Gesprek tussen ds. Van den Berg en Arjen ten Brinke over Mozaiek legt verschillen bloot
Samen delen ze „het verlangen om het Evangelie bij mensen te brengen”. Toch blíjven ds. J.A. van den Berg (hervormd predikant te Sint Anthoniepolder) en Arjen ten Brinke (voorganger Mozaiek) fors van mening verschillen. „Ik zie bij Mozaiek wel het huis dat gebouwd is, maar niet het fundament eronder.”
Tja, waarover zullen ze het samen eens gaan hebben? Natuurlijk, uitgenodigd door het Reformatorisch Dagblad voor een tweegesprek in een restaurant in De Meern staat het hoofdthema vast: Hoe verhoudt de sterk groeiende megakerk Mozaiek zich tot de reformatorische kerken en vice versa? Vullen ze elkaar eenvoudigweg aan, of is er sprake van concurrentie? Waarderen ze elkaar, of heeft de een bij de ander ernstige zorgen en vragen?
Dat gezegd zijnde, kunnen de gespreksparters, die elkaar op woensdag 6 december voor het eerst in hun leven ontmoeten, echter nog veel (zij)wegen inslaan. Arjen ten Brinke, voorganger bij Mozaiek036 (Almere) én lid van het landelijke leidersteam, slaat enkele dagen voor het gesprek alvast een piketpaaltje. „Voor een confrontatie waarbij we een voor een onze argumenten afvuren, ben ik niet in. Daar zie ik de meerwaarde niet van”, appt hij beslist. „Als ik met ds. Van den Berg ga praten, wil ik de verbinding zoeken. Het moet, vind ik, een écht gesprek worden.”
Dat wordt het ook. Ten Brinkes benadering sluit, in elk geval voor een deel, prima aan bij wat ds. J.A. van den Berg, voorzitter van het Hervormd Jeugdwerk (HJW), voor ogen staat. „Laten we het zo inhoudelijk mogelijk maken en niet blijven steken in bijzaken en uiterlijkheden”, reageert deze tijdens de ontmoeting in wegrestaurant La Place. „Wat mij betreft praten we vooral over de inhoud van de prediking. En over hoe Mozaiek kerk wil zijn. Ook ik zoek verbinding, maar die krijg je alleen als je ook verschillen en pijnpunten eerlijk benoemt.”
„Eens”, zegt Ten Brinke.
Geen toeval
Dat van alle Mozaiekvoorgangers juist hij, als kind gedoopt in de gereformeerde gemeente te Lelystad en voorheen onder meer predikant in een missionaire gemeente in Den Haag (PKN), in de Meern aanschuift, is geen toeval. „Als een dergelijke vraag zich voordoet, kijken ze bij Mozaiek al snel naar mij. Ik ken de gereformeerde gezindte goed, al heb ik er zelf in theologisch opzicht voor een deel afstand van genomen.”
Ds. Van den Berg heeft in de Hoeksche Waard niet direct te maken met Mozaiek. „In mijn gemeente en omgeving ken ik geen kerkleden die bijvoorbeeld naar Mozaiek010 zijn gegaan. Wel ken ik verhalen uit Veenendaal of Nijkerk, waar onder meer hervormde gemeenten wel degelijk te maken hebben met de zuigkracht van Mozaiek. Zij ervaren het verlies van leden, weet ik, als erg pijnlijk.”
De predikant, die eerder onder meer gemeenten in Pretoria (Zuid-Afrika) en Grand Rapids (VS) diende („Ik heb in gevangenissen gepreekt en voor daklozen; ik kan best door een bepaalde context heen kijken”), heeft zich op het gesprek terdege voorbereid. Hij bestudeerde de website van Mozaiek, las eerder verschenen RD-artikelen en beluisterde een viertal preken. „Twee van Kees Kraayenoord. En twee van jou, Arjen.”
In De Meern trapt de voorzichtig en beheerst formulerende ds. Van den Berg, stemmig in het zwart, het vaakst af. Ten Brinke, modern en casual gekleed en gekapt, tattoo op de onderarm, luistert met aandacht en geduld, repliceert en stelt soms een tegenvraag.
