Joden zijn doorgaans veilig in Hongarije, stelt Zoltán Radnóti (51), hoofd van de rabbijnen in Boedapest. Antisemitisme is er geen ernstig probleem, vindt hij. „Dankzij president Orbán is Boedapest in Europa een eiland zonder moslimfundamentalisten. Pro-Palestijnse demonstraties zijn verboden.”
Met zijn boerenpet, overhangende overhemd en vrolijke verschijning voldoet Radnóti niet helemaal aan het stereotype van een orthodoxe rabbijn, maar dat is hij ook niet. De ”neologe” stroming waartoe hij behoort, ontstond in de negentiende eeuw, met als doel het Jodendom te verenigen met de Hongaarse leefwijze, en houdt het midden tussen orthodox en liberaal. Voor de foto ruilt de rabbi wel graag zijn pet in voor een keppeltje.
Hoeveel Hongaarse Joden er precies zijn, „weet niemand”, zegt de rabbijn van de Beth Shalomsynagoge in het westelijke deel van de Hongaarse hoofdstad. Na de Tweede Wereldoorlog waren er veel gemengde huwelijken tussen Joden en niet-Joden; het hangt van je definitie af wie er dan nog Joods is. Bij een bevolkingsonderzoek in 2022 zeiden 7635 Hongaren religieus Joods te zijn. Dat is een fractie van de 50.000 tot 100.000 waarvan schattingen doorgaans uitgaan. „Door de Holocaust hebben Joden er een afkeer van om op een lijst gezet te worden. Ze geven zich dus niet op”, legt Radnóti uit.
Zelf schat de rabbi dat er zo’n 85.000 Joden in Hongarije zijn. Dat baseert hij op hun belastingaangifte. Hongaren hebben de mogelijkheid om daarbij een kerkgenootschap uit te kiezen waarnaartoe de overheid 1 procent van hun inkomensbelasting overmaakt. Ongeveer 0,85 procent van de belastingplichtigen kiest dan voor een Joodse instelling. Omdat Hongarije 10 miljoen inwoners telt, zijn er waarschijnlijk zo’n 85.000 Joden, rekent Radnóti voor. Daarvan behoort driekwart tot de neologe stroming en 15 procent tot het ultra-orthodoxe chassidisme. De rest is orthodox, liberaal (Reformjodendom) of progressief.
Keppeltje
Het optimisme dat de rabbijn uitstraalt, verandert niet als het gaat over de situatie van Hongaarse Joden. Van antisemitisme hebben ze praktisch geen last. Een Jood met een keppeltje wordt op straat niet nageroepen. „We zijn over het algemeen veilig hier”, zegt Radnóti. Een collegarabbijn uit Boedapest, Róbert Frölich, liet onlangs tegenover de Centraal-Europese newswebsite Remix hetzelfde horen.
Dat positieve geluid valt op, niet alleen ten opzichte van andere Europese landen, maar ook omdat Hongaren van zichzelf niet Joodsgezind zijn. Dat blijkt wel uit een Hongaars gezegde dat Radnóti citeert: „De Hongaarse antisemiet is hij die de Joden meer haat dan nodig is.” Oftewel: Hongaren hebben een afkeer van Joden, maar dat wordt pas een probleem als het meer dan gemiddeld is.
„Hongaren houden vooral van zichzelf”, verklaart Radnóti. „In hun hart is een strijd. Ze weten niet wie hun grootste vijanden zijn: Joden of moslimimmigranten.” Ook president Viktor Orbán is niet per se pro-Joods, getuige de connecties die hij heeft met de Turkse president Erdogán. Radnóti: „Het is moeilijk voor hem: kiest voor hij de Israëlische premier Netanyahu of voor Erdogán?”
