Onlangs publiceerde de Frans-Arabische zender Elmaniya.tv de uitkomst van een opiniepeiling over de houding van Franse moslims tegenover de ”laïcité”. De uitkomsten moeten ons in Nederland ook zorgen baren.
Laïcité vertalen wij met ”secularisme” oftewel de scheiding van kerk en staat. In Frankrijk is het een wezenlijk onderdeel van de staatsvorm.
Elmaniya had het onderzoek laten uitvoeren door IFOP, een vooraanstaande Franse opiniepeiler, ter gelegenheid van de ”Dag van de laïcité” (9 december). Een centrale conclusie van het IFOP-onderzoek is dat de overgrote meerderheid van de Franse moslimbevolking het secularisme discriminerend vindt en zich uitspreekt voor uitingen van religiositeit in de samenleving in het algemeen en op school in het bijzonder. Het onderzoek is daarom van groot belang voor andere Europese landen met een aanzienlijke moslimbevolking.
Geen zwemles
Het merendeel van de ondervraagden (78 procent) meent dat het Franse secularisme discriminerend is voor moslims. Driekwart zegt voorstander te zijn van overheidsfinanciering van gebedshuizen en voorgangers van de belangrijkste godsdiensten, zoals in de Franse regio Elzas-Moezel deels het geval is.
Andere eisen betreffen het afschaffen van het verbod op het dragen van religieuze kleding in de openbare ruimte. In tegenstelling tot Franse moslims (28 procent) steunen veel Fransen (81 procent) het recent ingevoerde verbod op het dragen van de abaya, een soort lange jurk die het hele vrouwenlichaam bedekt. Ook is er overweldigende steun om Franse atleten het recht te geven religieuze hoofdbedekking te dragen tijdens de komende Olympische Spelen (75 procent).
Bijna twintig jaar na dato zijn Franse moslims nog steeds sterk gekant tegen de wet uit 2004 die opvallende religieuze symbolen op scholen verbiedt. Twee derde van hen (65 procent) zegt voorstander te zijn van het dragen van hoofdbedekkingen van religieuze aard (bijvoorbeeld een hoofdoek of keppeltje) op openbare basis- en middelbare scholen.
Moslims steunen ook andere uitingen van religiositeit in de schoolruimte, zoals het dragen van religieuze symbolen door ouders die begeleiden bij het lesgeven en schoolreizen (75 procent), of het invoeren van een halal schoolmenu (83 procent).
Ten slotte is ongeveer de helft van hen ook tegen het beginsel van religieuze neutraliteit dat de kern van het onderwijs vormt. Zo wil men bijvoorbeeld het recht van jonge meisjes claimen om wegens „religieuze redenen geen zwemlessen te volgen” (57 procent) en „geen lessen bij te wonen waarvan de inhoud hun religieuze overtuigingen zou beledigen” (50 procent).
Ontsnapping
François Kraus, directeur van de afdeling Politiek en Actualiteit van IFOP, trekt een aantal zorgwekkende conclusies uit het onderzoek. De belangrijkste is dat de overgrote meerderheid van de Franse moslims is ontsnapt aan de secularisatiebeweging die de rest van de Franse samenleving al eeuwenlang beïnvloedt.
Voor hen speelt religie zo’n belangrijke rol in het leven dat ze allerlei eeuwenoude islamitische geschriften en uitspraken uiterst letterlijk nemen. Ook komen ze met een hele reeks eisen voor religieuze expressie in het dagelijks leven die lijnrecht ingaan tegen de bestaande wet- en regelgeving in Frankrijk.
Omdat deze groep uiterst kritisch is op het secularisme in Frankrijk, volgt de overgrote meerderheid van Franse moslims een waardensysteem dat breekt met de waarden van de Franse republiek. Voor deskundigen is dit niet echt een verrassing, omdat andere onderzoeken dit de afgelopen jaren al hadden aangetoond, maar die waren niet gebaseerd op zo’n solide steekproef en de kloof met de rest van de bevolking leek niet zo groot.
Kraus ziet in de uitkomsten van het onderzoek stof tot nadenken voor degenen die de geleidelijke opkomst van een islamitische tegenmaatschappij, die zich op een hele reeks punten onderscheidt van de rest van de bevolking, ontkennen: „Het is de bagatellisering van een ‘halal manier van leven’, die niet alleen beperkt is tot voedsel, maar ook terug te vinden is in de manier van kleden, in de gezelligheid of in het intieme leven”.
Het lijkt waarschijnlijk dat vergelijkbare onderzoeken in andere Europese landen tot dezelfde conclusies zouden leiden. Maar dat weten we niet heel zeker. Daarom is het belangrijk dat België en Nederland soortgelijke onderzoeken met dezelfde vragen gaan uitvoeren, zodat vergelijkingen kunnen worden getrokken voor eventuele beleidsaanpassingen.
Zorgwekkend is dat in een land als Nederland ook de autochtone bevolking, althans het leidinggevende gedeelte ervan, het wezenlijke principe van secularisme niet langer serieus wil nemen. Zo willen gevestigde politieke partijen als GroenLinks-PvdA en D66 inmiddels het dragen van hoofddoeken door politieambtenaren toestaan, overweegt de Nederlandse politietop dit voorbeeld te volgen en heeft de Arnhemse burgemeester van Marokkaanse afkomst Marcouch recent aangekondigd dat hulpagenten in zijn gemeente (boa’s) religieuze hoofdbedekking mogen dragen.
De auteur is voormalig afdelingshoofd Europese Commissie en analist internationale politiek.