Hij snapt er niets van dat partijen als NSC en VVD een kabinet met PVV mogelijk willen maken. Zeker niet omdat NSC-partijleider Pieter Omtzigt op 10 januari heeft gezegd Geert Wilders niet te vertrouwen om aan de knoppen van de rechtstaat te zitten, en daarom niet met de PVV-leider in een meerderheidskabinet wil.

Volt wil dat er werk wordt gemaakt van een stabiel meerderheidskabinet, met „een regeerakkoord op hoofdlijnen, zonder antirechtstatelijke partijen”.

DENK-leider Stephan van Baarle spreekt van een „uiterst treurig schouwspel”. Hij vindt dat Wilders er „een potje van heeft gemaakt voor het oog van de natie”. Wat hem betreft is Wilders niet in staat verantwoordelijkheid te nemen en kan de radicaal-rechtse politicus daarom geen premier zijn. Van Baarle verwijst telkens naar diens uitspraken over de islam die Wilders niet wil terugnemen. DENK vindt „het tijd voor een formatie zonder Wilders, en tijd voor een Wexit”.

De SGP wil wel graag dat de vier partijen uit de huidige impasse komen. Partijleider Chris Stoffer zegt dat in de volgende ronde „nader onderzoek moet worden gedaan naar een formule waarin PVV, VVD, NSC en BBB toch met elkaar kunnen regeren”. Belangrijk daarbij is volgens Stoffer dat de hoofdrolspelers goed met elkaar overweg kunnen en er een goede chemie is. „Politiek blijft mensenwerk.”