Toch is de veilige situatie voor Hongaarse Joden volgens Radnóti aan Orbán te danken. „Doordat hij de grenzen dichthoudt, zijn er nauwelijks pro-Palestijnse mensen in Boedapest. Dreiging van aanslagen is er niet. De Hongaren zien dat hier rust is. Orbán wordt als de vader van het volk gezien. Het is hier beter dan in bijvoorbeeld Berlijn, Parijs, Brussel en Stockholm, waar het minder veilig is voor Joden. Boedapest is een eiland in Europa, zonder moslimfundamentalisten.”
Dat betekent overigens niet dat de rabbijn Orbán en zijn nationalistische politiek steunt. „Met Orbáns motieven ben ik het niet eens. Hij is populistisch, extreemrechts, niet humaan. Maar Joden profiteren nu van zijn immigratiepolitiek met gesloten grenzen.”
Hoe zit het dan met Jobbik, een Hongaarse politieke partij die tot een aantal jaren geleden vrij groot was en bovendien uitgesproken antisemitisch? „Jobbik, ja. Jobbik is Jobbik. Het is een minderheid, en de partij is niet goed. Maar Orbán heeft de aanhangers van Jobbik naar zich toe getrokken. De partij is heel zwak geworden.”
Demonstraties
Sinds de oorlog in Israël in oktober uitbrak, zijn er dan ook nauwelijks anti-Israëlsentimenten. Pro-Palestijnse demonstraties zijn streng verboden, aldus de rabbi. „Hamas is terroristisch, klaar, zo was de houding van Orbán. Ook op universiteiten hier zie je geen pro-Palestijnse uitingen.”
Op verschillende manieren betuigde de Joodse gemeenschap in de Hongaarse hoofdstad de laatste weken steun aan Israël. Zo vond er kort na de „tragedie in Israël” een „grote herdenkingsceremonie” plaats in de grote synagoge aan de Dohánystraat, de grootste synagoge van Europa. „Er waren meer dan duizend aanwezigen”, vertelt Radnóti. „Alle politieke partijen uit het parlement –van links tot rechts– waren vertegenwoordigd. De rabbi die een toespraak hield, zei: „Waarom moeten we Joods bloed zien voordat links en rechts voor hetzelfde doel bij elkaar zitten?””
Tal van Israëli’s van Hongaarse afkomst kwamen de afgelopen weken terug naar Hongarije. Radnóti: „We hebben ze opgevangen. Er is een speciale klas voor kinderen uit Israël en ouders kregen kantoren en laptops om te kunnen werken.” Ook collecteerde de Joodse gemeenschap voor de zwaar getroffen Israëlische kibboetz Be’eri nabij de Gazastrook. En vorige week donderdag vond er in Boedapest met toestemming van de politie een zogeheten rodeballonnendemonstratie plaats voor de gegijzelde Israëli’s in Gaza.
Missie
Over teruggaan naar Israël piekert de rabbijn nooit. Lachend citeert hij een Joods gezegde: „De ware zionist is hij die iemand naar Israël helpt met het geld van een derde.” Per jaar maken ruim honderd Hongaarse Joden ”alia” –emigreren naar Israël– en Radnóti helpt daar graag aan mee. „Maar ik heb mijn missie hier, om mensen te helpen.”
„Als rabbi wil ik het Hongaarse Jodendom nieuwe doelen en nieuw zelfbewustzijn geven”, schrijft Radnóti op zijn website. Waarom? „Onze generatie is dubbel gered. Mijn moeder is geboren in 1945. Zij is door mijn oma gered uit de Holocaust. Ik, geboren in 1971, ben dus een ”dubbel gered” kind.”
Echter, onder het communisme, na de Tweede Wereldoorlog, stopten de meeste Joden hun identiteit weg, hoewel ze niet werden onderdrukt, vertelt de rabbijn. „Joden vergaten hun afkomst en onderwijs. De Joden die nog van de Holocaust wisten, zijn nu overleden. Ik wil de Hongaarse Joden laten zien: als je Joodse wortels hebt in je geest, haal die eruit en toon ze. Wees er trots op. Waarom kom je er niet voor uit? Daarom vertel ik over Jood-zijn op mijn blog en op YouTube en tegen uw krant.”