godsdiensten vormden maar een klein percentage van het geheel.
De Lutherse Kerk is een protestantse stroming gebaseerd op de theologie van Maarten Luther. In tegenstelling tot het calvinisme heeft de Lutherse Kerk veel rituelen en tradities uit de Rooms-Katholieke Kerk behouden, waaronder de eucharistie en de confirmatie. De Deense koning en het parlement, de Folketing, zijn de hoogste autoriteit binnen de Folkekirken.
Volgens Larsen is het moeilijk om over een Deense Biblebelt te spreken. „Behoudende christenen zijn verspreid over het hele land.” Een regio die er volgens de hoogleraar het dichtst bij in de buurt komt, is West-Jutland. „Denemarken is verdeeld in parochiën, en elke kerkgemeente kiest zijn eigen priester. In West-Jutland zie je dat Indre Mission meer invloed heeft. Daar zijn dus meer behoudende parochiën.”
Indre Mission (Innerlijke Zending) is een van de opwekkingsbewegingen binnen de Lutherse Kerk van Denemarken. Ze wil een tegenbeweging vormen binnen de vrijzinnig geworden Volkskerk, waar volgens haar het Woord niet meer centraal staat. „Tegen het einde van de 19e eeuw hield een predikant tijdens de dienst een betoog over het nut van het verbouwen van aardappels”, illustreert lekenprediker Hans-Jørgen Steffensen. „De Koninklijke Deense Landbouwvereniging overhandigde de bewuste predikant hierna een medaille.”
Roeping
Steffensen was eerder werkzaam voor Indre Mission in het stadje Skjern, een conservatief bolwerk in West-Jutland. Hij studeerde theologie met de intentie priester te worden in de Volkskerk. Toen in 2012 diezelfde kerk instemde met het homohuwelijk, heroverwoog Steffensen zijn weg naar het priesterschap. „Ik kan mijn studie gebruiken binnen Indre Mission, maar heb geen behoefte aan het priesterschap binnen de Volkskerk. Tenzij ik een duidelijke roeping krijg.” Nu gaat Steffensen nog met enige regelmaat voor als gastpredikant binnen de opwekkingsbeweging.
Indre Mission kent nadrukkelijk geen leden. De mensen die meedoen aan activiteiten, zijn veelal lid van de Folkekirken of een vrije gemeente. Geschat wordt dat er zo’n 25.000 mensen deelnemen aan bijeenkomsten of Bijbelstudies van de beweging. Financieel is de vereniging onafhankelijk, stelt een woordvoerder. „Zo’n twee derde financieren we vanuit giften en legaten. De rest onder meer met een hotel, een reisbureau en een aantal campings.”
Historisch gezien beschouwen veel Denen Indre Mission als een extreme beweging, stelt prof. Larsen, die zelf ook tot de groepering behoort. „Dat komt vooral vanwege een gebrek aan godsdienstkennis. Oorspronkelijk waren alcohol, dans en zondagswerk taboe”, zegt de hoogleraar, die in 2011 een boek publiceerde over Indre Mission. „Theologisch is er weinig veranderd, maar deze zaken zijn tegenwoordig minder belangrijk.”
„Historisch gezien beschouwen veel Denen Indre Mission als een extreme beweging” - Kurt Larsen, hoogleraar Deense kerkgeschiedenis
Hoewel Indre Mission binnen de Deense Kerk een luis in de pels is, zou de Volkskerk niet zonder deze opwekkingsbeweging kunnen, zeggen verschillende betrokkenen. „Binnen de kerk weten bisschoppen en kerkleiders heel goed dat het juist deze mensen zijn, die het werk in de kerk verrichten”, stelt prof. Larsen. „Zij doen vrijwilligerswerk in de kerk en onder migranten.”
Bolwerken
Ondanks al dat werk krimpt de beweging, constateert zowel Steffensen als prof. Larsen. „Jonge gezinnen vinden het vaak lastig om naar de kerk te komen. En jongeren trekken in hun studietijd vaak naar grotere steden, waardoor gemeenten op het platteland sneller vergrijzen.” Dat laatste herkent Larsen. „De nieuwe bolwerken van Indre Mission gaan zich in de steden vormen, omdat jongeren daarheen verhuizen”, zegt hij. „In Aarhus, waar ik woon, bevindt zich een van de meer actievere Indre Missionsbewegingen van het land. In een stad met 300.000 inwoners zijn nog steeds niet veel behoudende christenen, maar hun betrokkenheid is groot.”
Zie ook pagina XXX