Wat maakt die ene wegwerpbeker, vliegvakantie of tweede auto nu eigenlijk uit. Je hoort het overal om je heen. Dat maakt heel veel uit, betoogt Onno Aerden in zijn boek ”De bevrijdende rijkdom van goed genoeg”.
Aerden is een bemiddelde vijftiger die naar eigen zeggen alles meehad. Een droombaan als communicatieadviseur en schrijver, een goed inkomen en een koophuis dat helemaal vanzelf enorm in waarde steeg. Een vijfsterrenleven noemt hij het, met een knipoog naar de luxe hotels waarin hij vaak verbleef.
Toch ging er iets knagen op al die snoepreisjes, tijdens etentjes en bij de aanschaf van nog meer spullen. Aerden voelde dat het roer om moest, en deed het ook. Zonder er veel ruchtbaarheid aan te geven ging hij ontspullen, nadenken voor hij iets nieuws kocht en zijn reisgedrag en energieverbruik onder de loep nemen. Hij leeft nu een driesterrenleven, dat net als een driesterrenhotel precies het comfort biedt dat je nodig hebt, maar zonder onnodige opsmuk.
Het heeft hem veel gebracht, meer dan alle rijkdom en overdaad waar hij zich eerder aan laafde. Met alles wat hij buiten de deur zette of niet meer zo nodig hoefde te beleven, kwam er meer rust in zijn leven.
Dat ging hand en hand met meer afstand tot sociale media, want hij hoefde niet langer zo nodig overal van op de hoogte te zijn en de nieuwste snufjes te kennen. Tegelijkertijd voelde hij zich meer dan ooit verbonden met mensen in het echte leven.
Om zich heen ziet Aerden veel somberheid en onmacht, als het over het klimaat en milieu gaat. Toch is hij ervan overtuigd dat juist de individuele burger veel kan betekenen. Zeker als die meer in de rol van burger en minder in die van consument handelt.
„Het is inderdaad zo dat ik eerst in mijn eentje in het plantsoen voor mijn huis zwerfvuil stond te prikken, erkent hij. Inmiddels trekt er in het weekend een flink groepje door de wijk. Wat zou het mooi zijn als een kind dat meedoet als tiener minder geneigd is zijn blikje op straat te gooien, droomt Aerden.
Fel bestrijdt Aerden de mythe van economische groei. „Ook groene groei is een mythe, een excuus om te blijven doen wat we al deden. Eeuwige groei is feitelijk altijd scheefgroei. Het kost een enorme inspanning om je er als burger tegen te verweren, maar het kan.”
Het betoog van Aerden is niet alleen filosofisch maar ook praktisch van aard. Koop allereerst minder en minder vaak elektronica, auto’s en alles wat met onze huizen te maken heeft, adviseert hij. De keuze voor minder gadgets, een kleinere auto en een woning die groot genoeg is om comfortabel in te kunnen wonen, heeft een enorme impact. En vergeet niet je energiegebruik, kledingaankopen en vleesconsumptie onder de loep te nemen.
Aerden is geen vegetariër en vraagt dat ook niet van mensen, maar eet zelf heel weinig vlees. Doet hij het toch een keer, dan geniet hij er ook echt van. Het gevoel dat dat oproept, vergelijkt hij met de euforie in de jaren vijftig als er een luxeproduct als taart op tafel kwam.
Voor een deel zit de neiging naar meer ook tussen de oren, geeft Aerden aan. Misschien moet je het geld dat je met minderen bespaart besteden aan het afsluiten van advertentievrije abonnementen, merkt hij fijntjes op. Dan heb je vanzelf minder te maken met niet te missen kortingsacties en andere verleidingen.
De levenshouding van de auteur staat ver af van een leven begrensd door christelijke normen en waarden. Tegelijkertijd houdt hij christenen met zijn boodschap van minder willen en goed genoeg een spiegel voor waar je niet snel te lang in kijkt.
Aerden bouwt zijn betoog stapje voor stapje op en verwoordt zijn boodschap helder, maar dat neemt niet weg dat de lezer bij tijden alle zeilen moet bijzetten om zijn (wetenschappelijke) motieven te doorgronden. Hier is duidelijk een hoogopgeleide aan het woord, maar wel een met een boodschap voor iedereen.
De bevrijdende rijkdom van goed genoeg, Onno Aerden; uitg. Business Contact; 176 blz.; € 22,99