„Ik heb niemand meer. Kent u mij nog?” vroeg de jongen
„Juf, kent u mij nog?” Jaren nadat ik deze jongen in de klas heb gehad, belt hij mij. „Kent u mij nog? Het gaat niet goed met mij, ’k heb niemand meer. Maar kent u mij nog?” Mijn gedachten gaan snel en natuurlijk ken ik hem nog.
Wat is de waarde van een relatie? Hoeveel waarde hecht ik er zelf aan, hoeveel waarde hecht de wereld om mij heen eraan? Het doet ertoe in welk gezin je wordt opgevoed, welke familie je omringt en je mag omringen, welke school jouw leerschool is om relaties op te bouwen, te testen en sterker te maken. Het maakt uit welke vrienden je hebt en welke voorbeelden je om je heen ziet in gezin, familie, kerk, school, de buurt en ga zo maar door. Word ik gezien? Leer ik met de goede bril kijken naar de ander, leer ik ontvangen, waarderen en herinneren en kan ik mijzelf geven?
De jongen die mij op die zonnige namiddag belde, had vele relaties, maar ze bleken geen fundament te hebben. Er waren vele voorwaarden aan verbonden die uiteindelijk niet meer te dragen waren. Hij was gevlucht in een wereld die erg onveilig en buitengewoon slecht voor de mens is. Een wereld die hem uiteindelijk tot wanhoop bracht.
Het leven van deze jongen is een spiegel voor iedereen. Wat een grote verantwoordelijkheid hebben we als ouders, als volwassenen om kinderen en elkaar onvoorwaardelijk lief te hebben. Daar horen kaders bij, er mogen grote en kleine teleurstellingen zijn, maar is er dan ook altijd ruimte voor vergeving. Het is zo Bijbels om vanuit liefde relaties met kinderen en jongeren vorm te geven. De woorden genade en gebed zijn van een rijke inhoud. Voor een relatie met God én met andere mensen.
Deze jongere was gevlucht. Hij had gezocht en gezocht, maar niets gevonden wat van waarde was, hij had zijn leven geruïneerd en was de wanhoop nabij. „Ja, ik ken je nog”, zei ik. Inmiddels is hij –na een lange weg met vallen en opstaan– een man geworden die de waarde ziet van het gebed, dicht bij Gods Woord leeft en zuinig is op zijn waardevolle relaties. Hij is opgeraapt, vastgehouden en heeft de verantwoordelijkheid genomen om te werken aan herstel en te ervaren wat onvoorwaardelijke liefde en vertrouwen inhouden.
Voor mij werd hij een voorbeeld van hoop en hij werd een spiegel voor ons allen. Ook voor jongeren! Het is niet vanzelfsprekend voor elk kind en elke jongere om in een omgeving op te groeien waar gebouwd wordt aan relaties met een fundament. Troostrijk is dat we het niet alleen doen; we zijn niet alleen op de wereld en het gebed vermag veel: „Opent uwe mond, eist van Mij vrijmoedig.”
Marian Ruitenberg is directeur-bestuurder bij Stichting De Vluchtheuvel.