Vervolgde christenen vasten wel, waarom wij dan niet?
In de Vroege Kerk werd twee dagen per week gevast. Ook in mijn werk voor SDOK kom ik dit Bijbelse gebruik telkens tegen. In een groot deel van de westerse kerk lijkt het vasten echter verdwenen. Daarom een pleidooi voor deze Bijbelse praktijk.
Bijbels vasten, wat is dat eigenlijk? De Heere geeft ons nergens een concrete definitie van wat vasten precies inhoudt. In Gods Woord staan wel tientallen voorbeelden die richting geven. Zo staat vasten in de Bijbel áltijd in relatie tot onthouding van voedsel. In sommige gevallen wordt er ook niet gedronken. Bijbels vasten valt te omschrijven als ”jezelf voor een specifieke periode onthouden van voedsel om de Heere te zoeken met een bepaald doel”.
Tijdens de lijdensweken hoor ik regelmatig dat christenen ”vasten” met betrekking tot sociale media, telefoongebruik of tussendoortjes. Hier is niets mis mee. Vanuit Bijbels oogpunt is dit echter geen vasten. Dit kun je beter een vorm van onthouding noemen.
„Het goede van Sion zien
Vasten is nergens in de Bijbel een wet of een opdracht. Wel lijkt de Heere Jezus ervan uit te gaan dat Zijn volgelingen zullen vasten. In de Bergrede zegt Hij: „Wanneer u vast…” Later, wanneer de leerlingen van Johannes de Doper naar de vastenpraktijk van de discipelen informeren, suggereert de Heere hetzelfde.
Bij de eerste christenen zien we het vasten al snel terug. Over de gemeente in Antiochië wordt twee keer geschreven dat ze baden én vasten. Paulus schrijft er ook over. De Vroege Kerk onthield zich twee dagen per week van eten: de woensdag en de vrijdag. De kerk heeft dit ritme volgehouden tot ergens in de achttiende eeuw, maar liefst 1700 jaar lang.
Het gebruik van vasten kom je op allerlei punten in de kerkgeschiedenis tegen. Johannes Calvijn vastte ook maar gaf daarbij aan dat zijn ”vlees” vreselijk mopperde op onthouding van voedsel. Matthew Henry noemt vasten „een goede gewoonte, en wij hebben reden om het te betreuren dat het over het algemeen zo veronachtzaamd wordt”. Wilhelmus à Brakel schrijft: „Vasten is een buitengewone godsdienstige oefening waar de gelovige zich één dag van alles onthoudt en zich voor God verootmoedigt. Het is een droevig teken van groot verval dat men zo weinig gebruik maakt van het vasten. Zowel publiekelijk als in het verborgene. Ieder die een teer Godzalig wil leven en die het goede van Sion wil zien, die wekke zichzelf op tot de oefening van deze plicht.”
Waar is het gebleven?
Hoe komt het dat deze praktijk, die volop een plek in de Bijbel én de kerkgeschiedenis heeft, in een groot deel van de Nederlandse kerken verdwenen is? Ds. W. Visser noemde jaren geleden een aantal redenen, waaronder onze welvaart, het verlichtingsdenken, angst voor wetticisme en een mogelijk verminderd verlangen naar God (RD 30-9-2011).
Hoe het ook zij, vasten als gebruik lijkt ondergesneeuwd. Althans, in veel westerse kerken. Vanuit SDOK kom ik met regelmaat in aanraking met vervolgde christenen die vasten. Soms beoefenen ze het in gemeenteverband, bijvoorbeeld elke week een dag(deel). Anderen doen het als reactie op gebeurtenissen. Ze moedigden mij aan om hun voorbeeld te volgen.
