De BoerBurgerBeweging werd bij de verkiezingen in maart met afstand de grootste partij. Bij de stembusgang van vorige week woensdag moest de partij het echter doen met de zesde plaats. Waardoor viel de partij in een kort tijdsbestek zo sterk terug?
De aanstaande zevenkoppige BBB-fractie kwam vrijdag met zeven trekkers naar de Tweede Kamer. Daarmee werd de verkiezingswinst nog eens benadrukt; in 2021 maakte Caroline van der Plas haar entree met één trekker. Afgaande op de overwinning in maart hadden er vrijdag echter ook ruim dertig voor het Kamergebouw kunnen staan. De partij lanceerde zelfs een premierskandidaat: ex-CDA’er Mona Keijzer.
Voor de terugval van BBB zijn diverse verklaringen denkbaar. Een belangrijk verschil tussen maart en november is dat Pieter Omtzigt in de tussentijd een nieuwe partij oprichtte, NSC. Veel kiezers die eerst voor BBB gingen, hebben de overstap naar Omtzigts partij gemaakt. In de eerste peiling van I&O Research waarin NSC meedeed, verloor BBB volgens de onderzoekers acht zetels aan de nieuwe partij.
In de periode tussen de kiezersonderzoeken van juni en juli, dus nog voor NSC op het toneel verscheen, leverde BBB virtueel ook al zeven zetels in. Uitgerekend in die tijd viel het kabinet over het asielbeleid. Dat dit vervolgens ook een belangrijk politiek thema werd in de campagne, was voor BBB niet positief. De partij doet het goed als stikstof en landbouw de thema’s zijn, zoals rond de Provinciale Statenverkiezingen het geval was.
Ruim voor de Kamerverkiezingen was de ergste ophef over het stikstofbeleid echter geluwd. Zelfs de BBB-overwinning in maart kan –paradoxaal genoeg– een rol hebben gespeeld bij de neergang van BBB.
Een helder signaal was immers afgegeven, zou de kiezer kunnen denken. Bovendien gebeurde er ook daadwerkelijk iets. Zo eiste het CDA een heronderhandeling over de coalitieafspraken over stikstof, en liet minister Van der Wal weten af te zien van de aanscherping van de stikstofwet. Dit nam de BBB de wind uit de zeilen.
Ook was er negatieve aandacht voor de financiële degelijkheid van de BBB-plannen. Hier werd herhaaldelijk de vinger bij gelegd, onder meer in een interview met Van der Plas in De Telegraaf. Dit kostte wellicht kiezers.
Verder heeft mogelijk ook de neergang in de peilingen een rol gespeeld. De trends daarin kunnen leiden tot strategisch stemgedrag. Bovendien worden politici van partijen die lager in de peilingen staan, minder vaak benaderd door de media. Zo kunnen peilingen een zichzelf versterkend effect hebben. Van der Plas blonk ook in de mediaoptredens díe zij had niet uit. De prestaties van Geert Wilders werden daarentegen behoorlijk positief gerecenseerd. Zijn partij is net als NSC een geduchte concurrent van BBB.
Partijtrouw
Uit I&O-onderzoek bleek namelijk herhaaldelijk dat kiezers met een voorkeur voor BBB nog massaal konden uitwijken naar PVV of NSC. Eind september –BBB stond toen op twaalf zetels– zei niet meer dan 16 procent van de BBB’ers zeker te zijn van de keuze voor die partij. Voor de helft van de kiezers met een voorkeur voor BBB was ook NSC nog een optie; een kwart gaf de PVV nog een kans op zijn stem. Woensdag bleek de partijtrouw van de BBB-kiezer inderdaad gering te zijn.