De Israëlische regering moet Washington voor half maart schriftelijk de garantie geven dat het gebruik van Amerikaanse wapens in de oorlog tegen Hamas niet in strijd is met het internationale recht. Anders loopt Jeruzalem kans dat de VS de militaire hulp opschorten.
In de Amerikaanse politiek klinkt steeds meer kritiek op het Israëlische militaire optreden in de Gazastrook, niet in de laatste plaats van president Joe Biden zelf. Vooral de aanvoer van humanitaire hulp richting de Palestijnse bevolking is volgens veel politici volstrekt onvoldoende. Vandaar dat het Witte Huis Israël een deadline heeft gesteld die op 15 maart afloopt. Voor die tijd moet Jeruzalem per brief de verzekering geven dat de Joodse staat zich aan het internationale recht houdt bij de inzet van Amerikaans wapentuig én dat ze meer hulpgoederen in Gaza zal toelaten.
In Israël gingen de alarmbellen af. Want het land kan niet zonder Amerikaanse militaire steun. Die bedraagt jaarlijks omgerekend zo’n 3,5 miljard euro. Voor de oorlog in Gaza zijn bovendien nog miljarden extra toegezegd. Het meeste van dat geld –ruim 3 miljard– moet de Israëlische regering besteden aan wapenaankopen in de Verenigde Staten zelf. De rest gaat op aan een gezamenlijk programma voor luchtafweer.
Anonieme regeringsfunctionarissen in Washington haastten zich echter te verklaren dat de verlangde garantiebrief geen wijziging in het Amerikaanse defensiebeleid ten aanzien van Israël is. En de VS willen ook het Israëlische leger niet voorschrijven hoe het de oorlog in Gaza moet voeren.
De eis dat het gebruik van Amerikaanse wapens aan de regels van het internationale recht moet voldoen, vloeit voort uit een nieuwe beleidslijn die sinds 8 februari geldt. Op voorstel van de Democratische senator Chris Van Hollen moet elk land dat wapentuig in de VS aanschaft binnen 180 dagen helderheid over die vraag verschaffen. Voor landen die in een gewapend conflict zijn verwikkeld, is die periode 45 dagen.
Adrienne Watson, woordvoerder van de Amerikaanse Nationale Veiligheidsraad, verklaarde deze week dan ook dat de eis aan Israël dus geen politiek signaal, maar standaardprocedure is. Het gaat om „voorwaarden die al langer op Israël van toepassing zijn en die ook gelden voor alle andere landen waaraan we onder Amerikaanse wetgeving wapens leveren.”
De timing van de maatregel en eerdere uitspraken van senator Van Hollen geven echter wel te denken. De Democratische politicus beschuldigde Jeruzalem op 12 februari tijdens een zitting van de Amerikaanse Senaat ervan doelbewust de levering van voedsel aan de noodlijdende Palestijnse bevolking te dwarsbomen. Daarmee begaat de Joodse staat volgens hem „oorlogsmisdaden volgens het boekje”.
De politicus drong er deze week op aan dat de Amerikaanse regering bereid moet zijn maatregelen te nemen als Israël niet aan de voorwaarden voor wapenleveranties voldoet. Inclusief stopzetting van militaire hulp.
Zo’n vaart zal het vermoedelijk niet lopen, gezien de inspanningen die Israël zich getroost bij het voorkomen van burgerslachtoffers. Maar het is wel een nieuw signaal dat de Amerikaanse steun onder druk staat.