Dat de reden voor het vasten kan variëren, komen we ook tegen in Gods Woord. De Bijbel geeft ons meerdere redenen om, ook vandaag de dag, een periode niet te eten. Eén daarvan is bekering en verootmoediging. Het volk Israël vast omdat het gezondigd heeft tegen de Heere. Ninevé volgt in dat spoor, net als koning Achab, die zich vernedert nadat hij het oordeel van de Heere heeft gehoord. Een tweede Bijbelse argument is de strijd tegen ons vlees. Onze seculiere cultuur draait volledig om het vervullen van ónze begeerten. Zelfs de meest onschuldige advertenties zijn erop gericht om onze onverzadigbare verlangens aan te spreken. Met vasten zetten we een stopbord neer. Zoals Matthew Henry schrijft: „Vasten is een middel om het vlees en deszelfs begeerlijkheden ten onder te houden, en ons opgewekter te maken in Godvruchtige oefeningen.”
Alleen door bidden én vasten
Een andere Bijbelse reden om te vasten staat in Mattheüs 17. De discipelen proberen bij een jongen een boze geest uit te werpen. Het lukt niet. Jezus vertelt hun waarom: „Dit soort gaat er alleen uit door bidden en vasten.” Op z’n minst lijkt Jezus hier te suggereren dat er in de combinatie van bidden en vasten bepaalde kracht zit. Dat sommige dingen alléén gebeuren als je zowel bidt als vast.
Het is in dit kader goed om te beseffen dat we als christenen strijd voeren „tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten” (Efeze 6:12). Bij het werk voor SDOK zie ik steeds weer de actualiteit van deze geestelijke strijd. Soms in de vorm van bezetenheid of demonische machten, soms door tegenstand, het isoleren van mensen of verdeeldheid. Diezelfde ”briesende leeuw” is ook in Nederland volop aan het werk, bijvoorbeeld door ruzie en onenigheid binnen de kerk. Op de momenten dat satan toeslaat, is het belangrijk om alle geestelijke wapens die God ons aanreikt te hanteren. Op een van deze wapens wijst Jezus: bidden samen met vasten.
Gebed!
Een laatste Bijbelse reden die ik noem, is vasten als reactie op grote nood. Ezra, Nehemia, Esther, Josafat en David reageerden op een moeilijke situatie door eten te laten staan. Op die manier zetten ze als het ware een uitroepteken achter hun gebed. Ze belijden hun totale afhankelijkheid van de Heere: „Alleen U kunt het doen!”
Ook dit kom ik vaak tegen onder vervolgde broers en zussen. Ik denk aan voorganger Jonah uit Nepal. Hij kreeg boze buren op bezoek. Ze wilden dat hij direct zou stoppen met de bouw van een kerk. Jonah besloot om drie dagen te bidden en te vasten. „Ik zei tegen de Heere: ‘Ik wil Uw huis bouwen, het is niet mijn huis. Het gaat niet om mijn zaak, maar om Uw zaak.’ Ik had een lijst met de namen van 65 mensen die niet wilden dat de kerk er zou komen. Voor al die mensen heb ik een voor een gebeden. ‘Heere, wilt U alstublieft hun harten veranderen’, vroeg ik.” Na de drie dagen bezocht Jonah alle mensen die hadden geklaagd. Eén voor één trokken ze hun bezwaar in. De kerkbouw is doorgegaan en inmiddels bezoeken zelfs 22 van deze bezwaarmakers de kerkdiensten.
Aansporing
De Bijbel geeft ons voldoende reden om de praktijk van het vasten een plek te geven in ons leven met God. In de lange geschiedenis van de kerk beoefenden christenen het met regelmaat en vervolgde broers en zussen over de hele wereld gaan ons voor. Voor leiders in de kerk en christenen ligt hier een aansporing om dit Bijbelse gebruik af te stoffen, te onderzoeken en in de praktijk te brengen.
De auteur is werkzaam voor SDOK (Stichting de Ondergrondse Kerk) en schreef het e-book ”Vasten met vervolgde christenen” (gratis te lezen via sdok.nl/vasten).