Dat staat in een brief die het deputaatschap vrijdag per e-mail heeft verstuurd aan alle kerkenraden in de CGK. Via die brief wordt elke cgk uitgenodigd om ieder ten minste twee leden af te vaardigen naar een op 20 april in de Veenendaalse Pniëlkerk te houden convent: een grote landelijke kerkelijke vergadering.

Het voorstel tot een convent toont de diepte van de crisis waarin de CGK, als gevolg van onenigheid over vrouwen in het ambt, over (in mindere mate) homoseksualiteit en over de manier waarop de Bijbel moet worden gelezen, zijn beland.

Een dergelijke grote kerkelijke vergadering is in het kerkverband nooit eerder belegd. Wordt naar een generale synode gewoonlijk een vijftigtal personen afgevaardigd, in Veenendaal zouden er op 20 april weleens 360 tot 400 cgk’ers kunnen verschijnen.

Het convent zal zich, aldus het deputaatschap, moeten gaan buigen over „de functionering van het kerkverband”. Ook zal aan de orde moeten komen welk „confessioneel gewicht de synode al dan niet toekent” aan diverse onderwerpen. Het zal ook moeten gaan over de vraag naar „de draagkracht die ons kerkverband heeft om langer geduld met elkaar te oefenen”.

Lees ook

Ds. Roosendaal en ds. Van Vulpen: Organiseren van convent is spannend en kwetsbaar

Vastgelopen

Het deputaatschap wijst erop dat het kerkelijk leven in de CGK „dreigt te stagneren” nu het besluit van meerdere generale synodes dat er in de CGK geen ruimte is voor vrouwen in het ambt al door ongeveer een kwart van alle circa 180 cgk’s terzijde is geschoven. En nu in de classis Zwolle en in de classis Den Haag „het gesprek over vrouw en ambt is vastgelopen”.

Door dit alles „dreigt een patstelling. Immers, ons kerkrecht voorziet niet in een oplossing als kerkenraden zich niet (meer) houden aan kerkelijke bepalingen”.

Grote problemen

„Om het ronduit te zeggen: als de kerken er niet meer gezamenlijk uitkomen, zal dit leiden tot grote problemen in de plaatselijke kerken, voor de betaalde krachten die ons kerkverband dienen, en vooral voor de naam en de zaak van Christus”, schrijven de deputaten ds. J.G. Schenau, ds. P.D.J. Buijs en ds. S.P. Roosendaal. Zij „voelen zich geroepen deze zorg zo spoedig mogelijk met het geheel van de kerken te delen en te bespreken”.

Het convent komt niet in plaats van de generale synode, waarvan de opening op 21 juni staat gepland, „maar gaat er nadrukkelijk aan vooraf zonder de bevoegdheden van de synode te doorkruisen”. Het deputaatschap constateert dat het kerkelijk leven momenteel „onder zulke hoogspanning staat dat het nemen van een reeks synodale besluiten vermoedelijk niet voldoende is om ons kerkelijk leven in stand te houden”. Het convent dient om tot „een draagkrachtmeting binnen ons kerkverband” te komen, waarbij het „uiteindelijk ook over concrete toekomstscenario’s” zal gaan.

Denktank

De kerkenraden zullen in februari meer informatie ontvangen over de invulling van de betreffende zaterdag in april. „Met een brede afspiegeling van ons kerkverband bereiden we deze dag concreet voor; in een zogenoemde ”denktank” bezinnen de broeders ds. J.M.J. Kieviet, ds. J. van Langevelde, mr. H.M. Oevermans, ds. S.P. Roosendaal, ds. N.C. Smits en ds. J. van Vulpen zich op de inhoudelijke kant van het convent.”

Op de conventdag zelf „zal een aantal peilingen worden gedaan die de draagkracht van ons kerkverband in kaart brengen. De uitkomst daarvan zal aan de synode worden aangeboden”, schrijven de deputaten vertegenwoordiging aan de kerkenraden.