Cultuur & boeken
Idealen voor een nieuwe samenleving in de verlichte achttiende eeuw

De achttiende eeuw –de eeuw van de verlichting– is een eeuw die weinig verankerd is in het collectieve geheugen, maar waarvan de erfenis buitengewoon belangrijk is.

Dr. O.W. Dubois
8 March 2024 11:49Gewijzigd op 8 March 2024 12:00
Verhitte discussie tussen vrienden in het huis van Biberius over de loop van de planeten. Tekening van Sara Troost (1771) naar een schilderij van Cornelis Troost. beeld Rijksmuseum
Verhitte discussie tussen vrienden in het huis van Biberius over de loop van de planeten. Tekening van Sara Troost (1771) naar een schilderij van Cornelis Troost. beeld Rijksmuseum

De democratische samenleving met haar begrippen van vrijheid en gelijkheid, haar scheiding van kerk en staat is een verworvenheid van de verlichting. Voor deze idealen is door velen met grote overtuiging gestreden. Mensen die droomden van een betere samenleving waarin niet langer een bovenklasse van regenten een bijna absolute macht had. Over deze mensen en hun idealen gaat het boek ”Verlicht en vilein” van cultuurhistorica Marleen de Vries, die meerdere studies over de achttiende eeuw op haar naam heeft staan.

De schrijfster neemt de lezer mee naar een ver en vreemd land, een land waar naar een gevleugeld woord de mensen de dingen heel anders doen dan wij. Gids hierbij is de mooie en originele metafoor van Lady Verlichting, een meisje van wie het geboortejaar in nevelen is gehuld, al moet het omstreeks 1690 zijn geweest. Zeker is echter dat haar moeder Sapientia heette en dat haar vader een radicale filosoof was van wie Lady Verlichting schatten als empathie, gezond verstand, intuïtie, redelijkheid en eerlijkheid erfde. Bezield door deze idealen zette zich voor het eerst in de geschiedenis een brede beweging van dichters, schrijvers, wetenschappers, romanciers, kooplieden, uitgevers en rijke sympathisanten in voor een betere en vooral rechtvaardiger maatschappij.

Tot deze idealistische burgers behoorden onder anderen de arts-dichter Bernard de Mandeville die in ”De fabel van de bijen” een genadeloos beeld van mens en samenleving gaf, de arts Fredrik Ruysch wiens anatomisch kabinet een bezienswaardigheid van de eerste orde was, de hugenoot Pierre Bayle die pleitte voor een wetenschappelijke kijk op de wereld, de predikant Balthasar Bekker die in ”De betoverde weereld” tegen het bijgeloof van zijn tijd in betoogde dat boze geesten, gevallen engelen, spoken en heksen niet bestonden, en de journalist Willem van Ranouw, opgeleid als arts, die verspreiding van kennis en waarheid zag als geneesmiddelen ter voorkoming en overwinning van ziektes en gebreken van deze wereld.

Deze vijf mannen, rationeel, wetenschappelijk en analytisch denkend, ontfermden zich, zo schrijft Marleen de Vries beeldend, over de kleine zuigeling die rond 1690 ter wereld was gekomen; zij en vele anderen gaven vorm aan de geleidelijke omslag van een religieus wereldbeeld naar een seculiere cultuur, al bleef het christendom dominant. Maar onmiskenbaar was de kanteling van het tot dan heersende religieuze wereldbeeld.

Letterkunde

In de vertolking van de nieuwe idealen, het streven naar een humaner en rechtvaardiger samenleving, is de letterkunde, waarin vrouwen als Elisabeth Wolff en Agatha Deken een steeds belangrijker rol gingen spelen, van grote betekenis geweest. Letterkundige genootschappen en vriendenkringen, waar ontwikkelde en idealistische burgers samenkwamen, bloeiden als nooit tevoren. Van een van deze avonden, die het verleden dichterbij brengt, geeft de schrijfster een aardige impressie. Op een willekeurige avond in 1755 komt men bijeen „in een vier verdiepingen tellend grachtenpand op het Singel in Amsterdam. Vijf mannen discussiëren driftig in de met kaarsen verlichte bibliotheek over Nederlandse en Franse literatuur en het verschil tussen proza en poëzie. Er worden aantekeningen gemaakt, boeken uit de kast getrokken en passages voorgelezen.”

De achttiende eeuw was meer dan alleen ideeëngeschiedenis. Er was, het wordt alles uitvoerig en niet zonder bewogenheid door Marleen de Vries beschreven, ook de rauwe werkelijkheid van bijvoorbeeld de Kerstvloed (1717) toen in Groningen bijna 2300 mensen verdronken; van de Spaanse Successieoorlog die 8500 Nederlanders het leven kostte; van epidemieën in 1779 die tienduizenden slachtoffers eisten; van de allerarmsten met weinig perspectief op een beter leven.

Aangrijpend is wat de schrijver Gerrit Paape meemaakte bij de voedseluitdeling in Delft, waar hij op woensdag en zaterdag bij betrokken was. Hoe hij dan soms oog in oog stond met 1800 arme mensen, gehuld in vodden, een wezenloze blik in de ogen, murw geslagen door het lot. Buitengewoon wreed was ook de rechtspraktijk. De vreselijke openbare terechtstellingen en de al even vreselijke martelingen van en doodstraffen voor homoseksuelen, die in de jaren 1730-1733 massaal werden vervolgd, roepen diep afgrijzen en mededogen op. Tijdgenoten en latere generaties mochten deze eeuw verlicht noemen maar barmhartigheid, een wezenlijk kenmerk van echte beschaving en menselijkheid, kende zij weinig. Met een variant op een bekend woord van historicus Johan Huizinga: een cultuur is barmhartig of zij is niet.

Giftige strijd

Het politieke landschap van de achttiende eeuw werd bepaald door de tegenstelling tussen prinsgezinden of orangisten en patriotten of staatsgezinden en bereikte in de jaren 1780-1787 een hoogtepunt. Patriotten en orangisten gingen een ononderbroken verbale strijd aan, een strijd, zo schrijft de auteur, die minstens zo giftig was als de pokken, en vervuld van wederzijdse haat. Rustig en kalm was het niet meer in ons land: „Naast het zichtbare, vlakke land was een nieuw, onzichtbaar land ontstaan, vol opwindende landschappen en vergezichten. Een modern Nederland, vervuld van idealen die zo revolutionair waren dat de lucht er trilde van alle rondzingende meningen, haatverwensingen, emoties en spanning. In die onzichtbare, toegankelijke ruimte, een plek die we nu de publieke opinie noemen, was het drukker dan in de steden. De Nederlanders in deze ruimte waren niet flegmatisch of ideeënarm, maar creatief en uit op hervormingen.”

Hervormingen die in 1795 zijn hoogtepunt bereikten in de Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger, in de woorden van de schrijfster de kroon op het werk van Lady Verlichting die de staatsvorm had weten te seculariseren.

Deze geestrijk geschreven studie, naar historische wetten gebaseerd op rijk en veelzijdig bronnenmateriaal, geeft een boeiend beeld van een eeuw die van grote invloed is geweest op de vorming van de moderne staat en samenleving.

Boekgegevens

20164417.JPG

”Verlicht en vilein. Een biografie van achttiende-eeuws Nederland”, Marleen de Vries; uitg. Balans; 512 blz.; € 34,95

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer