Bij wie durft het refomeisje dat ongewenst zwanger is aan te kloppen? Niet altijd bij haar ouders. Ook niet bij de kerk. Kun je zeggen dat er onder christenen een taboe rust op ongewenste zwangerschappen?
Een paar weken geleden berichtte het RD over de komst van nieuwe vondelingenkamers in academische ziekenhuizen. De kamers zijn een initiatief van Stichting Beschermde Wieg, een stichting die zwangere en pas bevallen vrouwen in nood helpt. In het artikel zei Barbara Muller, oprichter van de stichting, dat een deel van de vrouwen met een hulpvraag uit de Biblebelt komt. Een bericht dat voor opmerkingen zorgde bij de redactie van het RD. „Dat gebeurt bij ons toch niet?” klonk het. En: „Ik kan me het niet voorstellen.” En: „Als christenen moeten we toch juist in liefde om iemand heen staan?”
Reden om uit te zoeken hoe het kan dat christelijke vrouwen contact opnemen met een anonieme stichting. Kunnen ze bij niemand anders terecht? Is het taboe echt nog zo groot?
Eerst maar weer contact zoeken met Barbara Muller. „Wij begeleiden per jaar meerdere anonieme bevallingen van vrouwen uit de Biblebelt. Ook staan ieder jaar meerdere christelijke vrouwen hun kind via ons af ter adoptie.”
Dat er een grote groep christenen is die vrouwen in zulke omstandigheden juist wel hulp zou bieden, staat voor Muller vast. „De vrouwen met de heftigste verhalen komen bij ons. Maar die zijn er wel en het is belangrijk om je dat te realiseren.”
De zwangere vrouwen vertellen over gesloten bolwerken, over angst voor het oordeel van de familie of de kerk. Ze voelen zich vaak ontzettend alleen. Meestal komen ze juist bij Stichting Beschermde Wieg terecht omdat de stichting anonieme hulp biedt. Muller: „Bijna iedere instantie heeft gegevens van je nodig voor ze je verder helpt. Vanwege de administratie, de verzekering, enzovoort. Deze vrouwen zijn vaak heel bang om gegevens te delen. Niemand mag hun geheim ontdekken. Daarom komen ze bij ons.”
Of er onder christenen een taboe rust op ongewenste zwangerschappen is voor Kees van Helden geen vraag. Hij is coördinator van Kies Leven, een vereniging die zich inzet voor de bescherming van het ongeboren leven. Van Helden heeft veel contacten in de gereformeerde gezindte. Hij hoort verhalen van vrouwen die zo bang zijn voor wat anderen vinden van hun zwangerschap dat ze kiezen voor abortus. „Ik hoor zó vaak: Huh, bij ons gebeurt dat toch niet? Pas nog, bij de Mars voor het Leven, zei iemand tegen me: Hier lopen eigenlijk de verkeerde mensen bij, want in onze gezindte komt dit niet voor. Maar dat klopt totaal niet. Er wordt alleen niet over gepraat.”
Van Helden vertelt over de schrijnende verhalen die hij hoorde bij diezelfde Mars voor het Leven. „Afgelopen jaar waren er zo’n 10.000 mensen aanwezig. Alleen al bij onze stand heb ik zeven vrouwen gesproken –allemaal uit de achterban– die te maken hadden gehad met abortus. Dan hoor je schrijnende verhalen over afwijzing, en over eenzaamheid, omdat de vrouw het geheim met niemand durft te delen.”
Hoe kan het dat deze vrouwen geen ruimte ervaren om überhaupt het gesprek aan te gaan? Volgens Van Helden begint dat al bij het taboe op praten over seksualiteit in reformatorische kring. Hij noemt voorbeelden van gastlessen over relaties en seksualiteit die hij samen met zijn vrouw op middelbare scholen en tijdens jeugdavonden geeft. Avonden waarbij duidelijk wordt hoe vaak er een kloof is tussen de wereld van jongeren en die van hun ouders. „Veel jongeren zijn met seksualiteit bezig en zijn veel verder dan wij denken. Maar als ze in hun omgeving alleen maar horen: Dat mag niet, en verder volgt er geen open gesprek over hoe je moet omgaan met seksualiteit, dan creëert dat weinig ruimte om een gesprek te beginnen als er iets mis gaat, laat staan bij een zwangerschap.”
