D66 laat met stervenswet ouderen en kwetsbaren vallen
Onlangs (7-11) diende D66 een nieuwe versie van het initiatiefwetsvoorstel ”voltooid leven” in. Deze initiatiefwet past niet in onze samenleving en is geen goed antwoord voor mensen die het levensperspectief zijn verloren.
Het centrale idee van het wetsvoorstel is hetzelfde gebleven, namelijk de zelfbeschikking rond het sterven. Die zelfbeschikking verdient echter nuance.
De huidige euthanasiewet maakt het onder voorwaarden mogelijk dat mensen met een medische aandoening euthanasie of hulp bij zelfdoding kunnen krijgen. De Wet Toetsing Levenseindebegeleiding van ouderen op verzoek (vooral bekend als de ”voltooidlevenwet”) zou het mogelijk moeten maken dat gezonde 75+’ers in aanmerking kunnen komen voor hulp bij zelfdoding. Het zou dan gaan om 75+’ers die hun leven als ‘voltooid’ beschouwen. In tegenstelling tot de eerste versie waarbij de (huis)arts geen rol had, krijgt in de nieuwe versie van de wet de (huis)arts een informatieverstrekkende rol. Ook is het beoordelingstraject langer geworden: de periode tussen de vraag om hulp bij zelfdoding en de uitvoering daarvan moet in het nieuwe voorstel minstens zes maanden duren; eerder stelde D66 twee maanden voor.
Rooskleurig
De term ”voltooid leven” blijkt niet zo rooskleurig als misschien op het eerste gezicht doet vermoeden. Wie echt luistert naar de verhalen van ouderen die niet ernstig ziek zijn, maar geen levensperspectief meer zien, ontdekt een andere kant. Onderzoek toont aan dat er achter gevoelens van een voltooid leven vaak veel leed schuilt. De mensen om wie het gaat, hebben vaak fysieke of mentale gezondheidsklachten, hun doodswens blijkt veranderlijk en is niet altijd even nadrukkelijk aanwezig. Uit ditzelfde onderzoek blijkt dat er allerlei invloeden zijn die de wens tot levensbeëindiging kunnen versterken; denk bijvoorbeeld aan piekeren, aftakeling, eenzaamheid, het gevoel regie te missen, het gevoel tot last te zijn of financiële problemen. Ook zijn er factoren die de wens tot leven juist versterken, zoals het gevoel nuttig te zijn, onafhankelijkheid, een gevoel van vrijheid, woonplezier en waardering van anderen.
Sleutels naar verandering
De initiatiefwet van D66 is geen antwoord op de situatie van deze mensen. Sterker nog, de wet vormt een bedreiging. Hoewel iedereen verschillende behoeften heeft, is het duidelijk dat we als samenleving en als individuen voortdurend moeten kijken én investeren in hoe mensen blijvend in hun waarde kunnen worden bevestigd. Dat verdient ieder mens omdat iedereen waardevol is, als creatie van de Schepper. Daarbij hoeft het niet te gaan om heel bijzondere dingen. Soms kan één gesprek vanuit echte belangstelling en aandacht al van enorme betekenis zijn. Laten we niet vergeten dat dit bij veel mensen al ontbreekt! Zij kunnen met niemand spreken over zingevingsvragen en missen een hoopvol perspectief. Daar ligt een sleutel naar verandering. Soms kunnen vrijwilligersbezoeken daaraan bijdragen, soms een nieuwe waardering voor talenten en soms een luisterend oor, zonder oordeel en zonder snelle oplossingen.
Ongewenste signalen
Maar er zijn meer redenen voor kritiek op het wetsvoorstel. Allereerst is de leeftijdgrens willekeurig. Waarom komen mensen vanaf 75 jaar in aanmerking voor hulp bij zelfdoding. Waarom ligt die grens niet op 65 of 80 jaar? Vanuit het perspectief van zelfbeschikking is een leeftijdgrens moeilijk verdedigbaar. Maar stel dat deze wet werkelijkheid wordt en de leeftijdgrens van 75 jaar wordt een maatschappelijke realiteit. Wat betekent dit dan voor iemand die zijn 75e verjaardag viert? Er opent zich een nieuw perspectief. De mogelijkheid om ”te kiezen voor de dood” kan iemand aan het denken zetten over opties die er eerder niet waren en waar hij of zij zonder deze wet nooit over nagedacht zou hebben. Onze zorg is dat aanbod ook vraag zal scheppen. Daarnaast kan zo’n wet het ongewenste signaal afgeven richting ouderen dat hun leven minder beschermwaardig is. Als een jongere geen levensperspectief meer ziet, proberen we alles uit de kast te halen om die situatie te keren. Wanneer een 75+’er zich met dit gevoel tot een levenseindebegeleider zou wenden, kan hij of zij (als dit gevoel een half jaar blijft bestaan) geholpen worden bij zelfdoding.
Nog kwetsbaarder
Bovendien maakt deze wet kwetsbare mensen nog kwetsbaarder. Schokkende cijfers tonen aan dat 1 op de 20 thuiswonende 65+’ers in Nederland te maken krijgt met ouderenmishandeling. In deze situaties is het niet ondenkbaar dat er druk of sturing ontstaat om hulp bij zelfdoding aan te vragen. Dit kan ook gebeuren wanneer familierelaties niet goed zijn. Een lage drempel naar hulp bij zelfdoding kan tot vreselijke situaties leiden.
De initiatiefwet bouwt geen waarborgen in: een levenseindebegeleider hoeft geen familie te spreken of een uitvraag te doen van mogelijke sociale problemen. Een arts hoeft de levenseindebegeleider enkel in te lichten over de medische situatie van de oudere. De grote tekorten in de zorg en het gebrek aan aandacht voor ouderen zijn rode vlaggen die ons ver bij een wet voor voltooid leven vandaan moeten houden. Voor je het weet, vallen er ongewenste slachtoffers.
Waarde van het leven centraal
Iedere keer dat de drempel voor hulp bij zelfdoding verder omlaaggaat, leidt ertoe dat de bescherming van kwetsbaren verder onder druk komt te staan. Toch zullen er mensen zijn die wel, uit volle eigen overtuiging, stellen dat hun leven mooi geweest was maar dat het nu genoeg is. Een consequentie van het tegenhouden van een voltooid levenwet is dat de overheid hen niet faciliteert in het vervullen van deze wens.
Tot nu toe gaat dat om een beperkte groep. Slechts een paar duizend 75+’ers heeft de wens om het leven te beëindigen, terwijl zij niet ernstig ziek zijn. Van deze groep zal een gedeelte geholpen zijn met waardering, een passende levensinvulling, aandacht en tijd, zoals hierboven beschreven. Richting de kleine groep die overblijft, willen wij de vraag omdraaien: kun je van overheid én samenleving vragen hulp bij zelfdoding van gezonde mensen te faciliteren terwijl dit zoveel neveneffecten met zich meebrengt voor kwetsbaren? De NPV heeft de volle overtuiging dat dit niet kan.
Het is de missie van D66 om van Nederland een land te maken ”waar we iedereen vrij laten, maar niemand laten vallen”. Het initiatiefwetsvoorstel druist pal tegen deze missie in. De overheid heeft meer verantwoordelijkheden dan enkel het dienen van het zelfbeschikkingsrecht. Wetgeving normaliseert. Laat de overheid de waarde van het leven ten volle onderstrepen en beschermen, zodat we óók kwetsbaren en ouderen niet laten vallen.
De auteur is beleidsadviseur op de afdeling onderzoek & beleid bij NPV-Zorg voor het leven.