Het convent waartoe alle christelijke gereformeerde kerkenraden vrijdag door het deputaatschap vertegenwoordiging zijn uitgenodigd, is „een synode in haar meest oorspronkelijke vorm”, zegt prof. dr. H.J. Selderhuis.
De hoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) had het idee van een convent een half jaar geleden al gedropt in een interview met het Reformatorisch Dagblad. „Deputaten vertegenwoordiging hebben mij gevraagd dit nog eens toe te lichten. Vervolgens hebben ze de suggestie opgepakt. Dat waardeer ik positief.”
Prof. Selderhuis ziet zo’n convent als „een synode in haar meest oorspronkelijke vorm, namelijk als een kerkelijke vergadering waarin alle gemeenten zijn vertegenwoordigd. Natuurlijk, om praktische redenen hebben we voor een getrapte afvaardiging gekozen. Maar als de spanning in een kerkverband erg oploopt, is het goed om álle kerken weer bij het beraad te betrekken.”
Behalve over een convent, sprak u ook wel over kerkelijke herverkaveling. Staan die twee volgens u met elkaar in verband?
„Niet meteen. Vooraf gaat het onderlinge gesprek. Pas als je na een grondige gedachtewisseling zou moeten concluderen dat je allemaal gereformeerd wilt zijn en blijven, maar toch niet met elkaar in één kerkverband kunt samenleven, komt dat idee van die herverkaveling aan de orde.
Vergelijk de situatie met een huwelijk dat op springen staat. Ik ga ervan uit dat je zo’n huwelijk wilt redden. Dus het eerste wat je doet, is van hart tot hart met elkaar spreken. Wat heeft ons ook alweer ooit bij elkaar gebracht? Pas als je na diepgaand beraad samen moet concluderen dat er echt geen gemeenschappelijke basis meer is, komen andere opties aan de orde.”