De Franse president Macron kondigde maandagavond aan dat hij het sturen van soldaten naar Oekraïne niet uitsluit. „Verrassend”, vindt defensiedeskundige Patrick Bolder. „Maar op dit moment is dat een brug te ver.”
Tijdens een top in de Franse hoofdstad sprak Macron met de leiders van negentien andere Europese landen over de voortzetting van hulp aan het door Rusland bezette land. De Franse president kondigde aan dat alles gedaan zal worden wat nodig is om te voorkomen dat Poetin wint.
Macron bracht echter wel een nuance aan, door te stellen dat er momenteel geen overeenstemming bestaat over die verregaande optie. Ook Bolder, als defensie- expert verbonden aan de in Den Haag gevestigde denktank HCSS, verwacht niet dat een troepeninzet op korte termijn staat te gebeuren. „Dat levert voor Europa veel te veel risico’s op, omdat de strijd nog altijd erg dynamisch is. Zelfs wanneer NAVO-troepen niet aan de frontlinie gepositioneerd worden, is de situatie gevaarlijk. Met regelmaat komen er Russische raketten in het westen van Oekraïne terecht. Als die op onze troepen vallen, is de kans op escalatie groot.”
Verschillende landen hebben dinsdag ook al aangegeven niet van plan te zijn soldaten te sturen, waaronder Duitsland, Zweden, Polen, Hongarije, Tsjechië en Slowakije. Dezelfde boodschap werd afgegeven door NAVO-chef Jens Stoltenberg. Demissionair premier Mark Rutte hield zich op de vlakte.
„Het sturen van troepen ligt ook niet voor de hand als je kijkt naar discussies die er binnen landen gevoerd worden over het al dan niet leveren van wapens”, zegt Bolder. „Dat geldt bijvoorbeeld voor Duitsland. Bondskanselier Olaf Scholz weigert Taurusraketten aan Oekraïne te geven, omdat die Rusland kunnen bereiken. Als ze daar al terughoudend in zijn, gaan ze zeker geen troepen sturen. Ook parlementen zullen daar niet mee akkoord gaan. Bovendien geldt voor Macron dat hij de oppositie in Frankrijk niet tegen zich in het harnas wil jagen.”
Luchtverdediging
De woorden van Macron dienen volgens Bolder op dit moment vooral opgevat te worden als signaal richting Poetin. „De Franse president wil uitstralen dat het Westen Oekraïne nog altijd steunt. Het is goed dat dat gebeurt, want anders grijpt Poetin zijn kansen.”
Bolder acht het mogelijk dat er in de toekomst wel een NAVO-inzet komt. „Zodra er een bestand is en er niet meer actief wordt gevochten, zou een multinationale troepenmacht in het westen van Oekraïne en rondom Kiev gestationeerd kunnen worden. Oekraïense troepen kunnen zich dan richten op het frontgebied.” Bolder verwacht niet dat NAVO-troepen in het oosten van het land actief worden, ook niet als de situatie stabiel is.
Veel aannemelijker is het dat troepen gaan helpen bij de luchtverdediging en het opbouwen van stellingen. Nederland kan daar volgens de defensie-expert een belangrijke rol in spelen. „We hebben veel expertise als het gaat om luchtverdediging en onze genie zou kunnen helpen met het versterken van de energie-infrastructuur en het bouwen van verdedigingsposities. Bovendien zouden we kunnen helpen bij het opbouwen van de Kachovkadam, die vorig jaar verwoest werd. Waterbouw is wel aan Nederland toevertrouwd.”
Weerstand
Militair-operationeel gezien is het verstandig dat Europa nu al over een mogelijke aanwezigheid van troepen in Oekraïne nadenkt, vindt Bolder. „Een goede voorbereiding zorgt ervoor dat we met een antwoord kunnen komen zodra er nieuwe ontwikkelingen zijn.”
Het stationeren van NAVO-troepen op Oekraïens grondgebied zal wel tot weerstand leiden in westerse landen, verwacht de defensie-expert. „Er zullen partijen zijn die zeggen dat de kans dat Europa zichzelf hiermee in een oorlog stort groter wordt, maar ik ben van mening dat er juist sprake is van het voorkomen daarvan. Je ziet dat bij de Baltische Staten. Daar bevinden zich ook troepen. Poetin weet dat als hij daar binnenvalt, hij het risico loopt direct in oorlog te geraken met de NAVO. Daar kijkt hij voor uit. Een dergelijke constructie kan in de toekomst ook Oekraïne tot nut zijn.”