Het is tijd om een fundamenteel debat te voeren over de toekomst van het arbeidsongeschiktheidsstelsel. De huidige regelingen zijn als geheel „te complex voor alle mensen die ermee te maken hebben”.
Het is tijd om een fundamenteel debat te voeren over de toekomst van het arbeidsongeschiktheidsstelsel. De huidige regelingen zijn als geheel „te complex voor alle mensen die ermee te maken hebben”.
Dat is de boodschap van de onafhankelijke commissie toekomst arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS). De commissie presenteerde donderdag haar eindrapport. Daarin worden meerdere oplossingen geschetst voor de problemen van het huidige arbeidsongeschiktheidsstelsel.
Door de complexiteit van het huidige stelsel maken veel mensen de stap naar werk niet, stelt de commissie. „Ze overzien niet wat de gevolgen zijn voor hun inkomen en hun rechten. Dat werkt vaak ‘verlammend’.”
Op dit moment wachten tienduizenden werknemers op een beoordeling van hun situatie. De lange wachtlijsten zijn volgens de commissie mede het gevolg van de complexiteit van het stelsel.
In het eindrapport staan drie geheel verschillende varianten voor een toekomstig arbeidsongeschiktheidsstelsel. De commissie spreekt geen voorkeur uit voor een van de opties. Ook doet de commissie geen uitspraak of de in te voeren variant alleen voor instromende arbeidsongeschikten moet gelden of ook voor mensen die nu reeds een arbeidsongeschiktheidsuitkering krijgen.
Een uitgangspunt is in ieder geval duidelijk: vereenvoudigen heeft een prijs. Een royaler en minder gericht arbeidsongeschiktheidsstelsel is duurder.
Lagere drempel
Een van de keuzemogelijkheden die voorligt is een vereenvoudigde versie van het huidige stelsel. De Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA) en de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) worden samengevoegd in één uitkeringsregime.
Daarnaast komen mensen sneller in aanmerking voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering. De drempel wordt verlaagd naar 25 procent. Op dit moment krijgt iemand een arbeidsongeschiktheidsuitkering als hij voor minimaal 35 procent arbeidsongeschikt is verklaard.
De kosten van deze ingrepen zijn geraamd op een bedrag van tussen de één en twee miljard euro. Dat wordt hoofdzakelijk verklaard doordat er meer mensen in aanmerking komen voor een WIA-uitkering (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen).
De tweede mogelijkheid die de commissie schetst −”Werk staat voorop”−, werkt fundamenteel anders dan het huidige stelsel. Mensen krijgen eerst drie tot vijf jaar een re-integratieuitkering van 70 procent van het oude loon. Pas aan het einde van het traject, wanneer re-integratie dus niet is gelukt, volgt een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling.
Gedurende het re-integratietraject is de uitkering stabiel en relatief hoog. Als mensen gaan werken mogen ze een deel van de inkomsten houden. „Dit stelsel heeft andere financiële prikkels dan het huidige stelsel”, zegt de commissie.
Streng
De beoordeling aan het eind van het traject is echter „streng”. Alleen volledig arbeidsongeschikten en werkenden met een structureel verlies aan inkomen komen ervoor in aanmerking. Die groep zal kleiner zijn dan het aantal mensen dat nu langdurig een WIA-uitkering ontvangt, verwacht de commissie.
Omdat de regeling fundamenteel verschilt is het echter niet mogelijk om een inschatting te maken van de kosten en opbrengsten van deze stelselwijziging.
De derde variant betreft een basisuitkering voor alle werkenden. Alle werknemers, van mensen met een vast dienstverband tot zzp’ers, komen in aanmerking voor deze regeling. Iedereen betaalt hetzelfde premiepercentage voor een basisuitkering op sociaal minimumniveau.
Voor werknemers komt er bovenop de basisuitkering een verplichte aanvullende verzekering, een tweede pijler. Voor zelfstandigen wordt zo’n aanvullende verzekering niet verplicht.
De kosten van deze variant liggen tussen de 1,5 en 2,5 miljard euro. Gedeeltelijk arbeidsongeschikten krijgen een hogere uitkering dan onder de huidige voorwaarden. Daardoor neemt voor hen de prikkel om te gaan werken af. Verder zullen zzp’ers in dit scenario ook in aanmerking komen voor een beoordeling door het UWV, waardoor de druk op de uitvoeringsorganisatie toeneemt.
Minister Van Gennip (Sociale Zaken) stelde november 2022 OCTAS in om oplossingsrichtingen te schetsen voor de problemen met het huidige arbeidsongeschiktheidsstelsel. Over enkele weken volgt een debat met de Tweede Kamer. Van Gennip zal dan een eerste reactie geven op het rapport.