Kerk & religie
Meditatie: De dood

Romeinen 5:12

„Daarom, gelijk door één mens de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood, en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan is, in welken allen gezondigd hebben.”

Door onze zonde in Adam, en het geschonden verbond der werken, liggen wij allen onder het vonnis van de dood (Romeinen 5:12,15). Wij zijn schuldige schepselen, die liggen onder de vloek van de wet en de toorn Gods. Het lichaam is aan de dood onderworpen, alsook aan al de ellenden die voorlopers van de dood zijn. Want „de bezoldiging der zonde is de dood” (Romeinen 6:23). De ziel is in veel opzichten dood: „dood door de misdaden en de zonden” (Efeze 2:1-3). Geestelijk en inwendig dood, en onderworpen aan een eeuwige afscheiding van God. Een zondaar buiten Christus is een dood mens. Wij zijn dode mensen, omdat onze zielen buiten God zijn. Zoals de dood het lichaam ontsiert, zo heeft ook de zonde onze ziel ontsierd. In de dood verliest een mens zijn natuurlijke warmte. Zo heeft ook onze ziel haar natuurlijke warmte van liefde tot God verloren. In de dood verliest een mens alle recht op zijn bezit. Die gaan over tot de naaste erfgenaam. Zo hebben wij ook door de zonde alle recht verloren op de kleinste zegening. Veel minder hebben wij dan recht op de hemelse erfenis. Een dood lichaam kan zijn verstand niet meer gebruiken voor natuurlijke dingen. De dode ziel kan haar verstand niet in geestelijke dingen gebruiken. Want „de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn” (1 Korinthe 2:14).

Ralph Erskine,
predikant te Dunfermline

(”Verhandeling over Johannes 5:25”, 1744)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Meditatie

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer