Opinie
Oemoemenoe?

Wel eens in een wildvreemde stad rondgedwaald zonder kaart? Of zonder gids in een natuurgebied het gevoel gehad helemaal verdwaald te zijn? Dat kan een sterk gevoel van paniek geven. Of stress. Wat moet je dan? En hoe bepaal je alsnog de goede richting?

Gijsbert Korevaar
beeld RD
beeld RD

In Zeeland hebben ze daar een prachtige zin voor: „Wat moeten we nu doen?” Uitgesproken als ”oemoemenoe”? Daaraan dacht ik onlangs na enkele bijeenkomsten en gesprekken rond het thema ”energietransitie”.

Als lector energietransitie van Hogeschool Rotterdam beland ik vaak in allerlei soorten gesprekken en discussies. Onlangs presenteerde ik voor ons College van Bestuur wat ik voorzie als de voornaamste trends in energietransitie voor de komende jaren. Het is mooi om te zien dat hogescholen en universiteiten de handschoen oppakken om voluit te werken aan een toekomst van emissieloze energievoorziening. Een paar dagen eerder had ik met mijn studenten een stevig debat over waarom die hoognodige veranderingen zo tergend langzaam gaan. En dan zijn er ook nog situaties waarin ik me in een of ander gezelschap met allerlei argumenten ervoor moet verantwoorden waarom ik überhaupt dit werk doe.

Die laatste vraag stel ik mezelf ook vaak. Niet dat ik er zozeer aan twijfel of ik mijn werk op een juiste manier uitvoer. Het gaat er meer om dat ik mezelf regelmatig de kritische vraag stel of waar ik zo druk mee bezig ben wel het juiste is. Waarom zou ik me zo vaak en zo uitgebreid met energievraagstukken bezig moeten houden? En nog meer, wat bedoelen we nu precies als we het hebben over de energietransitie? Energietransitie is namelijk heel breed te interpreteren en een gesprek over energie of klimaat kan zomaar betekenen dat alle deelnemers met verhitte hoofden uit elkaar gaan.

20105307.JPG
„Bij energietransitie gaat het erom dat we van fossielgedreven energiebronnen olie, kolen, gas naar hernieuwbare energiesystemen bewegen.” beeld ANP, Robin Utrecht

Nu zou daartegen in te brengen zijn dat zowel energie als klimaat toch een helder afgebakende natuurkundige definitie heeft. Op de basisschool kun je al leren dat we niet zonder energie kunnen en dat ons land een zeeklimaat heeft. Het gaat echter niet zozeer om klimaat als wel om klimaatverandering. En het gaat niet om energie op zich maar om de energietransitie. Die woorden ”verandering” en ”transitie” zorgen in combinatie met energie en klimaat voor heel tegenstrijdige meningen. De een is ervan overtuigd dat de verandering van het klimaat om energietransitie vraagt. De ander denkt te weten dat het met klimaatverandering wel meevalt en dat onze energievoorziening prima is zoals die is.

En als we energietransitie zeggen, welke transitie bedoelen we dan? Transitie is een populair woord voor iets dat verandert. Het aparte bij energietransitie is niet zozeer dat energie van vorm verandert – dat noemen we in de techniek ”energieomzetting”. Bij energietransitie gaat het erom dat we van fossielgedreven energiebronnen (olie, kolen, gas) naar hernieuwbare energiesystemen bewegen. Het einddoel is daarmee bepaald: geen fossiel meer, maar alleen nog maar wind, zon, geothermie of andere bronnen gebruiken die voortdurend worden aangevuld.

Het einddoel moge dan min of meer helder zijn, de manier waarop we dat doel willen gaan halen, is helemaal nog niet helder. En daarvoor willen we het woord ”transitie” gebruiken. Een transitie is geen einddoel. Het is de manier waarop of, nog beter gezegd, de weg waarlangs je dat einddoel kunt bereiken. Dat is geen rechte lijn of een efficiënt proces. Transities hebben een grillig karakter: een stapje vooruit, vervolgens een stapje zijwaarts of achteruit, dan weer omhoog, dan weer omlaag. Het is als een ingewikkelde bergwandeling zonder kaart en zonder gids.

Die ingewikkeldheid heeft er alles mee te maken dat een transitie rond energievoorziening volledig verweven is met andere ontwikkelingen en veranderingen in de samenleving. Energietransitie kan niet zonder heldere afspraken met betrekking tot bezuinigen op energie. Als er meer windmolens en zonnepanelen geplaatst moeten worden, heeft dat ook te maken met een ander beheer van woonwijken en natuurgebieden. Elektriciteit komt ondertussen niet meer bij een beperkt aantal grote energiecentrales vandaan, maar is onderdeel van een uiterste complexe markt met allerlei soorten producenten en consumenten. Er is dus sprake van een transitie van de energiemarkt, van het consumentengedrag, van regelgeving en wetgeving, van geopolitieke verhoudingen…

Dat geeft dus wel vaak de verzuchting ”oemoemenoe?”. Wat is de juiste weg uit dit doolhof? Helaas moet ik het rechtstreekse antwoord daarop schuldig blijven. Alsnog is er wel veel te doen. Door samen te werken, door veel dingen uit te proberen en door kennis te verzamelen en te delen, komt er heel langzaam beweging in het geheel. Dus ben ik nog niet van plan om de moed op te geven en blijf ik me graag met mijn team inzetten om wegen te vinden naar minder gebruik van fossiele rommel en meer gebruik van wind en zonneschijn.

De auteur is lector circulaire energietransitie aan Hogeschool Rotterdam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer