Dankbaarheid in kibboets Afik: „Leren christenen uit Nederland juist nu kennen als vriend van Israël”
De strijd in de Gazastrook staat volop in de belangstelling. Ondertussen is ook in het noorden van Israël de situatie gespannen. „Ik ga niet eerder naar huis dan wanneer de dreiging vanuit Libanon is geneutraliseerd.”
Afik is een kibboets op de Golanhoogvlakte. Het agrarische dorpje is vernoemd naar het Bijbelse Afek en telt enkele honderden inwoners. De omgeving is indrukwekkend; het uitzicht fenomenaal. Het is goed toeven in Afik, zo bevestigen Gil Cohen en Nir Adler. De ontmoeting met beide mannen vindt plaats in de centrale eetzaal van de kibboets. De pot schaft rijst, kip en sperziebonen.
Gil woonde tot voor kort samen met zijn gezin in Sde Nechemja, een kibboets in het uiterste noorden van Israël. Even na de aanval van Hamas op 7 oktober beval de regering dat alle Israëliërs die tot 5 kilometer van de grens met Libanon woonden, moesten vertrekken.
Sde Nechemja ligt weliswaar op 5,6 kilometer afstand van de grens, maar Gil vond het te riskant om in het dorp te blijven wonen. De eerste weken verbleef hij met zijn gezin op eigen kosten in een hotel in Ein Gev, een vissersplaatsje aan het Meer van Galilea. Totdat er voor hen een plaatsje vrij kwam in Afik.
Nir komt ook uit Sde Nechemja. Hij is wat minder spraakzaam dan zijn dorpsgenoot. De situatie in Israël drukt hem zichtbaar terneer. Al maandenlang slaapt hij slecht. Om zijn schouder bungelt een geweer. Niets doen is niet besteed aan de projectontwikkelaar. Hij helpt nu mee Afik te bewaken.
Welkom
Dit laatste is niet overbodig, benadrukken beide mannen. Syrië ligt op hemelsbreed 5 kilometer afstand. Hezbollah, een gevreesde Libanese terreurbeweging, is daar weliswaar minder actief, maar er zijn in Syrië genoeg andere terreurbewegingen die weinig liefde voor Israël kunnen opbrengen.
Ondanks het gevaar uit Syrië voelen de mannen zich op hun gemak in Afik. „Ik ga hier niet weg voordat de Israëlische regering de dreiging vanuit Libanon heeft geneutraliseerd”, stelt Nir stellig. „Ik wil voorkomen dat mijn gezin zoiets vreselijks overkomt als op 7 oktober.”
Gil is minder vastbesloten. Hij heeft nog niet zo lang geleden een nieuwe woning betrokken. Af en toe brengt hij een kort bezoekje aan Sde Nechemja om te controleren of alles nog in orde is. Hij zou maar wat graag terugkeren. Op dit moment is de situatie echter te onveilig.
De mannen hopen vurig dat ze vooralsnog welkom blijven in Afik. Een voordeel is dat een fors aantal andere gezinnen uit Sde Nechemja ook een onderkomen heeft gevonden op de kibboets op de Golan. En wat belangrijk is: de kinderen vermaken zich prima op de Golan. „Nog even en zij willen hier niet meer weg.”
Gereformeerde Gemeenten
Dit laatste is een stevig compliment voor Jeanette Gabay. Gabay –ook werkzaam als Israël-correspondent voor het RD– is medeverantwoordelijk voor de huisvesting van de Israëlische vluchtelingen. Vanwege de oorlog is het internationale toerisme stil komen te liggen. De tientallen ”cottages” in Afik worden nu gebruikt om de evacuees te huizen.
De organisatie van de opvang vormt een flinke uitdaging, ervaart Gabay. „De mensen zijn hier niet op vakantie. Omdat je weet dat het voor langere termijn is, moet je ook nadenken over dingen als dagbesteding en scholing.”
De geboren Nederlandse prijst zich gelukkig dat er financieel ondertussen weinig hoofdbrekens zijn. De opvang wordt namelijk deels mogelijk gemaakt met financiële steun van het deputaatschap Israël van de Gereformeerde Gemeenten en Steunfonds Israël.
Deze christelijke steun kan op veel waardering rekenen van Gil en Nir. „We leven in een moeilijke tijd”, zegt Gil. „Ik vind het zo bemoedigend dat we christenen uit Nederland juist nu leren kennen als vriend van Israël. We staan er gelukkig niet alleen voor.”
Ook Jeanette is dankbaar voor de Nederlandse steun. „Er leeft in Israël vanouds best veel wantrouwen richting christenen. Ik zie als het daarom gaat een verandering in de houding van mijn buren in Afik. Ze zijn oprecht verbaasd over de toewijding van de Nederlandse sponsors.”
Spelcomputer
Gil en Nir staan erop voor vertrek nog even hun onderkomen te tonen. De vrouw van Gil is overduidelijk niet voorbereid op het bezoek. Snel worden er nog wat dingen rechtgetrokken en opzij geschoven. Ze oogt vermoeid. Wekenlang van huis doet zichtbaar wat met je. Gil slaat een arm om haar heen.
De zoon van het stel vermaakt zich ondertussen prima. De televisie in het bescheiden onderkomen is omgebouwd tot spelcomputer. Oog voor de bezoekers heeft de jonge evacuee niet. Gebiologeerd voert hij een digitale strijd.