Nauwelijks zijn de klanken van het ”Vrede op aarde” verstomd of sommige delen van Nederland krijgen trekjes van een oorlogsgebied. De precieze cijfers van de vuurwerkschade rond de jaarwisseling zijn nog niet bekend, maar de eerste indrukken zijn even wrang als andere jaren. Helaas lijkt het er niet op dat de nieuwe politieke werkelijkheid daar veel verandering in gaat brengen.
Uit de reacties op nieuwjaarsdag spreekt, vrijwel zonder uitzondering, grote verontwaardiging. Burgemeesters, vertegenwoordigers van de politiekorpsen en de brandweer klagen met name over het geweld dat tegen hun mensen gericht is. Het is een trend geworden dat omstanders doelgericht met stenen en vuurwerk gooien naar hulpverleners die hun feestje komen ‘verstoren’. Agenten raakten gewond, een ruit van een brandweerauto sneuvelde en in sommige gevallen moesten brandweerlieden zich tijdelijk terugtrekken omdat de situatie te onveilig was. Alleen al in de regio Rotterdam gingen 110 auto’s en scooters in vlammen op.
Ook vanuit Den Haag klinken verontwaardigde reacties. Totaal onacceptabel, vinden de fractieleiders van PVV en BBB: „Hoe harder tegen het tuig dat hiervoor verantwoordelijk is wordt opgetreden, hoe beter”, en: „Nederland kampt met een ernstig gedragsprobleem, dat moet keihard worden aangepakt.” Dat klinkt hoopgevend, maar het is de vraag wat dat in de praktijk gaat betekenen. Want zoals ieder jaar zal de discussie een stuk gematigder verlopen als de definitieve rapportages verschijnen. De emoties zijn dan wat afgenomen en weinig politici zullen hun vingers willen branden aan een verbod op vuurwerk. Tornen aan verworven vrijheden en tradities valt al helemaal niet te verwachten van de partijen die bij de recente verkiezingen winst boekten.
Zo’n landelijk vuurwerkverbod voegt niets toe, zegt Caroline van der Plas (BBB) nu al, want „alles wat deze mensen doen, is al verboden. Geweld, brandstichting, zwaar vuurwerk. Dat kun je niet nog een keer verbieden.” Ook de eerste relativerende geluiden klinken al, want uit de statistieken zou blijken dat de cijfers rond vuurwerkoverlast en -schade de laatste jaren juist afnemen.
Toch is er alle reden om de achtergronden van dit geweld beter te analyseren. Een deskundige sprak over „anti-institutioneel extremisme”. Sinds de discussie over corona en stikstof weten we dat dat niet beperkt is tot de Randstad. Het is waar dat de grootste onrust veroorzaakt wordt door groepjes raddraaiers met zwaar vuurwerk en bivakmutsen. Toch is dat maar het halve verhaal. Ook in de provincie en ook op de Biblebelt moest de ME eraan te pas komen. Ook legaal vuurwerk, carbid en vuurtonnen leiden in combinatie met alcohol tot een giftige cocktail, met gevaar, overlast en agressie tot gevolg. Alleen een duidelijke norm in de vorm van een landelijk vuurwerkverbod leidt tot het effectief terugdringen daarvan. En de redenering dat zo’n verbod niet handhaafbaar is, passen we toch ook niet toe bij uitkeringsfraude, roken in de horeca, snelheidslimieten, harddrugs of bijtgevaarlijke honden?