Therapeutisch
Ds. Van den Berg: „Wat mij in deze Mozaiekpreken opviel, vooral in die van jou, Arjen, is de therapeutische focus ervan. Het gaat heel vaak over hoe gekwetste, beschadigde, misschien zelfs getraumatiseerde mensen heling kunnen vinden. Ik had gehoopt op meer echte Schriftuitleg in jouw preken.
Slechts een enkele keer kwam een heel Bijbels begrip als ”zonde” aan de orde. Een mooie opmerking die jij in een preek maakte, is: „Misschien mijdt u het contact met uw buurman omdat hij ”uw type” niet is.” Waarna je vroeg: „Maar zijn wíj dan wél ”het type” voor de Heere Jezus? Hij is voor ons gestorven toen wij nog zondaars waren.”
Toen kwam in jouw preek de zonde aan de orde. Maar bij Mozaiek lijkt dat toch iets te zijn wat achter ons ligt. Veelal mis ik de worsteling, de realiteit van het dagelijks struikelen en de betekenis van het kruis, van het werk van de Heere Jezus. In een van de preken zeg je: „Hij heeft onze pijn en ons veroordeeld-zijn door mensen gedragen aan het kruis.” In die uitspraak miste ik –ik bedoel dat niet om iets af te breken, hè?– wat voor mij de hoofdbetekenis is van het kruis: Jezus droeg mijn zónde.”
Ten Brinke: „Je bedoelt de verzoening?”
Ds. Van den Berg: „Ja, die miste ik. Wat wij in Sint Anthoniepolder graag horen en wat volgens mij ook Bijbels is, is dat in een preek de verzoening met God centraal staat. Niet alleen als iets wat heeft plaatsgevonden, nee, ook als iets wat toegepast moet worden in ieders persoonlijk leven. En wat vervolgens ook dagelijks aan de orde blijft, namelijk het leven vanuit de verzoening, als de bron van heiliging. Ook als je 25 jaar getrouwd bent, vind je het nog steeds fijn als je vrouw zegt dat ze van je houdt. Dan reageer je niet met: O, dat wist ik al lang.”
Ten Brinke: „Leuk dat je mijn preken hebt beluisterd! Dat had ik bij jou eigenlijk ook wel kunnen doen.”
Gebrokenheid
Ten Brinke: „Wat het begrip zonde betreft, dat komt bij Mozaiek zeker wel aan de orde. Het zit zelfs in onze naam. Want wij noemen onszelf een kunstwerk van gebrokenheid. Een mozaïek bestaat uit allemaal stukjes glas: gebutst, beschadigd. Zo is ook onze gemeente: samengeraapt uit beschadigde, zondige mensen. Bovendien verwijst de naam Mozaiek naar het Bijbelse Gabbatha, het mozaïekterras waar Jezus door Pilatus werd veroordeeld.
Op onze introductiecursussen leggen we altijd uit wat het betekent dat er verzoening heeft plaatsgevonden. Jezus stond en leed daar voor mij. Ik had zelf die schuld moeten dragen en betalen. Maar Christus deed het voor mij.
Wel denk ik dat het begrip zonde bij ons inderdaad minder vaak valt dan in jouw omgeving, aan de rechterflank van de Protestantse Kerk in Nederland. Vind je het vervelend dat ik dat zo zeg?”
Ds. Van den Berg: „Nee, hoor. In die flank voel ik me thuis.”
Ten Brinke: „Zelf houd ik van de Engelse theoloog N.T. Wright. Die wijst erop, en dat onderwijzen we bij Mozaiek ook, dat het kruis verschillende kanten en betekenissen heeft. Ja, het is verzoening van schuld. Dat is, zeg maar, de juridische kant ervan. Maar het gaat daarnaast ook om vernieuwing, heling, genezing.
In de reformatorische traditie lijken mensen soms uitsluitend met de ziel bezig te zijn. Wij zeggen: het gaat om redding van geest, ziel en lichaam. Ik zou die benadering niet af willen doen als therapeutisch. Volgens mij stoppen predikers in refokerken vaak te snel na het bespreken van één, weliswaar belangrijk deel van het werk van God: de redding van de ziel.”
Ds. Van den Berg: „Ik begrijp het. Ik denk ook wel dat je daar gelijk in hebt en dat we op dit punt kritisch naar onszelf moeten kijken. Hebben wij wel de breedte van de werking van het Evangelie in beeld? Dat het niet alleen om de ziel gaat, maar dat Gods genade ook doorwerkt in de praktijk van het leven, en ook in relaties?
Wat niet wegneemt dat ik jullie preken op dit punt eenzijdig naar één kant vind hellen. Ik zie bij jullie wel het huis dat gebouwd is, maar het fundament eronder mis ik.”
Ten Brinke: „Nou, als het op jou zo overkomt dat bij ons het fundament van de verzoening in Christus ontbreekt, dan wil ik daar wel over nadenken. Dan heb ik huiswerk als ik straks weer in de auto zit. Zo van: Jan Arie beluistert bij ons vier preken en hij hoort er dít níét in. Dat trek ik me best aan, hoor. Dan ga ik mijn preken met die oren nog eens terugluisteren. Want het kan niet zonder dit fundament.
Ik heb het een tijdje terug nog tegen mijn kinderen gezegd. Zij zijn helemaal niet opgegroeid met de Heidelbergse Catechismus. Maar toen heb ik ze toch de eerste vraag en het eerste antwoord van Zondag 1 voorgelezen: „Wat is je enige troost in leven en sterven? Dat ik het eigendom van Jezus Christus ben.” Ik zei: „Jongens, als ik er later niet meer ben, mogen jullie dit van me weten, dat dit de kern is van wie ik ben. Dat is echt zo. Dat pakt niemand mij af.””
Ds. Van den Berg: „Dat is mooi. Dat brengt me op een andere vraag: iedereen die in jullie diensten aanwezig is of meeluistert, wordt aangesproken als een gelovige, als iemand die in Christus is. Dat viel me op. Ik dacht: hé, hoe zien zij dat? Ben je dan, zodra je de drempel van Mozaiek over stapt, altijd in Christus?”
Ten Brinke: „Daar wil ik best iets over zeggen, maar dit is niet specifiek voor Mozaiek, hoor. Ook in jouw kerk groeten veel predikanten de gemeente toch met: Geliefde broeders en zusters? Ook Paulus spreekt de gemeenten aan wie hij brieven schrijft zo aan.”
Ds. Van den Berg: „Zeker. Ook wij spreken de gemeente soms aan op haar beste deel, wat niet betekent dat we de hele gemeente als ware gelovigen zien.
Jullie hebben het vaak over een ontmoeting hebben met God. Dat is mooi, want in zekere zin gaat het daar in het geloof ook over. Maar wat houdt zo’n ontmoeting nu in? Hóé raak je verbonden met Christus? Daarin moet je mensen de weg wijzen en ook hun schuld benoemen. In het verlangen dat zij leren steunen op het objectieve heil, dat vast ligt in Christus. Als je die dingen niet doet, laat je in mijn beleving –sorry voor de scherpe verwoording– mensen uiteindelijk toch in de kou staan.”
Ernstig
Ten Brinke: „Als het zo zou zijn zoals jij zegt, nou, dan vind ik dat wel ernstig! Kijk, ik geloof niet dat we bij Mozaiek mensen in de kou laten staan. We willen ze brengen bij de Bron, bij Christus. Zoals de Samaritaanse vrouw, in Johannes 4, bij de bron en bij Jezus kwam. Dat is altijd de beste plek om te zijn.
Verder is van belang te weten dat wij na de preek ook altijd een zogeheten ministry hebben. Gemeenteleden hebben dan de mogelijkheid om voor zich te laten bidden. We gaan dan persoonlijk met hen naar Christus.
Soms krijgen we daar achteraf mails over. Dat mensen schrijven: Jullie hebben met mij gebeden en ik voelde de hemel open gaan. Ik ben bij Christus gekomen en heb mijn leven aan God mogen geven.
Pas hoorde ik het nog een PKN-dominee met veel nadruk zeggen: „Onder het Woord, dáár gebeurt het.” Ik zeg: Ja, daar gebeurt het óók. Maar niet alleen.”