Dwang
Ook Van Helden benadrukt dat er veel voorbeelden zijn waarbij er in het gezin en in de kerk vanuit liefde en begrip wordt gehandeld. „Maar wij kennen ook situaties waarin meiden gedwongen zijn tot abortus of adoptie, met de boodschap erbij: hier praten we nooit meer over. De angst van ouders over wat de rest van de gemeente vindt, over de praatjes die gaan ontstaan over hun dochter, is in die situatie groter dan de ethische vragen.”
Barbara Muller van Stichting Beschermde Wieg kent ook een reformatorische vrouw die nul op het rekest kreeg bij haar familie. „Ze was zwanger geraakt en vertelde dit in vertrouwen aan haar zus. Dat is al een hele stap, het voor het eerst aan iemand vertellen. Het eerste wat die zus zei was: Ik schaam me voor je. Het maakt mij niet uit wat je met die baby doet, zolang je het maar weg doet.”
Muller noemt situaties waar een nog groter taboe op rust, bijvoorbeeld bij incest-slachtoffers (zie ook ”Ik heb altijd gehoord dat het mijn schuld was”). „Deze vrouwen zijn vaak zo ongelooflijk bang als ze bij ons komen”, zegt ze. „Onze eerste prioriteit is om naar hun verhaal te luisteren. En om te vragen wat ze zélf willen, los van de dwang die er vanuit hun omgeving kan zijn. En we willen elk meisje, elke vrouw helpen om de baby in veiligheid geboren te laten worden.”
De cijfers liegen er niet om: Stichting Beschermde Wieg heeft in totaal bijna 5000 vrouwen geholpen. Twee derde van de vrouwen kiest er uiteindelijk voor om zelf voor de baby te zorgen. Een derde staat het kindje af ter adoptie.
Overwinning
Wat moet er veranderen om het taboe op ongewenste zwangerschap te doorbreken? Van Helden is er duidelijk over: allereerst opener proberen te praten. „Soms denk ik: wat laten we als ouders liggen? Zelf zijn we ook allemaal jong geweest. Je praat niet gemakkelijk over je seksualiteit, maar wat zou het een hoop oplossen als we dat gesprek wel aan durven te gaan. En dan niet alleen maar zeggen: Bij ons ging het wel goed, maar het ook durven toegeven als je zelf verkeerde keuzes hebt gemaakt.”
Muller voegt toe dat ze het belangrijk vindt dat vrouwen het voor elkaar opnemen, dat het gesprek wordt aangegaan vanuit een gelijke positie tussen mannen en vrouwen. En: probeer nou eens niet gelijk te veroordelen. „Probeer te luisteren en er te zijn voor iemand. Dat kan zo veel verschil maken.”
Ook Van Helden benoemt het belang van die eerste reactie. Hij vindt dat de gereformeerde gezindte allereerst moet erkennen dat het iedereen kan overkomen en dat het je buurvrouw in de kerk kan zijn. „En ga dan niet zitten smoezen onderling van: Oh, heb je het verhaal van die en die al gehoord, die is zwanger. Nee, sta elkaar in liefde en zonder veroordeling bij. Probeer na te gaan: hoe zou ik reageren als mijn dochter mij in vertrouwen neemt? Bedenk dat zo’n gesprek een enorme overwinning voor iemand betekent. Jouw eerste reactie is dan heel belangrijk. Kortom: steun de zwangere vrouw en laat in alles zien dat je er voor haar bent.”
Lisa heet in werkelijkheid anders. Haar gegevens zijn bij de stichting bekend.