Eindelijk, eindelijk gaat de Groningse gaskraan echt dicht
De gaskraan in Groningen gaat definitief dicht, de installaties worden ontmanteld. De Tweede Kamer debatteerde er woensdag over. Conclusie: niet pas per 1 oktober, maar mogelijk al in april of mei, gaat de kraan echt dicht. Eindelijk, zullen de Groningers en velen met hen denken. Maar de regering is er nog niet.
Ereschuld valt niet te vereffenen met het dichtstorten van de gasput of met ruimhartige compensatieregelingen.
Decennialang stond de Groningse gaskraan open. Het leverde de staat zo’n 360 miljard euro op. Heel Nederland profiteerde ervan, Groningen betaalde intussen de prijs. En een hard gelag was het, want de schade was enorm. Honderden aardbevingen teisterden het gebied, met dramatische gevolgen: scheuren in gebouwen en huizen, onveilige woningen, stroperige schadeafhandeling, stress, onzekerheid. En hoewel de risico’s van winning bekend waren, werd de gasproductie opgeschroefd. De regering onderschatte de problemen, ook de Tweede Kamer kwam onvoldoende op voor de belangen van Groningers. De parlementaire enquêtecommissie oordeelde in februari 2023 dan ook hard: de belangen van de Groningers zijn structureel genegeerd bij de aardgaswinning, geld verdienen ging altijd boven veiligheid.
Dat de Tweede Kamer nu definitief tot het dichtdraaien van de kraan komt, is dan ook een historisch moment. Dat woord viel vaak tijdens het Kamerdebat woensdag. Want ook al werd de gaskraan afgelopen najaar al dichtgedraaid, toch werden twee productielocaties in januari herstart. De waakvlam werd aangezet om te voorkomen dat er huishoudens zonder gas zouden komen te zitten. Als de Tweede Kamer volgende week daadwerkelijk stemt voor de aanpassing van de Gaswet en de Mijnbouwwet, kunnen de Groningers eindelijk opgelucht ademhalen. Ook de waakvlam kan dan niet meer aan.
Maar de overheid is er dan nog niet. D66-staatssecretaris Vijlbrief zei woensdag terecht: „Met deze stap nemen we de oorzaak van alle aardbevingsellende weg.” De gevolgen zijn intussen niet verdwenen. „Het is een eerste stap op weg naar het eerherstel van Groningen”, aldus CU-leider Mirjam Bikker tijdens het debat. Bikker begon haar bijdrage met een gedicht van dichter-theoloog Huub Oosterhuis:
Wat jij (Groningen, red.) deelt met heel deze
lieve bedreigde wereld, is:
hoop op veiligheid, vrede.
Groningen, vrede zij jou.
En dat is precies waar het Groningers om gaat, ook nu de kraan dicht is: hoop op veiligheid en vrede. „Het gevoel van veiligheid, van zekerheid, van gezien en gehoord te worden, is daar al vele jaren geleden verdwenen.” Juist op dat vlak is de overheid schromelijk tekort geschoten. Waar de overheid veiligheid heeft te bieden en een schild voor zwakken moet zijn, deed ze voor Groningers het tegengestelde. De weg van eerherstel en herstel van vertrouwen duurt nog lang. En ook daarvoor is de overheid verantwoordelijk.