Ds. Van den Berg: „Ik denk dat wij hetzelfde verlangen hebben, namelijk om het Evangelie dicht bij de mensen te brengen. Dat verbindt ons. Het verlangen om mensen echt te bereiken. Dat proef ik bij jullie en dat lees ik op jullie website. Iedereen is welkom bij jullie. Je mag komen zoals je bent.
Dat is ook in mijn gemeente zo. Ik zeg het jullie in elk geval na: Je mag bij de Heere komen zoals je bent en je hoeft je niet beter voor te doen. Tegelijk zeg ik: de Heere wil niet dat we blijven zoals we van nature zijn. Wie bij God hoort, krijgt een nieuw leven. Zien jullie dat ook zo? En gaat dat bij jullie ook zo? Dat mensen hun levenswijze gaan veranderen?”
Ten Brinke: „Absoluut. Maar we beginnen daar niet mee. Voorop staat het welkom. Dat straalt in onze diensten door alles heen. Vanaf de parkeerwacht tot het welkomstteam, de prediking en de nazorg. Alle mensen zijn welkom bij God, en ook bij ons. Veel mensen voelen zich in de maatschappij of in hun vorige kerk niet gezien. Wij zien hen.”
Spiegel
Ds. Van den Berg: „Ik herken wat je hierover zegt. Dit is beslist een spiegel voor veel reformatorische kerken. Iets om over na te denken en om aan te werken. Want er zijn zeker mensen die zich bij ons niet gezien voelen. Dat is heel verdrietig.”
Ten Brinke: „Verder vroeg je of mensen bij ons mogen blijven zoals ze zijn. In zekere zin niet. Maar ook daarmee begínnen wij, in onze benadering van nieuwe bezoekers, niet. Wij willen mensen niet in de weg staan om iets van het mooie van Christus te gaan zien. Door allerlei voorwaarden te stellen, eisen te formuleren of stellige uitspraken te doen. Of door te bepalen dat ze een bepaald soort kleding moeten dragen. Liever doen wij dan een stapje achteruit. Wij zeggen: als God aan het werk is, dan gaat de Heilige Geest vanzelf Zijn werk wel doen in jouw leven.
Onlangs belde mij een ondernemer. Hij zei: „Ik denk dat ik de Heere Jezus heb leren kennen. Ik ben gestopt met zwartwerken en geef nu al mijn inkomsten op aan de Belastingdienst.” Kijk, dat vind ik, heel concreet, een vrucht van het leven met God. Maar ik ben niet geneigd dat soort dingen al van tevoren voor hem te gaan invullen.”
Confronterend
Ds. Van den Berg: „Je moet als voorganger inderdaad voorzichtig zijn als het gaat om het veranderen van mensen. Zelf probeer ik me altijd te beperken tot wat de Bijbel daarover zegt. Dus dingen als ”wat trek je aan” en dergelijke zal ik in een preek niet snel noemen.
Maar dat mag ons, vind ik, niet zo voorzichtig maken dat we het confronterende van het Woord van God niet meer laten klinken. Hij is heilig en kan de zonde niet door de vingers zien. Bij jullie hoor ik daar weinig over, net zomin als over het aanstaande oordeel.
In dit verband denk ik ook aan het feit dat jullie ervoor kozen om praktiserende homoseksuelen toe te laten aan het avondmaal en dat zij bij jullie leidinggevende of voorganger kunnen zijn. Dat vind ik heel lastig. Een homoseksuele levenswijze is toch zondig en in strijd met de Bijbel? Waar ligt bij jullie de grens? Hoe functioneert bij Mozaiek de tucht?
Ja, ik weet dat jullie homoseksuele relaties niet inzegenen. Maar is dat dan, vanuit jullie visie en praktijk, eigenlijk niet inconsequent?”
Ten Brinke: „Ik begrijp jouw moeite. Maar snap je van mij ook dat ik het best ingewikkeld vind dat een PKN-predikant mij dit vraagt? Want jouw kerk gaat hierin verder dan de mijne. Die zegent wél relaties van mensen van hetzelfde geslacht in. Ik vind het dan wel lastig dat ik me tegenover jou op dit punt moet verantwoorden.”
