Kamer gunt Wilders nog een tweede kans
De rol van PVV-leider Geert Wilders in de kabinetsformatie is nog niet uitgespeeld, ondanks dat de eerste gespreksronde is geklapt. Elf partijen, samen goed voor 117 Kamerzetels, kunnen zich vinden in zijn voorstel om SER-voorzitter Kim Putters naar voren te schuiven als de nieuwe informateur die mag proberen het vastgelopen proces weer vlot te trekken.
Putters moet als het aan de partijen ligt gaan inventariseren welke kabinetsvormen kunnen rekenen op voldoende draagvlak in de volksvertegenwoordiging. Als het aan Wilders ligt, wordt de zogeheten extraparlementaire variant daarbij met name onder de loep genomen. In deze vorm, waar ook Pieter Omtzigt al een paar keer een sterke voorkeur voor heeft uitgesproken, staan die bewindspersonen die met elkaar het kabinet vormen op afstand van de Tweede Kamer. Er is bovendien geen coalitieakkoord als bindmiddel tussen coalitie en kabinet. In plaats daarvan stelt de Kamer een regeringsprogramma op waarin slechts op hoofdlijnen wordt geschetst aan welke problemen het kabinet prioriteit moet geven en hoe het kabinetsbeleid eruit moet zien.
In het Kamerdebat over de formatie beaamde Wilders dat het achteraf bezien beter was geweest als het inventariseren van de verschillende kabinetsvormen al in de eerste gespreksronde tussen PVV, VVD, NSC en BBB aan bod was gekomen. Wel relativeerde hij dat vervolgens meteen door te zeggen dat hij het weglopen van NSC van de onderhandelingstafel nog altijd niet begrijpt. „We hadden er samen uit kunnen komen”, aldus Wilders. Oftewel, als Omtzigt was blijven zitten, zou de kabinetsvorm eveneens het volgende bespreekpunt zijn geworden; zij het dat Putters zich dan had kunnen beperken tot gesprekken met PVV, VVD, NSC en BBB. Nu wordt een brede gespreksronde met alle fractievoorzitters voorgesteld.
VVD-leider Yeşilgöz, die sprak van „een wijze zet” van Wilders, maakte alvast duidelijk bereid te zijn met PVV, NSC en BBB om tafel te gaan om te verder te onderhandelen over een extraparlementair kabinet. Yeşilgöz kan zich voorstellen dat er nog meer partijen aanhaken. De VVD-leider weigerde te onderschrijven dat de haalbaarheid van een minderheidskabinet van PVV, VVD en BBB gaan onderzoeken nu een veel logischer vervolgstap zou zijn; een optie die GL-PvdA en Volt haar probeerden voor te houden. De linkse partijen zien de keus voor een extraparlementair kabinet vooral als truc van PVV en VVD om Omtzigt weer aan tafel te krijgen, maar wat haar betreft is dat niet de opzet, hield Yeşilgöz bij hoog en bij laag vol.
NSC-leider Omtzigt zei in het debat dat het in zijn wereld het meest logisch zou zijn als Putters zijn onderzoek toch als eerste zou beginnen met dat minderheidskabinet, om pas daarna te kijken naar andere varianten. Hij stelde dat echter niet als harde voorwaarde. Later in het debat beaamde hij dan ook dat NSC open staat voor steun aan een extraparlementair kabinet. Daarbij streeft Omtzigt naar een kabinet dat zo breed mogelijk is samengesteld en dus gesteund wordt door meer partijen dan alleen PVV, VVD en BBB. Komt die brede variant er, dan draagt hij wellicht ook ministers voor.
Omztigt herhaalde dat NSC de kloof met de PVV nog altijd te groot vindt, zowel vanwege de inhoud van het PVV-verkiezingsprogramma als vanwege Wilders’ weigering om terug te komen op eerdere uitspraken waarin hij onder meer het gezag van de rechtsspraak aantastte. Om die reden stapt NSC niet met PVV, VVD en BBB in een meerderheidskabinet.