In Sudan woedt al zeven maanden een machtsstrijd tussen het regeringsleger en de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF). RSF-militanten vermoorden op grote schaal etnisch Afrikaanse burgers. Internationale aandacht blijft echter uit.
In de West-Sudanese regio Darfur nemen RSF-milities stad na stad in. De angst is dat de paramilitaire groep binnen enkele weken de hele regio in handen heeft. Nu de RSF het regeringsleger in Zuid-, West- en Centraal-Darfur heeft verslagen, richten de strijders hun pijlen op het noorden van de regio, waar veel etnisch Afrikaanse Sudanezen naartoe zijn gevlucht.
Ook in en rond de Sudanese hoofdstad wordt hevig gevochten. Khartoem –inmiddels bijna helemaal in handen van de RSF– is veranderd in een spookstad. Duizenden gebouwen, bruggen en wegen zijn verwoest. De meeste inwoners zijn gevlucht. Scholen en de meeste ziekenhuizen zijn gesloten en ambassades verlaten. De regering zetelt sinds augustus in de oostelijke havenstad Port Sudan.
Al sinds 15 april vechten het regeringsleger, aangevoerd door generaal Abdel Fattah al-Burhan, en de paramilitaire RSF, geleid door generaal Mohamad Hamdan Dalago (beter bekend als Hemedti), een bloedige strijd uit. De partijen strijden om het leiderschap.
Crisis
De Verenigde Naties spraken in september van „’s werelds ergste, meest complexe en wreedste humanitaire crisis”. Volgens schattingen van dataproject Acled zijn sinds het uitbreken van de oorlog al bijna 10.000 mensen omgekomen en 4,8 miljoen Sudanezen zijn hun huizen ontvlucht: ongeveer 1,2 miljoen naar buurlanden, zoals Tsjaad, Egypte en Zuid-Sudan.
Ook aan de RSF gelieerde Arabische milities werpen zich in de strijd. Huurlingen uit Tsjaad, Libië en Niger trekken naar Darfur om de huizen van de overwegend Afrikaanse bevolking te plunderen. Wapens voor de RSF komen onder meer uit de Verenigde Arabische Emiraten en van de paramilitaire Wagner Groep, vertelden Amerikaanse, Europese en Afrikaanse functionarissen in september tegen The New York Times.
In de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties uitten diplomaten deze maand er hun zorg over dat het conflict uitbreidt naar andere regio’s. Analisten vrezen versplintering van Sudan. De RSF heeft met het uitbreidende aantal strijdgroepen aan zijn kant geen centrale commandostructuur meer. Ook bij het regeringsleger vindt fragmentatie plaats. Alleen het oosten van Sudan is nog helemaal in hun bezit.
Janjaweed
Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) waarschuwde deze week dat de RSF-militanten –overwegend Arabische strijders– zich op grote schaal schuldig maken aan etnisch gemotiveerd geweld op Afrikaanse Sudanezen. De Janjaweed, voorloper van de paramilitaire RSF, vermoordde tussen 2003 en 2006 in Darfur zo’n 300.000 Afrikaanse Sudanezen.
Volgens HRW zijn burgers niet alleen doelwit van martelingen, seksueel geweld en berovingen, maar maakt de RSF zich –net als de Janjaweed twintig jaar terug– ook schuldig aan massamoord. Begin november zouden RSF-militanten in een ontheemdenkamp in Ardamata in West-Darfur meer dan 1000 mensen uit de Masalit-gemeenschap hebben vermoord. Lokale mensenrechtenorganisaties spreken op basis van getuigenissen zelfs over 1300 tot 2000 doden.
En het is een patroon van etnisch gemotiveerd geweld. Burgers uit Darfur melden constant dat RSF-milities Afrikaanse Sudanezen vermoorden, ziekenhuizen aanvallen, medicijnvoorraden vernietigen en artsen vermoorden en verjagen. Dorpen van lokale gemeenschappen worden vernietigd of verbrand.
In het Saudische Jeddah werden in oktober onderhandelingen tussen de strijdende partijen hervat – onder bemiddeling van Saudi-Arabië en de Verenigde Staten. De RSF en het regeringsleger spraken daarbij uit te willen onderhandelen over een staak-het-vuren en een corridor voor humanitaire hulp. Maar tot dusver intensiveren de gevechten alleen maar. Ook een poging van civiele en politieke organisaties in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba om oud-premier Abdalla Hamdok aan te stellen als nieuwe leider van Sudan, lijkt geen kans van slagen te hebben.
Internationale aandacht voor het conflict blijft uit. Ook humanitaire organisaties staan buiten spel. Artsen zonder Grenzen waarschuwde onlang dat humanitaire hulp nauwelijks kan worden verleent. Zelfs de VN spelen geen rol van betekenis. De regering in Port Sudan riep de VN vorige week op te vertrekken, omdat ze er niet in zouden slagen hen te ondersteunen.