Ds. Van den Berg: „Hier leg je terecht de vinger bij een pijnpunt van 2004, toen de PKN is gevormd. Ik heb er toen voor gekozen in die kerk te blijven omdat ik denk dat scheuren een eindeloos gebeuren is. En omdat ik geloof dat de prediking van het Evangelie in mijn kerk, die misschien wel de slechtste kerk is die er is, zo ongeveer het hardst nodig is.
Plaatselijk hebben we, door een in Alblasserdam gesloten convenant, gelukkig wel de ruimte en vrijheid om tucht te oefenen, ook op het punt van homoseksuele relaties. Maar dat neemt niet weg dat de situatie in de PKN als geheel op het punt van de houding tegenover lhbti droevig is.
Maar daarmee heb ik nog altijd niet begrepen waarom Mozaiek zich in dezen opstelt zoals ze zich opstelt.”
Verdragen
Ten Brinke: „Bij ons wordt hierover, tot in de voorgangersteams toe, verschillend gedacht. Er zijn bij Mozaiek mensen die vinden dat je op grond van de Bijbel niet kunt zeggen dat homoseksuele relaties zondig zijn. En er zijn er die vinden dat God deze relaties afkeurt. We hebben besloten elkaar in die verschillende visies te verdragen.
Misschien een gekke uitspraak, maar soms voel ik me meer verbonden met de PKN dan met bepaalde evangelische gemeenten waar ik preek. Waarom? Nou, ik zie Mozaiek een beetje als een volkskerk 2.0 met een evangelische tic. Wie af en toe bij ons wil aanschuiven, is even welkom als wie niet uit de kerk is weg te slaan. Wie hetero is, krijgt bij ons een plaats, maar ook wie lhbtiq+ is. We willen samen kerk zijn.
Nee, we hebben tot nu toe niet de vrijmoedigheid gehad om relaties van twee mannen of twee vrouwen in te zegenen. Omdat wij het huwelijk zien als een instituut voor één man en één vrouw. Maar als twee homo’s of lesbiennes bij Mozaiek binnenstappen die al twintig jaar met elkaar samenleven in een relatie van liefde en trouw, dan gaan wij daar geen oordeel over uitspreken. Dan zeggen wij: waar kun je, ook als samenwonende homo, nu beter zijn dan ín de kerk? Er is geen betere plek, ook niet voor iemand die drie keer is gescheiden. Wij sluiten zulke mensen daarom niet buiten en willen samen oplopen met iedereen die Christus wil volgen.”
Ds. Van den Berg: „Toch denk ik dat er leefsituaties zijn waarvan je vanuit de Schrift moet zeggen: Dit gaat tegen Gods wil in, dit is zonde, zó kún je Christus niet volgen. Als je zo door wilt blijven leven, zet je jezelf buiten het Koninkrijk van God.
De Bijbel is daar duidelijk over. Zie bijvoorbeeld Paulus’ brief aan de gemeente van Korinthe. Hij heeft het dan over een man die samenleeft met de vrouw van zijn vader. Dat keurt hij scherp af. Je kunt niet volharden in zo’n zondige levenswijze én volwaardig deel uitmaken van de gemeente, schrijft hij.”
Ten Brinke: „Ik weet dat jij er zo over denkt. Maar over hoe je als kerk moet omgaan met homoseksuele relaties gaan wij het vandaag niet eens worden, vermoed ik.”
Ds. Van den Berg: „Dat denk ik ook.”
Vaag
Ds. Van den Berg: „Tijdens jouw betoog kwam er trouwens nog een andere vraag bij me op. Mozaiek heeft enerzijds een goed doordachte visie op haar eigen roeping. Jullie willen God aanbidden en je omgeving dienen, staat op jullie site. Dat is mooi. Tegelijk blijft dit, ook door de compacte formulering, best vaag en algemeen. Valt er over het christelijk geloof nu niet méér te zeggen? In 2000 jaar kerkgeschiedenis zijn over allerlei thema’s wijze dingen opgeschreven. Waarom maken jullie geen dankbaar gebruik van onze belijdenisgeschriften? Die kunnen ons voor veel dwalingen, ook hedendaagse, behoeden.”
