Binnenland

Vrijheid én verantwoordelijkheid

De rector en koningin Beatrix voorop. Driehonderd hoogleraren in lange zwarte gewaden erachteraan. Het is een indrukwekkende stoet die de Leidse Pieterskerk betreedt. Historie, stijl, wijsheid en Oranje ontmoeten elkaar deze dinsdagmiddag. Een dankbare Koningin is het middelpunt. Zij ontvangt een eredoctoraat.

W. G. Hulsman
9 February 2005 11:42Gewijzigd op 14 November 2020 02:12
LEIDEN - Prof. dr. De Jonge (l.) hangt koningin Beatrix een kappa om haar schouders. Foto ANP
LEIDEN - Prof. dr. De Jonge (l.) hangt koningin Beatrix een kappa om haar schouders. Foto ANP

Het historische Hagebeer-orgel straalt: muzikaal en voor het oog. Ondertussen kreunt het pijpwerk, want voor de bijeenkomst moet de kerk op huiskamertemperatuur worden gebracht. Het lukt. Heaters blazen enthousiast hun warme lucht. Niets mag het feest ter gelegenheid van de 430e verjaardag van de Leidse universiteit verstoren.

Een warm ontvangst voor de Koningin volgt. Haar drie zoons en hun vrouwen, prinses Margriet en haar man zijn er. Minister-president Balkenende, oud-premiers, voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer hebben hun plaats ingenomen. Hoe vooraanstaand ook, vandaag vallen de Haagse politici echter weg tegenover een bataljon van hooggeleerde heren en dames in het zwart.

Prof. dr. I. Sluiter verzorgt dit keer de rede ter gelegenheid van de herdenkingsdag. De hoogleraar Griekse taal- en letterkunde benadrukt het belang van taal in tijden van spanningen met religieuze minderheden. Dat moet koningin Beatrix aanspreken. Hoe vaak heeft ze zich in haar kersttoespraken al niet uitgelaten over de positie van allochtonen.

Dat de hoogleraar haar betoog illustreert met voorbeelden waarin schuttingtaal regelmatig terugkeert, moet het publiek maar voor lief nemen. „Waarschijnlijk heeft nog nooit zo veel plat taalgebruik tijdens een dieslezing vanaf dit spreekgestoelte geklonken. Maar het is in het kader van de wetenschap”, breekt zij de spanning. De volle Pieterskerk kan het waarderen. De Koningin lacht mee.

Sluiter waarschuwt voor de opkomst van nieuwe, ongrijpbare fundamentalistische groepen in de Nederlandse samenleving. „Het probleem van deze groepen is niet wat ze zeggen, maar wat ze doen. Mohammed B. nam niet deel aan de publieke discussie. Het is de vraag of inperking van de vrijheid van meningsuiting zijn optreden zou hebben beïnvloed”, zegt de hoogleraar in haar pleidooi voor handhaving van de vrijheid van meningsuiting. Ook dat ligt in de lijn van de aanstaande eredoctor.

Koningin Beatrix lijkt zich thuis te voelen. Geen wonder. Hier studeerde zij eind jaren ’50. Waardevolle jaren, zo zal zij later zeggen. Hier werd de basis gelegd voor een goed uitvoering van haar verantwoordelijke taak.

Bovendien was het haar verre voorvader die de universiteit in 1575 stichtte. Prins Willem van Oranje was ervan overtuigd dat een land in de strijd voor vrijheid een universiteit nodig had. Zo kreeg Leiden zijn academie.

Aan deze lange historische band refereert ook de rector van de Leidse universiteit, prof. dr. D. D. Breimer, in zijn lofrede of laudatio voor de eregast. „Toen Willem van Oranje aan de Staten van Holland en Zeeland voorstelde een universiteit op te richten, was zijn allereerste argument dat een universiteit nodig was voor „een vast stuensel ende onderhoudt der vryheyt.” Dat in de Tachtigjarige Oorlog het woord vrijheid valt, is niet verrassend. Opkomen voor de vrijheid vereist een passende uitrusting van de geest. Onze universiteit houdt deze ’stichtende’ gedachte van Oranje vast in haar van oorsprong Romeinse devies "praesidium libertatis”, bolwerk van de vrijheid.”

De rector windt er geen doekjes om: koningin Beatrix heeft in die lijn de doctorstitel verdiend. „In de nu bijna 25 jaren van uw koningschap heeft u voortdurend op alom gerespecteerde wijze op de bres gestaan voor de vrijheid, die u steeds onverbrekelijk heeft verbonden met verantwoordelijkheid.” „U heeft ons in woord en gedrag voorgehouden dat vrijheid een recht is van iedereen en dat het recht op vrijheid derhalve ook de plicht inhoudt ruimte te maken voor de vrijheid van anderen.” Grote woorden. De rector toont in zijn lofrede aan de hand van redes die de vorstin in binnen- en buitenland heeft gehouden aan dat de Koningin daarvoor staat.

Begeleid door de galante pedel van de universiteit betreedt de Koningin het podium. Toch wat onwennig staat zij daar. Zij is dit keer op een andere manier het middelpunt. In het Latijn -de oude taal van de wetenschap- vat de rector zijn lofrede nog een keer samen. De decaan van de faculteit der godgeleerdheid, prof. dr. H. J. de Jonge, hangt de Koningin een mooie blauwe kappa met het zegel van de universiteit om de schouders. De Koningin is dankbaar. Applaus.

Het woord is aan haar: „Het is een eerbewijs dat ik als een bijzonder voorrecht beschouw. Ik waardeer het des te meer omdat deze universiteit door Willem van Oranje werd gesticht en mijn familie er al eeuwenlang zeer nauw mee is verbonden.”

De Koningin blikt terug op haar studiejaren in Leiden. „Hoewel er geen bevlogen wetenschapper in mij stak, was ik wél geboeid door de studie en de uiteenlopende onderwerpen waarmee ik in aanraking kwam.” En met humor: „In de jaren daarna heb ik nog wel eens een angstdroom gehad dat ik weliswaar was afgestudeerd maar alsnog moest promoveren. Na vandaag zal dit mij zeker niet langer benauwen!” De aanwezigen kunnen die vrolijke noot waarderen.

Plichtsbesef klinkt ook nu door als zij terugblikt op de achterliggende jaren. „Ik heb het koningschap niet gekozen - wél aanvaard. Een ambt dat iemand krachtens geboorte toevalt, is per definitie niet door eigen verdiensten verworven. Dat dwingt bovenal tot bescheidenheid en zelfreflectie, zeker wanneer men persoonlijk wordt geëerd!”

Haar grote waardering voor prins Claus ontbreekt niet in de toespraak. Hij waakte over het privé-leven, want een scherp onderscheid tussen de vervulling van het ambt en het privé-leven is onmisbaar, realiseerde de prins zich. „Ruimte voor een persoonlijk leven is echter essentieel om de publieke taken lang en met inzet te kunnen vervullen. Mijn man heeft dit steeds scherp gezien en bewaakt.” Koningin Beatrix had eerder al instemmend geknikt toen rector Breimer de verdiensten van haar man noemde.

Samen gaven zij invulling aan het koningschap. Nu is zij alleen, maar wel omringd door een zichtbaar verheugde familie, die haar in het koor van de kerk gelukwenst. De koninklijke familie mengt zich na een korte receptie onder de aanwezige hoogleraren, want, zoals de Koningin het zojuist zei: „Inspirerend is bovenal de ontmoeting met mensen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer