Vakbonden FNV en CNV zijn niet verrast door de aangekondigde banenkrimp in de bouwsector. Een optelsom van problemen leidt ertoe dat de productie van nieuwbouwwoningen al langere tijd achterloopt bij de ambities van het kabinet. „Woningbouw levert van de takken in de bouw de meeste werkgelegenheid op. Als daar een kink in de kabel komt, gaat dat meteen arbeidsplaatsen kosten”, legt FNV-bestuurder Hans Crombeen uit.
Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) maakte donderdagochtend bekend dat de werkgelegenheid in de bouw in twee jaar tijd waarschijnlijk met 12.000 banen afneemt. „Dit is al heel lang aangekondigd”, zegt Crombeen. Hij doelt onder meer op het feit dat al langere tijd weinig vergunningen voor nieuwbouw worden afgegeven, een goede voorspeller voor de komst van nieuwe woningen.
Bovendien blijven de opgaven in de bouwsector nog steeds groot en daarom zijn bouwers hard nodig, stellen de vakbondsbestuurders. „Alle mensen die er nu zijn hebben we meer dan nodig”, stelt CNV-bestuurder Gijs Lokhorst. „Er is genoeg werk voorhanden, onder meer voor herstel, renovatie, verduurzaming en de energietransitie om de dip in de bouw van nieuwbouwwoningen op te vangen.” De productie van nieuwbouwwoningen loopt waarschijnlijk met 11 procent terug, voorspelt het EIB.
Crombeen wijst ook op de krapte op de arbeidsmarkt en legt uit dat mensen binnen technieksectoren elders aan het werk kunnen om dit soort dipjes op te vangen. Bovendien trekt de bouw over een aantal jaar weer fors aan, denkt de FNV-bestuurder. „Bedrijven die nu veel moeite hebben gestopt in het aantrekken van mensen gaan hopelijk meer moeite doen om diezelfde mensen vast te houden.”