Ten Brinke: „Ik zie dat anders. Ik ben niet voor niets evangelisch, en niet gereformeerd of reformatorisch. Sommige mensen zeggen: Wat erg dat het lichaam van Christus zo verdeeld is. Ik zeg liever: Wat mooi dat God zo veelkleurig is, en dat zich dat weerspiegelt in allerlei soort van kerken. De een zingt graag op hele noten, de ander heeft liever een bandje in de kerk. En niemand heeft de complete waarheid op zak. Want heb jij dan, Jan Arie, in jouw preken die 2000 jaar kerkgeschiedenis zo verwerkt dat jouw onderwijs helemaal in balans is? Volgens mij is dat onmogelijk.
Dat betekent niet dat wij helemaal geen leerstellig kader hebben. Als iemand niet gelooft dat Jezus uit de dood is opgestaan, nee, dan is Mozaiek voor hem niet de gepaste kerk. Maar wij houden onze statements wel beperkt.
En jawel, we staan op de schouders van de kerk van alle eeuwen. Maar tegelijk zijn we slechts een beweging. En over twintig of dertig jaar komt er waarschijnlijk weer een nieuwe beweging op. Dat is ook helemaal niet erg. De constante factor is dat God met Zijn werk doorgaat.”
Ds. Van den Berg: „Dat verontrust mij eigenlijk wel, dat jij dit zo zegt.”
Ten Brinke: „Ja? Waarom?”
Ds. Van den Berg: „Dit klinkt wel heel relativerend, om over de kerk als een tijdelijke beweging te spreken.”
Ten Brinke: „Over honderd jaar bestaat de PKN misschien ook niet meer.”
Ds. Van den Berg: „Tot nu toe heeft God in die kerk al eeuwen gegeven dat Zijn Woord daar gebracht mag worden. En de reformatorische prediking heeft daarin stand mogen houden.”
Ten Brinke: „Ja, maar ik zou daar toch nuchter tegenaan willen kijken. Aan de vruchten kent men de boom, staat er in de Bijbel. Daarom heb ik er weinig behoefte aan om welke kerk dan ook te veroordelen. Als het van God is, dan zal het blijven bestaan. En anders niet.
Laat ieder maar op zijn manier zijn leven met God leven en anderen voor Christus proberen te winnen. En als ik een preek van jou had beluisterd, dan had ik waarschijnlijk gedacht: wat mooi dat hij het op deze manier brengt. Veel meer zou je dan waarschijnlijk niet van mij te horen hebben gekregen.”
Pijn
Na een krappe twee uur loopt het gesprek naar een einde. Nog één punt wil ds. Van den Berg graag aan de orde stellen: „Waarom starten jullie zo vaak een gemeente op plaatsen waar al Bijbelgetrouwe kerken zijn? Dat is daar toch helemaal niet nodig? En het levert vaak pijn op bij gemeenten die trouwe leden zien vertrekken naar Mozaiek.”
Natuurlijk herkent Ten Brinke dit. Het is immers een vaak geuit kritiekpunt op de werkwijze van Mozaiek. „Wat ik er alleen zo lastig aan vind, is dat hier alleen zwaar aan wordt getild als kerken leden aan ons verliezen. Terwijl ik een hervormde predikant van wie de gemeente groeit door een toestroom van gergemmers, daar nog nooit over heb horen klagen. Ik heb er nog nooit een horen zeggen: Dit is alleen maar circulation of the saints, blijven jullie nou toch eens op je plek.”
Soms moet Ten Brinke om dit type vragen ook een beetje lachen, zegt hij. „Alsof Mozaiek strategisch bezig is om Nederland te veroveren of zo. Zo werkt het echt niet. Wij steunen alleen het starten van een gemeente als daar plaatselijk vraag naar is. En als de mensen die met deze vraag komen, gevoel hebben voor de cultuur en het DNA van Mozaiek.”
Ds. Van den Berg: „Dus dat gebeurt nooit in Noord-Holland, Brabant of Limburg?”
Ten Brinke: „Tot nu toe niet. Maar dat kan veranderen. In Brabant staan steeds meer kerken leeg. Stel nu dat daar nog een kleine community is die ons vraagt: Willen jullie ons helpen om opnieuw kerk te zijn? Dan zou het kunnen gebeuren dat wij daar op ingaan. Over zulke mogelijkheden denken wij zeker wel na.”